GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Evangelisatie-motieven uit de werken van Mevrouw Bcsboom-Toussaint.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Evangelisatie-motieven uit de werken van Mevrouw Bcsboom-Toussaint.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een scberp duel.

IV.

In de verhouding van den Kanselier en Gideon treedt voorts duidelijk aan het licht, hoe uiterst moeilijk het werk der Evangelisatie onder de intellectueelen en de hoogere standen is.

De ongeloovig intelleclueele staat volstrekt averechts tegenover al wat heilig is. In plaats van met kinderlijk vertrouwen zich aan Gods Woord over te geven, treedt hij veeleer als een rechter en beoordeelaar over den Bijbel op. Van geloot wil hij niet weten; hij huldigt „de rede". In naam der wetenschap en van het „gezond verstand" oppert hij onophoudelijk allerlei bezwaren en bedenkingen tegen de Goddelijke waarheden.

'Wie zich nu er toe laat verleiden, hier óók intellectueel te gaan opereeren, is, het goede spoor ten eeneumale bijster. Tegenover dat hoogwijs standpunt moet eenvoudig de klare eisch van Gods Woord worden gesteld; ook hier moet men niet beproeven via het verstand, contact te zoeken, maar langs den weg van het altijd beschuldigend geweten en van het onbevredigde hart. De simpele vraag: „heeft u daar rust bij; vindt u daar voldoening in? " stoot vaak heel een kaju-tenhuis van verstandelijke redeneeringen in elkaar.

Zoo veel mogelijk, behoort hier ongetwijfeld lenigheid en soepelheid te worden betracht, maar nooit mag dit geschieden ten koste van strakke belijndheid en vastheid. Wie begint met aan de ongeloovigen wat toe te geven, geraakt spoedig van den wal in de sloöt. Moerasgrond biedt geen ba.sis voor krachtige operatie. Onomwonden moet ten aanzien van de geestelijke dingen steeds worden afgewezen de platte tjegrijpzucht, en daartegenover het kinderlijk geloof in het mysterie des heils worden gehandhaafd als de eenig gebaande weg tot vrede en troost. Wde hier bij het woord van Christus: Indien gij niet wordt als een kindeke", Matth. 18:3, positie neemt, zal niet behoeven te retireeren; zélf zal hij niet alleen standhouden, maar ook vrijmoedigheid hebben tot het gebed, dat de Geest des Ileeren den tegenpartij der tot staan, en op de knieën brengen moge. Zóó heeft Gideon den "kamp met den Kanselier gevoerd.

In Florentius zien wij een goed voorbeeld van de wijze, waarop het Evangehsatiewerk onder de hoogere standen dient te geschieden.

Wde tot de aanzienlijken des volks een boodschap recht zal overbrengen, behoort den levenstoon en den levensvorm dier kringen te kennen. Onhandig optreden bederft hier alles. Wat openbaart Gideon in zijn houding tot den Kanselier een uitnemende kieschheid, nederigheid en toch ook gepaste fierheid en beslistheid. Hoe kent hij de plaats, die hij ten opzichte van zijn pleegvader behoort in te nemen. Wat weet hij het juiste oogenblik uit te kiezen en af te wachten, diep er van overtuigd, dat een ontijdig woord, ofschoon voordeel beoogd wordt, veel schade kan doen.

Zoowel de hoogere standen als de intellectueelen zijn veel meer ontoegankelijk voor het Evangelie van Gods genade in Christus dan de armen en geringen des volks. Zooveel openhartigheid als men bij de laatsten dikwijls aantreft, zooveel afgepaste teruggetrokkenheid en geslotenheid vindt men vaak bij de aanzienlijken. Het woord van Christus wordt hier telkens vervuld: Hoe bezwaarlijk zullen de rijken ingaan in het koninkrijk Gods". Matlh. 19:23.

Iemand, die in een poel van zonde is verzonken, zal licht er van te overtuigen zijn, dat het slecht met hem staat, en dat hij redding behoeft, óók al is hij ongezind, zijn zondigen weg te verlaten. Daarentegen, wie zich hoog en voornaam gevoelt door zijn stand en vermogen; wie door fijne beschaving in het uiterlijke altijd correct en uiterst gemanierd is, de Kanselier spreekt het onomwonden uit, is allerminst geneigd, „zóó laag een stelling" in te nemen als het Evangelie van den mensch als zondaar toch volstrekt eischt. Hiertegenover staat het ontzettende feit, dat de hoogere standen meerendeels met de religie finaal hebben gebroken. Dientengevolge is de onkunde ten aanzien der geestelijke dingen daar vei-bij ster end groot, en ontbreekt er veelal alle zondebesef. Daardoor inu wordt ons juist de weg gewezen, dien wij hebben te gaan. Hoe rijk en hoe hoog geplaatst iemand ook zij, voor God is hij evenwel mensch en verloren zondaar. Daarom moet hetzelfde Evangelie hem worden bekend gemaakt als aan de armen. Want er is maar één Naam onder den liemel gegeven tot zaligheid. Doch wat den vorm betreft, waarin het woord hier gebracht wordt, zal er ongetwijfeld verschil zijn met de wijze, waarop tot de geringen des volks wordt gesproken. In den apotheek wordt voor de zieken uit de rijken en uit de armen hetzelfde medicijn bereid, alleen de verpakking is voor de „busklanten" anders dan voor wie „het betalen kan".

Overigens toont Gideon op treffelijke wijze, dat het woord, hetwelk gebracht wordt, behoort te zijn, liartelijk en teeder. Gemoedelijlc in gezonden zin; iets wat men in die kringen uiterst zeldzaam vindt.

Eindelijk zal de stille kracht van den Christelijken wandel en het in zijn omgeving altijd getrouw uitkomen als Christen, gelijk dit bij Gideon het geval is, niet nalaten, krachtigen invloed te oefenen, zij het ook dikwijls in het verborgene.

Om de groote moeilijkheden, die er aan verbonden zijn, mag deze arbeid echter niet ongedaan blijven. De Heere wil ook in de hoogere standen verheei-lijkt worden. Doch door het buitengewoon moeilijke van het werk is dit een terrein, waarvooi; men meestal meer bidden dan werken kan. Ook Gideon beseft dit ten volle. Als hij, na het conflict met den Kanselier, zich geschokt en gewond gevoelt, trekt hij zich in de eenzaamheid terug, om zijn geprangd gemoed, als Hanna op Silo weleer, uit te gieten voor den Heere. „Mijn kracht ligt meestal in mijn zwakheid", had hij den Kanselier geantwoord. En hij wist bij ervaring, dat in ons leven door het gebed evenwicht kan ontstaan tusschen de taak, die wij hebben te vervullen en de kracht, die ons toevloeit. Als de smart den Christen ter aarde werpt, richt de engel des gebeds hem weer op. En wanneer wij naar ons beste welen onzen plicht hebben vervuld, mogen wij al 't overige rustig Gode toevertrouwen.

Schijnbaar had Gideon in zijn worsteling met den Kanselier de nederlaag geleden. Zijn geschokt gemoed had behoefte aan de eenzaamheid. Hij had de hulp van het gebed noodig, om die vlam van liefde voor den Heere te versterken in het hart, welke alleen kracht geeft om de versmading en vervolging der menschen te dragen.

Zoo bad dan Gideon, en in het gebed voelde hij de waarheid van het troostwoord des Heeren tot den vermoeiden discipel: „Mijn genade is u genoeg". Toen verwisselde de noodkreet zijner ziel met een juichtoon der dankbaarheid aan den Heere.

„Neen hij kwam niets te kort bij den wijsgeer, neen, hij had niet te veel als deze, hij had ge-i n o e g !

Men zag het hem aan, toen hij' later in den familiekring binnentrad. De helderheid van zijn blik, rustig en toch levendig, of er hemelglans uit lichtte, de blijmoedige glimlach op het zacht gelaat, waar nog de blijde glimlach der heiligste verrukking op gloeide, tot zelfs de lichte tred van zijn voet, die geen last des lichaams scheen Ie torsen, alles zeide het hun, die vermoeden kon-i den, dat hij een ure van zielestrijd had doorleefd, dat deze geëindigd was in een overwinning, en de Kanselier, hem dus ziende, werd versterkt in de overtuiging, dat het hem éérder mogelijk zou zijn een vasten vrede te stichten tusschen Leycesler en Barneveld, dan Gideon af te trekken van zijn keuze".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 december 1933

De Reformatie | 8 Pagina's

Evangelisatie-motieven uit de werken van Mevrouw Bcsboom-Toussaint.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 december 1933

De Reformatie | 8 Pagina's