GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Onze tijdrekening.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onze tijdrekening.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

V.

Nog twee interessante kalenders blijven ©r te bespreken over: de Joodsche-en de Mohammedaansche.

Dit wil niet zeggen, dat er niet nog andere het behandelen waard zijn, zooals bijv. de Chineesche tijdrekening, maar deze liggen verder van ons af, dan de twee bovengenoemde. Daar de laatste, de Mohammedaansche, het eenvoudigste is, zal ik daarmede beginnen.

De Mohammedaansche tijdrekening is uitsluitend op de maanbeweging gebaseerd. Van de jaargetijden, die met de zonsbeweging veranderen, trekt men zich niets aan. Zoodat dus het Mohammed daansche nieuwjaar in alle jaargetijden kan voorkomen, 't'Genoemde jaar heeft 354 of 355 dagen en bestaat uit 12 maanden, die afwisselend 30 of 29 dagen hebben. De laatste maand heeft er gewoonlijk 29, in een schrikkeljaar echter 30. Zoo ontstaat er van tijd tot tijd een jaar van 355 dagen. Dit moet ook wel. Daar het maanjaar plm. 354V3 dag duurt, moet er ongeveer eens in de drie jaar een extra dag ingelascht worden om de zaak in evenwicht te brengen. Als men de kwestie iets nauwkeuriger uitrekent, vindt men, dat er 11 extra-dagen behooren te zijn in 30 jaren. Elf jaren van een cyclus van 30 jaren hebben dus 355 dagen, o.a. het 2de, 5de, 7de, 10de jaar enz. In Ara, bië hebben deze 12 maanden Arabische namen, waarvan ik u alleen Ramadan, de vastenmaand noem, als een naam, die nogal algemeen bekend is. In andere Mohammedaansche streken, zooals Egypte en Syrië, komt naast deze tijdrekening ook de Christelijke voor. In Egypte heeft men 12 maanden, wier namen ontleend zijn aan de Latijnsche namen, Januarius, Februarius enz. In Syrië daarentegen komen namen voor, die hier en daar veel lijken op de Joodsche namen voor hun maanden. Zoo komt Adar overeen met Maart, Nisan met April, Tammoez met Juli.

De laatste maand van het Mohammedaansche jaar, die dus 29 of 30 dagen telt, heet in 't Arabisch: Zu'I hidzjati, d.w.z. de maand van de Hadzj', de pelgrimstocht naar Meklca. De Mohammedaansche tijdrekening wordt betiteld met den naam H e d z j r a, een woord, dat vlucht beteekent, en ziet op de vlucht van Mohammed in 622 na Chr.

De dag begint voor de Arabieren 's avonds en loopt tot den volgenden avond.

Er zou natuurlijk nog veel te zeggen zijn over verschillende eigenaardigheden in dezen kalender, bijv. over de verschillende feestdagen en over de kwestie, hoe men een gegeven datum van de Mohammedaansche tijdrekenmg in een Gregoriaanschen moet omzetten, maar daar dit alles zonder veel rekenwerk niet gedaan kan worden, zullen wij hier niet verder op ingaan. Ik wil dit gedeelte besluiten met het noemen van twee data. Het tegenwoordige Mohammedaanscjie jaar 1350 van de Hedzjra is 19 Mei 1931 begonnen. Binnenkort zal 1351 begimien en wel op 7 Mei 1932. Het jaar 1350 is dus een jaar van 354 dagen.

Nu rest ons nog de Joodsche kalender. Deze is veel gecOimpbceerder, omdat hij, weliswaar uitgaande van de maanbeweging, deze in overeenstemming met die van de zon tracht te teengen. Met de Islamietische heeft de Joodsche tijdrekening gemeen, dat de dag 's avonds plm. 6 uur begint en de maand met nieuwe maan aanvangt, en dat de maanden afwisselend 30 of 29 dagen hebben.

Daar 't gewone Joodsche jaar aldus 354 dagen heeft, zal het niet in overeenstemming zijn met de zon, hetgeen toch noodig is, wil een Jood verschillende feesten vieren in overeenstemming met de beteekenis, die hij er aan toekent. Bijv. het Loofhuttenfeest, waarbij men een Loofhut dient te bouwen, ook wel het feest der inzameling (n.l. der veldvruchten) genaamd, kan niet in den winter gevierd worden.

Het verschil tusschen maan-en zonnejaar dient dus vereffend te worden. Hierbij is in hoofdzaak de methode gevolgd, die de Grieken er op na hielden bij hun kalender. U herinnert zich waarschijnlijk nog wel, hoe Methon een cyclus van 19 jaren invoerde en dat 7 jaren in dezen cyclus: een extra-maand kregen, dus 13 maanden hadden. De Joden handelen evenzoo. Zeven maal in de 19 jaren wordt bij de 12 maanden nog een 13de gevoegd: Adar II genaamd. Maar hiermede zijn we er nog lang niet. •

Ik zeide zooeven, dat de maanden afwisselend 30 en 29 dagen hebben. Dit is niet geheel juist. De maanden Merchesjwan en Kislew, de 2de en 3de maand van het Joodsche jaar hebben nu eens beide 29 dagen, dan weer de eerste 29 en de tweede 30 dagen (dit is het normale geval), dan weer beide 30 dagen. Een gewoon jaar heeft dus 353 dagen (onvolledig jaar), 354 dagen (regelmatig jaar) of 355 dagen (overvolledig jaar).

In den cyclus van 19 jaren komen echter zeven schrikkeljaren voor. Voor zoo'n schrikkeljaar, dat 30 dagen langer is^ dan een gewoon jaar, bestaan ook de drie gevalllen van 't gewone jaar. Het is onvolledig, regelmatig of overvolledig en heeft 383, 384 of 385 dagen. In een gewoon jaar heeft Adar altijd 29 dagen, in een schrikkeljaar krijgt deze maand (Adar I) 30 dagen en wordt de schrikfcelmaemd Adar II hierachter ingevoegd met 29 jaren. Vandaar, dat een schrikkeljaar 30 dagen langer is, dan een gewoon jaar. Het loopende Joodsche jaar 5692 is 12 September 1931 begonnen en eindigt op 30 Sept. 1932. Het telt 385 dagen, is dus een overvolledig schrikkeljaar. Op het oogenblik is Adar II bijna afgeloopen. Op Donderdag 7 April begint de nieuwe maand Nisan. Daar de Joden er dus 6 verschillende jaren op na houden en bovendien de eisch geldt, dat Nieuwjaarsdag nooit op Zondag, Woensdag of Vrijdag mag invallen, begrijpt u dat het regelen van de Joodsche tijdrekening niet zoo heel eenvoudig is. Daar het vermelden van talrijke bijzonderheden het geheel onoverzichtelijk maakt, volsta ik met deze gegevens.

Daar nu de voornaamste kalenders behandeld zijn, blijft nog te behandelen de kalenderhervOirming, waarover in de laatste jaren nogal wat geschreven is. Hierover een' volgenden keer.

J. M. SMORENBURG.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 april 1932

De Reformatie | 8 Pagina's

Onze tijdrekening.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 april 1932

De Reformatie | 8 Pagina's