GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Vereeniging van 1892.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Vereeniging van 1892.

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

X.

(De Bronnen. G.)

E. De kwestie van den naam. Ook hierover deelt Ds Jongeleen het een en ander mee, en wel als volgt:

„Nog eenmaal wil ik wijzen op iets zonderling s, zooals wij dat telkens hebben aangetroffen in de geschiedenis der Vereeniging.

Ik weet het wel, het is geen principiëele kwestie, ten minste voor mij niet, maar in dit verband is de kwestie teekenend en blijft zij teekenend.

Ik bedoel hier de kwestie van den naam, waarmede de vereenigde kerken zouden genoemd worden.

Ondergeschikt, zult gij zeggen, doch vergeet niet, dat het dit voor de Doleerenden niet was.

Met het oog hierop zocht de Synode eerst het aangezicht des Heeren.

Zulke oogenblikken zijn altijd indrukweklcend en zij getuigen van een goed begin.

Daarop volgt dan de deliberatie, die natuurlijk breedvoerig is geweest. Dan komt de stemming en de uitslag is, dat met 22 tegen 16 stemmen de naam der Vereenigde Kerken zou zijn: „Christelijke Gereformeerde Kerk e n".

Nu zou men toch niet anders verwachten, dan dat men zich bij deze wenken van 's Heeren Voorzienigheid, wat de zijde der doleerenden betrof, had neergelegd, al was het, dat zij het liever anders hadden gezien, al was het dan in heel het proces der vereeniging hun e enigs te nederlaag.

Maar deze menschen, die altijd hadden gezegd, dat de Chr. Geref. Kerk, ik bedoel vóór 1892, geen recht van bestaan had en dat zij zich moest oplossen in de doleerende kerken en dat het dan eerst goed werd, deden dit niet.

O neen, het bericht kwam, dat de vereeniging nu niet kon doorgaan, als dit besluit, wat toch in den rechten weg was genomen, gehandhaafd bleef.

De Chr. Gereformeerden krijgen geen bokske om vroolijk te zijn.

En dan — dan komt het eigenaardige, dan gaat men weer bidden en daarna laat men op deze Synode het besluit, dat e e r 1 ij k en wettig, onder aanroeping van 's Heeren naam was genomen, los, en zoodoende ook den naam en komt de naam „Gereformeerde Kerke n" er voor in de plaats.

Ik zeg nog eens, het is voor mij heelemaal geen principiëele kwestie, maar wel legt deze kwestie getuigenis af, dat de Chr. Gereformeerden alle veeren moesten laten." i)

Deze voorstelling van zaken is niet nieuw. Zij is even oud als de tegenwoordige Chr. Geref. Kerk zelf. Zij werd reeds in de wereld gebracht door wijlen docent F. P. L. C. van Langen, aan wien Ds Jongeleen haar waarschijnlijk heeft ontleend. Van Lingen vertelde al: „Volgens pag, 42 van de „Handelingen der Christ. Geref. Synode" werd de zesde zitting den 14dcn Juni geopend met gebed, waarin Ds Bos voorging, en aan de orde werd gesteld: „Naam der Vereenigde Kerken". In diezelfde morgcnzilling wordt (bladz. 50) besloten met 20 tegen 16 stemmen den naam Christelijk Gereformeerd te behouden. In de middagzitting wordt gehandeld over de wijze, waarop dat besluit aan de Ned. Geref. Kerken zou worden medegedeeld, en met algemeene stemmen (bladz. 51) het voorstel der Deputaten dienaangaande aangenomen, luidende: „dal officieel voor heel het kerkverband de aloude naam geide van , , De Christ. Geref, Kerken in Nederland". Zoolang in eenzelfde plaats de beide formatiën nog niet geheel zijn ineengesmolten, voege men achter den naam „Christ. Geref, Kerk" tusschen twee haakjes den naam van de gracht of straat, waar het gebouw staat".

Op blz. 73 vinden wij, dat de voorzitter mededeelt net bericht van de Synode der Ned. Geref., dat in de vergadering, per telegram saamgeroepen, „na eenparige stemmen aller adviseerende leden met algemeene keus der stemhebbende afgevaardigden is besloten den naam „De Geref. Kerken in Nederland" te handhaven op velerlei gronden". Op voorstel van den voorzitter, om te besluiten, „den broederen op dit punt tegemoet te komen", doet hij, nadat velen het woord hebben gevoerd, het voorstel aan de Synode der Ned. Geref. Kerken te schrijven: De Synode — is van oordeel, dat zij, hoewel teleurgesteld in de hoop, dat de Nedi. Geref. ons zouden kunnen tegemoetkomen, toch voor het aangezicht van God geene vrijheid heeft om ter oorzake van hel wegvallen der bijvoeging „Christelijk" bij „Gereformeerde Kerken in Nederland" de Vereeniging der Gereformeerden in ons vaderland te doen mislukken, besluit: en naam „de Gereformeerde Kerken in Nederland" aan te nemen als den gcmeenschappelijken naam der saamgesmolten kerkengroepen. God biddende, dat Hij, door Zijne barmhartigheid in Christus, den eenigen Koning der Kerk, deze gansche handeling doe strekken tot verheerlijking van Zijnen naam en de wederopbouwing en volmaking der Gereformeerde Kerken in het land onzer vaderen, wier naam wij dragen en naar wier op Gods Woord gegronde belijdenis wij wenschen te leven, met allen, die eenzelfde geloof bezitten". Hierop volgen op dezelfde bladzijde 75: Art. 93. Met het oog op het groot gewicht dezer stemming zoekt de voorzitter hei aangezicht des Heeren. Daarna heeft de stemming plaats. Hel voorstel van den voorzitter wordt met alle stemmen, twee uitgezonderd, aangenomen. „Art. 94. Ds Bouma eindigt deze zitting met dankzegging, nadat vooraf Ps, 100:4 gezongen is." ^)

En dit verhaal spitst docent Van Lingen toe met de opmerking: „dat er eerst gebeden is en er „neen" is gezegd, en nog eens weer gebeden, toen is er „j a" gezegd. Ook Bileam vraagde God en zeide „neen", en om bijredenen, om geld, vraagde hij God nog eens. Toen zeide hij , „ja", en ging mei de verhevene en rijke mannen mede. Toch zegende God Zijn volk, en wat Bileam deed en ondervond, heeft slechts gestrekt lot meerdere verheerlijking Gods".')

Hoe tendentieus echter dit verhaal is, blijkt al uit de vergelijking met de geschiedenis van Bileam. Maar het wordt nog duidelijker als men de moeite neemt, de Acta zelf eens na te lezen. Dan valt het op^), dat Van Lingen wèl vermeldt door welken predikant het gebed en de dankzegging gedaan en met welk psalmversje de vergadering gesloten werd, maar dat hij mei niet één woord rept over de voorstellen, die ter vergadering waren en de beraadslagingen, die daarover zijn gehouden.

Waren docent Van Lingen en Ds Jongeleen volledig geweest, dan zouden zij ongeveer als volgt verteld .hebben: In de zitting der synode van 14 Juni 1892, die als gewoonlijk met psalmgezang en gebed was geojjcnd, waren van al de tien provinciale synodes voorstellen ter tafel inzake den naam der vereenigde kerk, Van deze tien voorstellen deden er slechts vier den voorslag, om in de toekomst den naam van Christ. Geref. Kerk (of kerken) te dragen. En onder deze vier was er nog weer één, n.l. dat van Zuid-Holland, waarin alleen de w e n s o h e 1 ij k h e i d hiertoe werd uitgesproken: wat volgens de nadere verklaring der afgevaardigden nie! te flauw mocht worden opgevat. De vereeniging mocnt naar den wensch van Zuid-Holland niet afspringen op den naam, al begeerde het ook ernstig, den bestaanden naam te behouden. '^) Doch al de overige synodes sloegen den naam voor van (De) Gereformeerde Kerken of Gereformeerde Kerken in Nederland of Vereenigde Gereformeerde Kerken etc. ^)

Reeds bij het begin der discussie was er dus geen eenparigheid. En deze bestond ook niet tijdens de beraadslagingen. De één pleitte voor Christ. Geref., de ander voor kortweg Gereformeerd, waartusschen zich ook nog de kwestie mengde, of men in 't enkelvoud van kerk dan wel in 't meervoud van kerken zou spreken. En de eenparigheid was er evenmin bij de stemming; ze was zelfs kleiner dan bij die over de laatstgenoemde kwestie. Terwijl met 30 van de 38 stemmen hel meervoud lierken verkozen werd boven kerk, stond het bij de kwestie Chr. Geref. of Gereformeerd 22 tegen 16.') En toen hel besluit gevallen was, aarzelde men nog. Wiant toen ontstond er een discussie, of men de gronden van dit besluit — en zoo ja welke — aan de Ned. Geref. Kerken zou mededeelen, Totdat de oplossing hierin gevonden werd, dat men dit wel mondeling door deputaten doen zou, doch de gronden in hel besluit zelf niet zou opnemen. ^) Er was dus bij de afgescheidenen zelf een sterke strooming, die liever Geref. Kerken dan Christelijk Gereformeerd wilde heeten.

Zegt Ds Jongeleen nu; ja, maar, dat besluit is toch eindelijk onder aanroeping van den naam des Heeren wettig en eerlijk genomen en dus ging hel niet aan, om het later weer onder aanroeping van den naam des Heeren los te laten en een ander te nemen — dan is een dergelijke redeneering even onduidelijk als misleidend.

Zij is allereerst onduidelijk. Tenzij Dis Jongeleen bedoelt, dat al die kerkelijke besluiten lx> ven verandering, verbetering, herziening, herroeping of wat ook verheven zijn, welke genomen zijn in vergaderingen, welke geopend werden met gebed.

Nu versta Ds Jongeleen mij goed. Aan den eenen kant wil ik het gebed op onze kerkelijke vergaderingen hoog aanslaan. Het vraagt niet slechts — zooals hij zich uitdrukt — om wenken van de Voorzienigheid, maar om niets minder dan om de leiding van den Heiligen Geest, die aan de Kerk is toegezegd. Maar aan den anderen kant zou ik niet durven beweren, dat het gebed ons nu onfeilbaar waarborgt, dat alle besluiten, op deze ééne, bepaalde vergadering genomen, ook overeenkomstig den wil des Geestes zijn. Indien Ds Jongeleen dit wel meent, had hij dit ondubbelzinnig moeten uitspreken en tevens de plaatsen der Schrift er bij moeten vermelden, waarop zijn opvatting rust. Maar voor zoover ik zien kan, zal zulk een atomistische opvatting van de leiding des Geestes uit de Schrift niet te bewijzen zijn. Het valt niet aan te toonen, waarom, wanneer nieuwe feiten of gegevens zich hebben voorgedaan, de kerk zich niet opnieuw zou mogen beraden en beslissen overeenkomstig de nieuwe belichting, waaronder de zaak nu te staan kwam en die vroeger ontbrak. Het kan toch ook verhooring van het eerst-^opgezonden gebed zijn, dat een nieuwe situatie is ingetreden, en in deze situatie de zaak wederom overwogen en beslist moet worden. Het is in de kerligeschiedenis meer voorgekomen, dat de Geest door de beraadslagingen en slingeringen en worstelingen van verscheidene vergaderingen heen, de kerk eindelijk bracht tot dat besluit, dat Hij bedoeld had. En of dat besluit dan inderdaad overeenkomstig den wil des Geestes is, zal dan beslist moeten worden niet op subjectieve factoren, b, v. of wij er voor gebeden hebben, maar op objectieve factoren, aan Schrift en belijdenis en kerkhistorie ontleend.

Trouwens, als Ds Jongeleen het maar niet over de vereeniging van 1892 heeft, zal hij het hierin geheel met mij eens zijn. Ik vermoed, dat er binnen zijn kerk ook wel eens besluiten op met gebed geopende vergaderingen van kerkeraad of classis zijn genomen, die toch later herzien of misschien zelfs herroepen werden,

Eenigszins anders staat 't, wanneer men als kerkelijke vergadering voor één bepaalde zaak in 't gebed gaat. Omdat de Nieuwtestamentische kerk niet anders dan bij hooge uilzondering door het werpen van 't lol den wil des Heeren mag zoeken te weten te komen, zal zij bij moeilijke en gewichtige beslissingen wel eens in noodzaak komen, om het aangezicht des Heeren voor die ééne, aanhangige zaak opzettelijk Ie zoeken. Zoowel oim nu nog dringender om de leiding des Geestes te smee-

ken, als om zichzelf nog dichter in de tegenwoordigheid Gods te plaatsen bij de beslissing, die thans genomen worden zal. Dil bizondere gebed ligt niet geheel op één lijn met het gebed, dat bij het begin van een vergadering voor alle aan de orde komende zaken wordt opgezonden. En het is niet eerlijk van Ds Jongeleen, dat hij van het gewone gebed, waarmede ook op 14 Juni 1892 de zitting der synode geopend werd, den indruk geeft, alsof dit een bijzondere aanroeping van den naam des Heeren zou geweest zijn; waarna ten slotte de naam van Christelijk Gereformeerde Kerken gekozen is. Die bizondere aanroeping heeft juist een dag later plaats gehad — en het moet vooral Ds Jongeleen iets zeggen, dat toen de eenstemmigheid veel grooter was geworden en de naam van Gereformeerde Kerken met op twee na algemeen e stemmen werd aanvaard.

Trouwens, Ds Jongeleen laat zelf zien, wat hem eigenlijk beweegt, dit alles te schrijven, 't Is hem geen zakelijke, maar een persoonskwestie, 't Is niet, omdat hij den naam van Christelijk Gereformeerd zooveel beter vindt; want hij zwijgt geheel over al de argumenten, die destijds in de discussie gebruikt zijn. Maar hel hindert hem, dat naar zijn oordeel de afgescheidenen alle veeren moesten laten en de doleerenden in alles hun zin kregen. Zij hadden nog niet één nederlaag geleden, en dus was het billijk, dat dit nu eindelijk eens geschiedde bij de kwestie van den naam.

Toch Is ook deze voorstelling van Ds Jongeleen even onjuist als zijn terminologie onbroederlijk is. 't Is bij de vereeniging werkelijk zóó geweest, dat ook wat den naam betreft, de eene partij niet in de andere is opgesmolten, maar dat ieder met gelijke reenten is gekomen en wederzijds een concessie is gedaan. Dit is op de synode van 1892 zelf al beseft en uitgesproken. Dat de afgescheidenen het enkelvoud kerk inruilden voor het meervoud kerken was niet een zich schikken naar de Ned. Geref. broeders, maar het in bezit nemen van den ouden hisloi'ischen naam, dien men eerst na het wegvallen van het reglement van 1869 weer aannemen kon. ^) En verder gaf elke pai-tij wat over. Zoowel de Chr. Geref. Kerk als de Ned. Geref. Kerken gaven het eerste deel van hun naam prijs, zoodat alleen Gereformeerde kerken overbleef.

Met blijdschap constateer ik intusschen, dat de naam voor Ds Jongeleen geen principiëele kwestie is. Dit is gesproken in den geest o.a. van Helenius de Cock, die. terwijl hij niet wilde hereenigen met de Ned. Herv. Kerk, reeds in 1887 schreef: „Wij willen hiervoor (n. 1. vereeniging) wel een reglement prijs geven, ook wel een artikel in de kerkorde veranderen, zelfs ook nog eens weer een anderen naam aannemen, als dat noodig wordt geacht, dit alles raakt het wezen niet."") Maar indien deze zaak ook voor Ds Jongeleen zoo weinig beteekent, had hij beter gedaan om haar geheel te laten rusten, en dan moge hierover ook in de toekomst geen moeilijkheid gemaakt.

F. Het bezwaarschrift.

Hoe nonchalant Ds Jongeleen geschiedenis schrijft, blijkt niet alleen uit de vele onnauwkeurigheden en onvolledigheden, die hij begaat tegenover de Gereformeerden, maar ook uit het feit, dat hij niet eens precies laat afdrukken het officiëele bezwaarschrift, waarop zijn eigen kerk is ontstaan. Behalve andere onnauwkeurigheden laat hij in het vijfde bezwaar weg wal ik thans gespatiëerd laat drukken: „En eindelijk is het ons een overwegend bezwaar voor Gereformeerd te erkennen wat door voorgangeren der Doleerende Kerken in den laatsten tijd in het publiek is uitgesproken en geleerd omtrent de wedergeboorte en den Heiligen Doop",

Toch staan deze woorden zoowel in de officiëele acta 11) als in het afschrift dat b.v. docent Van Lingen in zijn brochure „Waarom wij Christ. Gereformeerd willen blijven" i^) opgenomen heeft. Maar hiermee kom ik tot het hart van de zaak, waarover het slotgedeelte van deze artikelenreeks nog handelen wil.

E. D. KRAAN.


1) t. a. p. 35—37.

2) Verantwoording der getrouw geblevene leden van de Christelijke Gereformeerde Kerk, 6—7.

3) t. a. p. 8. *) Ik laat nu verder rusten andere onnauwkeurigheden, als b.v. dat het besluit niet in de ochtend-, maar in de middagzitting genomen werd; dat het stemmental niet was 20, doch 22 tegen 16, - en vooral ook, dat docent Van Lingenandere clausules uit het besluit geheel weglaat.

4) Acta, art, 70, blz, 45, einde Ie alinea, °) id, , art, 69, •-')• id, , art, 72, • laatste alinea, ') id, art, 73,

9) id., art. 70, blz. 46, tweede alinea. ") In een open brief aan C Dijkman, in „De Bazuin" van 13 Mei 1887.

") art. 36. ") t.a.p., 12—13.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 november 1933

De Reformatie | 8 Pagina's

De Vereeniging van 1892.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 november 1933

De Reformatie | 8 Pagina's