GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het Kruis van den Heiland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Kruis van den Heiland.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

II.

Het kruis van den Heiland is het symbool van het Christendom geworden.

Wanneer we dat zeggen, vinden we 'tegenover ons de bewering, dat het Christelijk kruis-symbool oorspronkelijk geen voorstelling zou zijn geweest van het kruis van Golgotha. Het zou zijn ontstaan niet aan het kruis van Christus te danken hebben. Maar het zou een symbool zijn van heidense h e n oorsprong.

Nu is het waar, dat in de heidensche godsdiensten der oudheid ook Icrais-symbolen voorkomen.

Bij de Aegyptenaren wordt als godsdienstig symbool veelvuldig het z.g.n. hengselkruis gevonden.

Het is een T, waaraan aan den bovenkant nog een hengsel is bevestigd, dat, den vorm heeft van een ring. Het ziet er aldus uit y . Oorspronkelijk schijnt dit symbool een afbeelding te zijn van de zon, die in Aegypte als godheid werd vereerd. De ring stelt de zon voor; de loodrecht naar beneden gaande lijn de loodrecht neervallende stralen van de middagzon; de horizontale lijn de dwarse stralen van de opgaande en ondergaande zon. Later werd het vermoedelijk als een zinnebeeld van het leven of van 'het toekomstige levMi verstaan.

Groote overeenkomst hiermede vertoont het kruisteeken, dat in de oude religies van Voor-Azië voorkomt. Het verschil is, dat de ring niet op de horizontale lijn rust, maar dat de verticale lijn hooger is doorgetrokken en de ring aan het boveneind dezer verticale lijn is vastgemaakt. De vorm is alzoo deze + , een vorm, waarin dikwijls nog vele wijzigingen en verfraai'ingen worden aangebracht. Dikwijls worden goden mét dit kruisteeken afgebeeld, vooral' de godinnen der liefde en der vruchtbaarheid, zoodat hef ats een zinnebeeld van het leven schjjnt te moeten worden opgevat.

Tevens vindt men in de godsdiensten van Voor-Azië nog een ander kruisteeken. Het is een rad met vier spaken, tervpijl soms de velling ©r-aan ontbreekt, zoodat het een kruis met vier gelijke armen wordt - |-. Dit teeken is een afbeelding van het heilige zonnerad en symboliseert de levenwekkende macht der zon.

En niet alleen in de genoemde godsdiensten, maar ook in de religies van verschillende andere volken wordt een symbool in den kruisvorm gevonden. Een zeer oud en bij tal van volken voorkomend teeken is het swastika-kruis, dat eveneens uit het zonnerad schijnt te zijn ontstaan en waaraan vaak een beschermende kracht werd toegeschreven. Het wordt ook wel pootjes-kruis of hakenkruis genoemd en is in onzen lijd b.v. in Duitschland weer In gebruik gekomen als teeken van het nationalisme en anti-semitisme.

Zoo ontmoeten we reeds vóór Christus op religieus gebied het kruisteeken.

Maar daaruit volgt niet, dat het Christendom het kruis als symbool van het heidendom heeft overgenomen. Deze gedachte is veeleer een ongerijmde. Zouden de Christenen er toe hebben kunnen koinen een teeken uit den dienst der afgoden tot zinnebeeld van hun geloof te verheffen? Zal men zulk een onwaarschijnlijke bewering kunnen aanvaarden, dan moeten er wel heel sterke historische gronden voor aangevoerd worden. En zulke gronden heeft men tot dusver tevergeefs trachten bij te brengen. Neen, niet in het kruisteeken van het heidendom, maar in het kruis van den Heiland ligt de oorsprong van het Christelijk kruissymbool.

Evenmin mag men in deze lieidensche kruisen reeds profetieën — zij het dan onbewnste profetieën — en voorafschaduwingen van het kruis van Christus zien. Zij komen uit de heidensche gedachtenwereld voort. En ze hebben met het kruis van den Heiland niets te maken.

* Het kruis van Golgotha is het zinnebeeld gewor­

den der Christelijke religie. Dat bont der schande en des vloeks is het teeken geworden van het Christelijk geloof en wanneer we b.v. Christendom en Mohammedanisme tegenover elkaar willen stellen, spreken we van: het

Kruis en de Halve Maan. Er zij hier terloops aan herinnerd, dat volgens de meening van sommigen in de Schrift zelfs van het kruis als van het teeken van Christus gesproken wordt. •

Door niet weinige theologen toch is de gedachte uitgesproken, dat Jezus zelf het kruis Z ij n te© ken heeft genoemd. Dat Jezus het kruis bedoelde, toen hij van den grooten dag der toekomst zeide: Alsdan zal in den hemel verschijnen het teeken van den Zoon des menschen" (Matth. 24:30).

Chryso'stomus waagde de uitspraak: Jezus heeft Zijn kruis niet op aarde gelaten, maar het bij Zijn hemelvaart meegenomen naar den hemel, vanwaar het bij Zijn wederkomst als het teeken van den Zoon des menschen zal zichtbaar worden.

Dan zal het glanzen en stralen; door zijn glans zullen zon, maan en sterren verbleeken; een heir van engelen zal het in triomf voor Christus uit dragen en bij het aanschouwen van dat lichtende en stralende kruis zullen alle geslachten der aarde met schrik bevangen worden. En vele anderen, al gelooven ze niet met Chrysostomus, dat het kruis van Golgotha in den hemel wordt bewaard, meenen toch, dat het teeken van den Zoon des menschen een groot en schitterend kruisteeken aan den hemel wezen zal. Zoo vooral de godgeleerden der oude kerk, der middeleeuwen en der Roomsche Kerk.

Er zijn van dezen tekst ook andere verklaringen gegeven. Ik noem slechts deze, dat het teeken een bizonder natuurverschijnsel zal zijn, b.v. een wcmderlijke ster.

De voorkeur verdient niijns inziens de opvatting, dat „het teeken van den Zoon des menschen" de Zoon des menschen zelf is.

Dat is ook de opvatting van C a 1 v ij n. Hij zegt, dat Christus bij Zijn wederkomst als de met h© melsch© macht toegeruste gelijk een hoog opg© richt teeken den blik der geheele wereld tot zich trekken zal. En dat de beschrijving van het te© ken volgt in de woorden, dat al de geslachten der aarde den Zoon des menschen zullen zien komen op de wolken, Hem, die nu verachtelijk op aard© omwandelde in het kleed van een dienstknecht.

Eveneens wordt deze opvatting gehuldigd door F a r e 1 in zijn geschrift „Over het ware gebruik van het kruis, van Jezus Christus". Hij verldaart daarin het eens te zijn met de uitlegging van den) genoemden tekst in een werk, door een onbekende uit de oude Christelijke kerk geschreven, dat genoemd wordt „het onvoltooide werk over den heiligen Mattheüs (omdat er de verklaring van somige-hoofdstukken in ontbreekt), welke uitlegging

ook reeds iChristus zelf als het „teeken" beschouwt. Farel voert voor deze opvatting nog aan, dat de andere evangelisten hetgeen bij Mattheüs staat aldus weergeven: dat men den Zoon des menschen zal zien komende op de wolken des hemels. „En" — zoo zegt hij, — „de rechte wijze om het Evangelie uit te leggen is: de eene passage door de andere te verklaren, de eene jilaats met de ander© vergelijkende."

Het teeken zal hierin bestaan, dat Hij, de Zoon des menschen, die toen hij deze "woorden sprak in vernedering was, dan komt op de wolken des hemels met groote kracht en heerlijkheid. In zulk een komen zal de Zoon des menschen een teeken zijn, want daardoor beantwoordt Hij aan de profetie, die Daniël van den Messias gaf (cap. 7:13 v., v.g.l. ook Zach. 12:10 v.) en wordt Hij voor aller oog als de Christus openbaar.

Al behoeven we dus niet aan te nemen, dat het kruis het teeken van den Zoon des menschen is, waarvan Jezus heeft gesproken, het is toch wel het teeken van het Christendom geworden, het symbool der Christelijke religie.

Dat echter niet alleen.

.Het is ook een voorwerp geworden van ver-©ering. Zulk een diepen indruk heeft het kruis, waaraan de Heilaiid Zijn verlossingswerk volbracht, op de Christenheid gemaakt, dat ze ©r toe gekomen is een eere aan het kruis toe te brengen, die met den wil van Christus allerminst in overeenstemming kan worden geacht. Ze is ge^ koanen tot een vereeren van liet kruis als het teeken der verlossing, waardoor aan de ©ere van. Christus den Verlosser zelf is en nog wordt te koxt gedaan.

Ik stel mij voor in deze artikelen een beknopt overzicht te geven van de houding, door de Christenheid jegens het kruis van Christus aangenomen.

Achtereenvolgens zal ik daarbij over de oude kerk, over de middeleeuwen, over de reformatie en over onzen tijd hebben te handelen.

A. De oude kerk.

Reeds vroeg ontstond in de Christenheid het gebruik om het teeken des kruises te inaken, werd het gewoonte een kruis te slaan.

Tertullianus, die ongeveer 220 overleed, schrijft reeds: „Telkenmale, bij het ingaan en het uitgaan, bij het aantrekken onzer kleeren en sclioe-nen, bij hèt baden, aan den disch, bij het aansteken van het licht, als wij gaan slapen, als wij gaan zitten ©n bij wat wij ook doen teekenen wij ons voorhoofd met het teeken des kruises" en hij beroept zich ter verdediging van dit gebruik op de reeds lang bestaande traditie der Christenen, En niet alleen in het dagelijksch leven werd een kruis geslagen, maar deze zede drO'Ug ook in den eeredienst binnen ©n zO'Owel bij het bedienen van den doop als van het avondmaal werd het kruisteeken gemaakt.

Aanvankelijk zal dit gebruik zijn O'pgekomen als een bede O'm den zegen van het kruis en als een be^ lijdenis van de kracht van den kruisdood des Heeren, maar al spoedig zocht men er een middel in om zich te beschermen tegen de daemoneoi. Bij het uitbannen der duivelen gebruikten dan ook de exo'rcisten het kruisteeken en er werd gezegd, dat het de kracht van het Christendom voor de O'Ogen der heidenen bewees. Lactantius, die in het begin der vierde eeuw leefde, schrijft, dat dit teeken schrikkelijk was vo'O'r de daemonen en dat zij er voor vluchtten uit de lichamen, die zij in bezit hadden geno'men. Ook bij ziekte en in andere gevaren, zooals vóór een veldslag, werd het kruisteeken aangewend. Men geloofde: „'tkruis verdrijft alles . wat zou kunnen schaden" ©n het werd als „het groote beschermmiddel" ©n als ©en „weldoener" geprezen.

Hoezeer het ixitwendig teeken der verlossing de aandacht der Christenen bo'eide, blijkt ook uit de wijze, waarop zij het Oude Testament verklaarden. Telkens meenden zij in de Schriften van het Oude Verbond typen te ontdekken van het kruis van Christus. Én ijverig zochten zij naar zulke „verborgen kruisen" (cruces dissimulatae).

Het kruis zagen ze afgeschaduwd niet alleen door den boo'm des levens in het paradijs, maar, daar het kruis van hout was, In velerlei h.out, waarvan in het Oude Testament sprake is.

In den boom der kennis des goeds en des kwaads; in de eikebO'Omen, waarbij Abraham te Mamre woonde; in de palmboomen van Elim; in den boom, geplant aan waterbeken, die zijn vrucht geeft op zijn tijd en welks blad niet afvalt, waarvan in den eersten Psalm gesproken wordt; in den palmboom van Psalm 92. In den staf van Juda, dien hij aan Thamar als pand gaf; in den staf, waarmede Jakob over den Jordaan ging en naar Paddan-Aram trok; in den staf van Mozes, die het water der Rood© Z©e verdeelde; in den staf van Aaron, die bloeide en amandelen droeg; in den stok en den staf van den Goddelijken Herder, waardoor David wordt vertroost (Ps. 23). In het hout van de ark van Noach, waardoor hij en de zijnen gered werden; in het hO'Ut, dat Izak moest dragen den berg Moria op, waar zijn vader hem den Heere zou offeren; in het hout, waarmede Mozes de bittere wateren van Mara zoet maakte; in het hout, waarnlede Eliza het ijzer, dat in den Jordaan gevallen was, deed bovendrijven.

En niet all©en in de dingen, die van dezelfde stof waren als het kruis, maar ook in alles wat met den vorm van het kruis overeenkomst had, zag men dat kruis afgebeeld en geprofeteerd.

In het paaschlam, dat aan het braadspit was gestoken; in Mozes, als hij gedurende den strijd van Israël tegen de Amalekieten staat met biddend opgeheven handen; in de koperen slang, op een steng gesteld; in de uitspraak des Heeren bij Jesaja: Ik heb mijn handen uitgebreid den gan-' schen dag tot een wederstrevig volk" (Jes. 65:2). In de 318 knechten van Abraham, met wier hulp hij Kedor-Lao-mer versloeg, want dit getal kan aangeduid worden dO'Or de Grieksch© lett©rs IHT; de eerste twee zijn de aanvangsletters van den naam Jezus en de laatst© l©tter is het teeken van het kruis. In het „teeken" (Taw), dat naar d© profetie van Ezechiël (9:4) geteekend moest worden op het voorhoofd der lieden van Jeruzalem, die zuchtten over de gruwelen der stad en in het gericht O'ver de stad gespaard zouden blijven (dat waarschijnlijk ook wel een teeken in den kruisvorm zal geweest zijn).

Al brengt het avontuurlijke ©n willekeurig© van d©z© wijze van Schriftuitlegging ons een glimlach' om de lippen, toch hebben we niet voorbij te zien, hoe hieraan ten grondslag ligt het gelocif, dat de gekruisigde Christus het middelpunt is der gansclie Schrift en dat heel de geschiedenis der open­

baring op Hem doelt. Maar niet alleen in het Oude Testament vond men het kruis.

Ook in de natuur en in het menschelijk leven. B.v. in den vliegenden vo'gél en in den zwemmenden visch; in de ploegschaar en in den scheepsmast met zijn raas. Men zag daar een O'penbaring in van het kruis-evangeli© voor de geheel© wereld.

J. THIJS.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 januari 1932

De Reformatie | 8 Pagina's

Het Kruis van den Heiland.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 januari 1932

De Reformatie | 8 Pagina's