GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Stanley Jones over de eenheid.

Dr H. Kaajan deelt in „Utr. Kb." mede:

In het Mei-nummer van „Kerkopbouw", orgaan van de vereeniging van dien naam, wordt het handschrift gepubliceerd van een boodschap van Dr Stanley Jones aan de kerken van Nederland. J

Hier volgt dan de vertaling der „boodschap", ook uit \ Dr Kaajan's artikel overgenomen: '

„De Christelijke Kerk in Holland heeft vele dingen die haar tot aanbeveling strekken, doch zij heeft eenheid noodig. Een kerk die in eigen boezem geen eenheid bezit, heeft geen zedelijk gezag in een verdeelde!'; ; wereld. Wij kunnen geen volkeneenheid eischen, in-[ dien wij als kerken in een eenheid niet gelooven.

De Christelijke Kerk is één, indien zij zich daarvan slechts bewust is. Wij hebben deel aan de diepst mogelijke eenheid, namelijk aan de eenheid van een gemeenschappelijk leven in Christus. Aangezien wij in het centrum eenheid bezitten, moesten wij deze ook in de periferie openbaren.

Verdeeldheid beteekent verraad aan de broederschap.

Laat de Kerk in Holland hare soüdariteit gevoelen, dan zal zij een kracht worden in dit land. Wanneer zij echter haar kracht door droevige verdeeldheden opheft, zal zij op de her spelen, terwijl Rome in brand staat.

Christenen in Holland, vereenigt U!"

Dr Kaajan voegt er aan toe:

Dit herhaalde aandringen op openbaring (ook naai' buiten) van de eenheid der Christenen doet wonder sympathiek aan, maar zal weinig resultaat afwerpen.

Trouwens, niet slechts in Nederland, ook in andere landen is het Protestantisme hopeloos verdeeld. En zelfs Amerika, het geboorteland van Stanley Jones, maakt daarop heusch geen uitzondering. Waarom behoort Stanley Jones zelf tot de Episcopale Methodis-|i tische Kerk? Waarom is hij Methodist? En waarom is hijbisschoppelijk Methodist? Daarvoor zal hij toch een plausibele reden hebben en kunnen aangeven.

Wehiu, zoo meent ook in Nederland iedere kerk, dat zij voor haar geïsoleerd staan van andere Kerken een zeer geldige reden heeft.

Volkomen juist opgemerkt. De eenheid wordt niet nabij gezucht; men kan ze alleen bereiken door de velschillen te t o e t s e n aan de waarheid.

De korte en de lange weg.

Via „Geref. Kb. Apeldoorn" citeer ik Ds H. Veldkamp uit „Friesch Kbl.":

„In de Joodsche synagoge worden bepaalde personen naar voren geroepen, om de wet te lezen.

Ds van Nes deelt mee, dat de opgeroepene da» langs de kortste weg naar de wetrol gaat en de langste weg neemt, om naa.r zijn plaats terug te gaan.

Waarom?

Wel, hij geeft daarmee te kennen, dat hij blij iSi er heen te gaan, en verdrietig weer terug te moeten keeren.

„'kD'acht zoo aan onzen kerkgang" schrijft Ds Veld-] kamp er onder.

Ik ook. Maar 'n troost is, dat 't maar een symb"'! 1 i s c h e handeling was.

Het vergeten wonder.

In „Overtoomsche Kerkbode" schrijft X:

Het vergeten Wonder.

„De dominé's moesten meer spreken over den Heiligen Geest." Aldus een boer, ergens in het Geldersche achterland, gebogen over zijn spa, in een oogenblik van rust, tot zijn makker op den anderen akker.

Deze eenvoudige had gelijk.

De dominé's moesten....

De geheele kerk moest....

De geheele wereld moest....

Wat is er van het Pinksterwonder overgebleven? Een historische herinnering voor wie er nog aan denken.

N.B. een historische herinnering aan water voor wie verdorsten in een woestijn! Om aan bet vloeken te slaan! Of om aan het bidden te slaan! De louter historische herinnering vervloekend en biddend om presente werkelijkheid.

Hoort hoe het in de verte ruischt!

Christus heeft Zijn Heiligen Geest beloofd aan ieder, die verdorstend bidt.

„De dominees moesten...." zei de boer.

Maar de boer had de pers van het H. V. niet gelezen , (ook genoemd blad behoort daar toe).

Anders had hij wel opgepast voor zoö'n zinnetje. De man zou dan geweten hebben, dat volgens deze vergeten artikelen de Heilige Geest (God) geen object worden mag of kan, en dat een wonder wonder blijft, en daarmee uit. Die boer en die X, ze hebben te weinig van „Overtoomsche K.bode" begTepen.

Christus „gedeeld"?

In „Scester Kb." schrijft Ds W. Schouten, Westbroek, over 't Afscheidingsnummer van „Ons Eigen Vaandel":

De bekende Amsterdamsche predikant Dr Kromsigt opent met een „meditatie over de Afscheiding", naar aanleiding van 1 Oor. 1 vers 13a: „Is Christus gedeeld? "

Er is veel, dat Ds Schouten met instemming las. Maar toch, —:

Dr Kromsigt acht op grond van Gods Woord de Afscheiding van 1834 te veroordeelen. Toen we dit lazen, gingen we snel zoeken naar bewijs van deze gedurfde stelling in zijn artikel, dat meditatie heet. Maar we werden bitter teleurgesteld. Geen schijn ervan vonden we zelfs. Wel citeert hij Zach. 4:6: Niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijnen Geest zal het geschieden". Maar met welk recht beweert Dr K. dat Gods Geest niet in deze geloofsbeweging werkte? En was de „kracht" en het „geweld" niet juist tegen de Afscheiding? En dat ondanks de „Synodale kracht" en het „soldatengeweld" de Afscheiding toch doorging en de Kerken der Afscheiding bloeiden, moet dat ook Dr K. niet leeren dat de kracht des Geestes Gods in dit alles werkte? Laat het toch eens uit zijn met dat op den Wank af oiteeren van Bijbelteksten als wij meenen ze voor onze beschouwing te kunnen gebruiken en ze pasklaar te maken voor ons arm-menschelijk-gedacht systeem.

Trouwens, zoo vraag ik bescheiden, gebeurt dit ook niet met den tekst dien Dr K. kiest als uitgangspunt voor zijn meditatie? Paulus legt de vraag: Is Christus gedeeld? voor aan de gemeente van Gorinthe, die den Christus der Schriften beleed. Zeker, onder hen was verscheidenheid, de verscheidenheid waarvan Dr K. schrijft dat ze steeds voorkomt en die niet mag voeren tot een scheur in de Kerk. Maar die verscheidenheid bracht biji niet één het verwerpen van den Christus. Tegen hen kan Paulus zeggen: „Is Christus gedeeld? ", omdat die verdeeling in Corinthe's gemeente dreigde. Maar kan men die vraag van Paulus nu maar zonder meer overbrengen op een kerkelijk genootschap, waarin men voor een deel den Christus wel verwerpt? Dat lijkt mij' weer te veel op den klank af citeeren van een tekst waarbij wel alle nadruk valt op 't woord „gedeeld" en te weinig gelet wordt op „Christus", op het lichaam van Christus. En \iolgens Dr K. hoeren tot het wezen der Kerk Woord en Sacrament, tot het welwezen Tucht en Kerkorde. En als ik Dr K. goed begrijp, bedoelt hij: Zoolang het wezen der Kerk er is, is er geen reden tot afscheiding. Maar nu vraag ik weer: Was bij de Afscheiding niet terdege het Woord irf" geding, de zuivere prediking van het Woord van. God en ging het dus niet ona het wezen der Kerk? (

Met dat „wezen " en „wei-wezen" kan men heel wat klaar spelen. Ik vrilde Ka, rl Barth daar wel eens over' hooren. - : ; '? ^-*: ^'--.-'\jiSA't'i; rf--i-f|-

Overigens heb ik in dit blad al eens herinnerd aan de exegese van Prof. Grosheide: Is Christus toebedeeld?

Nederlandsche Stichting voor Psychotechniek.

, J)e Hervorming" (vrijzinnig) schrijft:

„April doet wat hij wil", zegt de volksmond; hij geeft mooie dagen, regenvlagen en soms ook een witten hoed, naar het hem zint. Dit jaar hebben wij, wat het weer betreft, van de grilligheid van de vierde maand niet veel bemerkt. Maar op geestelijk gebied bracht hij Iets ongedachts. Dat dit juist in de maand April viel, wekt het vermoeden, dat de onderstelling van samenhang tusschen 'smenschen geest en de kosmische krachten, misschien nog zoo dwaas niet is. Bedoelde ontdekking toch is juist in die onberekenbaarste van de twaalf maanden des jaars het meest op haar plaats.

De Nederlandsche stichting voor Psychotechniek, samenwerkend met het Gemeentelijk Bureau voor Beroepskeuze te Utrecht, aanvaardt als eerste gegeven voor haar oordeel over het karakter en de geschiktheid van kinderen zoowel als volwassenen, voor wie haar advies wordt ingewonnen, , de horoscoop van den betrokkene.

Leek dit eerst een pikant krantenberichtje, uit het onderzoek, dat Dr W. H. C. Tenhaeff op verzoek van de Hoofdredactie van het „Utrechtsch Dagblad" heeft ingesteld — wij zien in de uitnoodiging daartoe de wijze hand van den ons welbekenden nieuwen Hoofdredacteur — blijkt, dat het inderdaad waar Is en dat, gezien eene door de directeuren der instelling geschreven brochure, het licht uit de sterrenwereld voor hen als eerste aanwdjzing voor psychologisch inzicht ten aanzien van een bepaald persoon geldt. — Wie gedisponeerd zijn tot het toekennen van groote waarde aan „occulte krachten", zullen dit met genoegen vernemen; want hoeveel ook van „geloovlge zijde" — ik neem dien term nu in het algemeen — op de wetenschap wordt afgedongen, zulk een goeden naam heeft zij toch nog altijd wel, dat erkenning van den kant der officiëele wetenschap, als creditpost wordt geboekt.

Goed, dat we dit weten. Het is een reden te meer, om voorzichtig te zijn, ook met deze poging, om het erfelijkheids-en verantwoordelijkheidsvraagstuk nog meer te bederven, dan toch reeds het geval is.

PredikantsvTouwen.

„De Hervorming" (vrijzinnig) schrijft over

het voorloopig program van eene tot stand gekomen Commissie van en voor predikantsvrouwen, of wie dit hopen te worden, waarover te lezen staat in een deilaatste nummers van „De Schatkamer". Het vormt een tegenhanger van hetgeen in de kringen van predikanten en aanstaande predikanten als noodzakelijk wordt gevoeld en waarvan wij melding maakten in de vorige „Hervorming". Willen laatstgenoemden opleiding in en voor de praktijk, de eersten beoogen voorbereiding voor de taak, welke haar in de pastorie wacht en onderlinge voorlichting voor wie de taak van predikantsvrouw hebben aanvaard. Eene uitnemende gedachte, want evenals het doktersgezin, of liever meer nog dan dit, neemt het predikantsgezin, vooral in dorpsgemeenten een eigenaardige plaats in. In de pastorie is de pastoorske voor haar man „eene hulpe, die om en bij hem is" in ruimer zin, dan waarin het oude trouwformulier dit bedoelt; bovendien is haar invloed in de Gemeente niet te onderschatten. Ervaren kerkeraadsleden zijn dan ook terecht gewoon bij het vervullen van een predikantsvacature te letten op haar, die de te beroepen dominee meebrengt. De ervaring heeft hun geleerd, dat daarvan zoowel ten goede als ten kwade veel afhangt.

En hoewel nu niet alle dingen te leeren zijn en een zekere mate van jonge dwaasheden en onhandigheden in de eerste jaren in de pastorie, nuttig zijn ter bekeering van de betrokkenen, is er veel voor — zooals geopperd wordt — dat de aanstaande domineesvrouw, die van huis niet bekend is met de bijzondere sfeer en bemoeienissen in het domineesgezin, tegen haar trouwen eens een tijdje bij een oudere en wijzere toekomstige collega in de leer gaat. De najaarsmaanden, waarin het Gemeenteleven op volle kracht staat, met het Kerstfeest tot besluit, lijkt ons daarvoor de geschiktste tijd.'

De vraag, of het dezen kant uit kèn, zullen we maar aan de dames ter beantwoording overlaten. Als we maar geen Bond voor Bezorging van Logies aan Candidaten voor het Predikantsvrouwschap krijgen, is 't mij verder goed. Het leven gaat toch zijn gang met zijn illusies en desillusies, cursus of geen cursus.

We gaan naar 't Oosten.

Terwijl de straatjongens voor mijn kamer elkaar loopen te verzekeren, dat ze gaan naar Rome, vertelt „De Hervorming" me iets van den gang naar 't Oosten, dien we, met name na het optreden (naar buiten en vooral naar binnen) van Rudolf Otto al vaker volbrengen, den gang naar 't Oosten. Oost en West zijn twee, maar al meer loopen die twee gevaar zich aan elkaar te nivelleeren. Ondanks zeker het tegendeel verzekerende rijmpje, dat juist zóu zijn, als het Oosten Oosten bleef, en het Westen Westen. Thans heeft de heer graaf Keyserling weer een boek gegeven: „La revolution mondiale et la responsabilité de 1'Esprit" (Paris, Stock). Het Oosten zoekt naar een waarheid, die boven de „tegenstellingen" van ja en .neen, goed en kwaad, boven en beneden, goddelijk en menschelijk, hemelsch en aardsch, verheven ligt. Want al die „tegenstellingen" zijn even zoo veel , ', eenzljdigheden", die de naar de Uebergegensatzlichkeit strevende „geest" tenslotte overwint. Gedachtig daaraan leze men uit „De Hervomiing" deze interpretatie van Keyserlings meening:

Men moet Keyserling geen dualist noemen, want hij ziet deze tegenstelling in een noodzakelijk eenheidsverband. Er is een rhythme in de wereld, die op een overheerschen van de aarde een overheerschen van den geest doet volgen en omgekeerd. Wij hebben eeuwen en eeuwen achter ons van een overheerschen van den geest, althans in het theoretisch bewustzijn. K. ziet hier vooral den invloed van het Christendom maar toch ook van andere geestelijke stroomingen als het philosophisch idealisme. Volgens hem (mochten wij een enkele maal verzuimen dit erbij te zeggen, dan zal toch wel duidelijk zijn, waar K. aan het woord is) waren wij daaimede in een slop geraakt, de vooroorlogsche wereld had geen perspectief meer. Nu slaat de slinger ver naar den anderen kant door, vooral bij de jeugd, die den voor-oorlogschen tijd niet meer gekend heeft. De revoluties van deze eeuw hebben een geheel ander karaklSr dan die, van welke de Fransche het meest kenmerkend voorbeeld was. De laatste stamde uit de rede, de eerste uit de aardmachten en hij schijnt hier tusschen bolsjewisme en fascisme niet het minste onderscheid te maken.

De jeugd is ver komen te staan van voor-oorlogsche cultuur en religie. K. verdoezelt hier niets. Er i s hier barbaarschheid. Het type van dien aard heeft den temmer noodig in plaats vwiïïen geestelijken gids, het gaat hier niet erom te overtuigen maar om te suggereeren, door eenvoudig te zeggen, hoe het is. Ons dunkt dit alles, zacht gesproken, erg genoeg. Maai' K. spreekt ons dit tegen. Volgens hem is hier noodzakelijke eenzijdigheid, die een even noodzakelijke eenzijdigheid afwisselt. Er is dan ook geen sprake van, dat een enkel aan de aarde georiënteerde eenzijdigheid het laatste woord behoudt, K. is hier optimistisch tot in het naïeve. De „aardschen" zijn de authentieke voorloopers van een nieuwe geestelijkheid (p. 41): „en daarom hebben wdj het recht te bevestigen van nu af aan, dat het eindelijk doorbreken van den opstand der aardsche machten niet zal zijn de definitieve heerschappij van deze over het aardsche leven, maar integendeel een revolutie van geestelijke orde, leidend tot een nieuw evenwicht van de individueele ziel" (p. 192). Alles toch heeft zijn tijd en bereidt in het v/ereldleven eigen tegendeel voor. Echter behoeft geenszins hierop gewacht te worden. Ook in het heden heeft de Geest zijn taak. Hierover schrijft K. inderdaad goede en schoone dingen. Om te beginnen waar hij onder beroep op oud-chineesche wijsheid wijst op het noodzakelijke van juiste „designations" - met „duidingen" gelooven wij dit woord het best te vertalen.

K. acht het een valsche designatie de Menschheid te willen constitueeren door politieke middelen. Het nationalisme is zaak van de aarde-machten, omdat natie tot het aardsche behoort en zoo ook politiek. Maar menschheid is zaak des geestes en evenzeer is nu noodig een apolitieke idee gelijk die van de Menschheid als in de Middeleeuwen de eveneens apolitieke idee van de Christenheid.

En zoo komt ook al weer de heer Keyserling het leger versterken van hen, die ons van de konkrete daad der gehoorzaamheid af willen helpen. Barth doet het met zijn paradox, Otto met zijn Uebergegensatzlichkeit, de heeren Haitjema, Buskes, Miskotte, Geelkerken met hun uit dit alles getrokken mengsel van ideeën, de Eranoskring in Duitschlcind werkt ook weer mee, en het eind is: prijsgeving van het koninkrijk Gods, zooals we het tot nu toe hier konkreet wilden openbaren door gehoorzaamheidsbetoon aan de ordeningen Gods. De politieke leiding achte de theologische geschillen niet gering.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 mei 1934

De Reformatie | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 mei 1934

De Reformatie | 8 Pagina's