GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

In Memoriam: GERRIT WILLEM KNAP.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In Memoriam: GERRIT WILLEM KNAP.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Een der oud-leerlingon van wijlen den heer Knap zond ons dit stuk, dat we, ook met het oog op het feit, dat de heer K. ook aan ons blad medewerkte, hier gaarne een plaats geven. Red.)

Dan ga ik op tot Gods altaren.

Dat was de lievelingspsalm van mijnheer Knap.

Dit „dan" is zoo plotseling, zoo onverwacht gekomen, dat wij het nog niet recht beseffen lamnen, dat wij hem nooit meer zullen zien, nooit meer zijn stem zullen beluisteren. Immers, voiige week Maandag had hij 's middags en 's avonds nog les gegeven en Dinsdagmorgen was hij niet meer. Zoo van zijn post op aarde afgelost om zijn plaats in den hemel in te nemen.

Voor velen onzer en wel inzonderheid voor zijn gezin is dit plotseling verscheiden te abrupt en te onverwacht gekomen, maar aan hem is de genade Gods bewezen, die hem het moeilijke afscheid van degenen, die hem lief en dierbaar waren bespaarde.

Mogen zijn verwanten en kennissen troiost putten uit de wetenschap, dat het „waarom" eens een antwoord zal ontvangen in het „daarom".

Mijnheer Knap is niet meer, maar zijn werken volgen hem na.

Niet allee^n in de zichtbare producten van zijn geest, zijn schilderijen, welke getuigen van zijn — zooals hij het zelf zoo gaarne met grooten eerbied noemde — kunstenaarschap bij de gratie Gods, maar bovenal in het zaad, dat hij gezaaid heeft in vele harten.

Want voor alles en in alles was mjjnheer Knap Calvinist.

Zijn leven is geweest een leven van zoeken, zwoegen en worstelen, totdat hij gegrepen werd door het Calvinisme. Hij zocht de ware schoonheid en vond de schoone waarheid.

Calvinist was hij in den waren zin des woords, in leer en leven, naïef en to«h reëel. God riep hem, den zoekenden en in duister tastenden kunstenaar tot Zijn wonderbaar licht.

En van dien tijd af zag mijnheer Knap alles in dat wondere licht. Hij voelde verwantschap met een ieder, die God vreesde.

Mijnheer Knap was Calvinist en dit spoorde hem aan tot bestudeering der theologische waarheden. In Kuyper, Bavinck en Woltjer was hij even goed thuis als in zijn eigen atelier en in zijn kleine vriendenkring getuigde hij er van en legde, om een voorbeeld te noemen, den nadruk er op, dat ziel èn lichaam beide verheerlijkt zouden worden-

Naïef was hij en toch reëel. Zijn, als kunstenaar, zoo fijn besnaarde ziel, ving als een Aeolusharp de dooT ons zoO' weinig beluisterde klanken in Gods schepping op. Toch was zijn blik niet begrensd, getuige een van zijn lezingen, waarin hij wees op de eenheid in de schepping en aan de hand der geschiedenis naging, hoe kleeding en muziek gelijken tred hielden met de ontwikkeling der historie.

Wij gevoelen eerst diep, wat wij in hem verloren liebben, , als wij nagaan zijn, helaas, in stilte en in alle bescheidenheid verrichten arbeid, namelijk zijn reformatie in het teekenonderwijs, zijn zoeken naar een definitie van schoonheid en vooral niet te vergeten, de door hem voor het eerst uitgewerkte en in toepassing gebrachte nieuwe opvatting der voordrachtskunst, waarvan hij de grond-en richtingslijnen gevonden had in Prof. Dr J. Woltjer's „Norm en beginsel in de litteratuur".

Vooral dit laatste is van groot belang. Zijn critiek tegen het in onze Gereformeerde wereld langzaam ingeburgerde, verkapte tooneelspel, was niet afbrekend, maar opbouwend, want hij gaf er voor in de plaats reëele Calvinistische kunst.

En nu weet ik, dat velen zeggen, dat deze beide niet samen kunnen gaan of anders dat lamst maar een opgeplakt etiquet is voor iets, wat niet op ons terrein ligt. Maar wie uwer ooit iets heeft gezien van zijn werk op dit gebied, hetzij met gymnasiasten op de schoolavonden, hetzij met studenten op den declamatieavond van Mei 1929 en niet critisch, maar ontvankelijk tegenover dit nieuwe stond, zal moeten getuigen dat dit echte, ware, onopgesmukte Calvinistische kunst was.

Zijn grondgedachten waren immers, dat de handeling alleen door het woord vertolkt wordt, ondersteund door gebaren, die het woord van nature vergezellen; maar toch zóó, dat de plastiek van het gebaar adaequaat zij aan die van het poëtische gesproken woord. De zichtbare nabootsing echter van personen of handelingen, die de dichterlijke voordracht tot een soort van spel zouden maken, is als i^n strijd met het wezen der poëzie niet toegelaten. Vanzelf sprekend is het, dat de begripsinhoud van het verhaal onvoldoende is om de schooiuheid ervan te verstaan. Die schoonheid rust in de idee en vindt uitdrukking in de wijze, waarop de dichter die idee verwerkt heeft. In de verklaring komt die schoonheid eerst in haar vollen rijkdom tot uitdrukking.

Ziedaar iets van mijnheer Knap's geest en zoo zien wij hem als stoer Calvinist, als kunstenaar bij de gratie Gods, als filosoof, als profeet, als reformator.

Wij hebben een schuld aan hem, want wij hebben hem lang niet altijd begrepen en niet genoeg gewaardeerd. Maar deze schuld kan wo-rden voldaan, want wij, zijn leerlingen, kunnen en moeten do faikel, die hij ontstoken en ons gegeven heeft, laten lichten in onze Gereformeerde wereld, opdat zijn werken hem mogen navolgen.

En zoo strijdende voor zijn zaak, voor Gods zaak, behoeven wij om zijn heengaan, niet te blijven treuren als degenen, die geen hoop hebben, want ons afscheid van hem is maar tijdelijk, maar dan gevoelen-wij iets van heilige jaloerschheid op hem, die opgegaan is naar Gods altaren, tot God onze God, de bron van vreugd, die na kortstondig ongeneugt, ons eindeloos verheugt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 december 1931

De Reformatie | 8 Pagina's

In Memoriam: GERRIT WILLEM KNAP.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 december 1931

De Reformatie | 8 Pagina's