GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Johann Sebastian Bach. Complete Organ Works.'

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johann Sebastian Bach. Complete Organ Works.'

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

A critico-practical edition in eight volumes by Charles-Marie Wider and Dr Albert Schweitzer.

Reeds enkele jaren geleden mocht ik terloops opmerken, dat bij den bekenden Amerikaanschen 1 uitgever van muziekwerken, G. Schirmer te New York, een zeer belangrijke nieuwe uitgave van Bachs orgelwerken was verschenen door samenwerking van den welbekenden Parijschen organist en professor van het Conservatorium, Charles-Marie Widor, zelf een uitstekend compöhist en groot Bachkenner, en van Dr Albert Schweitzer, toen nog privaat-docent aan de Universiteit van

Straatsburg ea organist van de Bachvereeniging te Parijs, tegenwoordig bekend door zijn werk als zendeling in Afrika en zijn orgelconcerten tijdens zijn verblijf in Europa, waarvaia ook heel velen in ons land genoten hebben. Erg bekend is deze nieuwe uitgave tot op heden in ons land niet geworden, alhoewel hel eerste deel van het werk reeds in 1912 is uitgekomen. Dit kan zeker niet worden geweien aan de mindere belangrijkheid van de uitgave; misschien is de prijs een beletsel geweest, dat echter, door de daling van den dollar tot ongeveer drie vijfde van de oorspronkelijke waarde, nu is weggevallen.

De auteurs hebben den tekst gebaseerd op de uitgave van het „Bachgesellschaft" en zijn zóó gekomen tot een critische uitgave, die tracht de werken te geven zooals Bach zelf ze heeft geschreven, wat vooral moeilijkheden oplevert met een groot aantal orgelwerken, die alleen tot ons gekomen zijn in afschriften van leerlingen of vrienden van Bach en waarvan de autographen verloren zijn. Serieus werk is in dit opzicht door het „Bachgesellschaft" geleverd. De uitgave, waarin het „Bachgesellschaft" zijn nasporingen bekend maakte, is wat vorm en afmetingen betreft te onhandig voor practisch gebruik, en te duur; Schweitzer en Widor hebben in hun uitgave gezorgd voor een handig formaat.

De speler krijgt den tekst in zijn traditioneelen vorm voor zich, zonder eeuige toevoeging, die niet door Bach zelf eraan toegevoegd is. Hier is niet, zooals in andere uitgaven voor practisch gebruik, de tekst voorzien van vingerzetting en pedaalaanwijzingen, phraseeringsbogen, regislratie-noteeringen enz. Dit kan onnadenkend navolgen van anderer opvatting tengevolge hebben of moet den speler, die er een eigen meening op na houdt irriteeren. Hel praclische van de uitgave is te vinden in de zeer uitgeljrcide en belangwekkende bespreking der composities in hel voorwoord voor ieder deel. Om het volgen der opmerkingen te vergemakkelijken hebben de auteurs in den tekst, die zeer duidelijk gedrukt is, om de 5 maten cijfers geplaatst, die het aantal malen aangeven.

Wie Schweitzer heeft hooren spelen, zal er van overtuigd zijn, dat liet streven naar een eenvoudige uitvoering van Bachs werken in deze besprekingen telkens valt op te merken, niet de virtuositeit van den speler moet door de luisteraars worden opgemerkt, waarachter dan Bachs schoone compositie schuil gaat, maar Bach zelf moet tot hel publiek spreken, als zijn kunstwerk wordt uitgevoerd.

De volgorde, waarin de werken zijn opgenomen, is ook van beleekenis. De schrijvers geven in het eerste deel preludia en tugae uit de jeugdperiode van Bach, het tweede deel geeft ze uit het begin van zijn meesterperiode, terwijl het derde en vierde deel de preludia en tugae geven van den voldragen meester op het orgel. Evenals Bach in zijn „Wohltemperiertes Klavier" nemen de auteurs in elk deel de werken op volgens de volgorde der toonladders, waarin ze geschreven zijn, omdat het onmogelijk is nauwkeurig de clironologische volgorde vast te stellen, terwijl het vlug opzoeken der werken door de gevolgde wijze van opnemen wordt vergemakkelijkt. Het vijfde deel geeft tenslotte de orgelconcerten en orgelsonaten.

In het eerste deel is behalve de bespreking van de daarin opgenomen werken een groot aantal algemeene opmerkingen opgenomen (niet minder dan 22 pag.), die moeten dienen om de preludia en fugae een betere uitvoering te bezorgen. Laat ik heel beknopt enkele opmerkingen weer mogen geven, in de hoop, dat daardoor velen lot ernstige bestudeering van dit voorwoord zullen overgaan, wat zeker het muzikaal genot bij spelen en hooren hooren van Bachs werken zal bevorderen. Wal het tempo betreft maken de schrijvers de opmerking, dal de duur van de kortste notenfiguur moet bepalen hoe hel tempo zal zijn. De noten van den koristen tijdsduur moeten duidelijk klinken en niet den indruk van overhaasling geven. De muzikale hoorder, die geen organist is en de werken van Bach niet uil het hoofd kent, zal vaak het langzame tempo waardeeren, omdat hel werk nu duidelijk voor hem is, terwijl de hoorder-organist dit tempo te langzaam acht. Neem dus het tempo altijd wat langzamer dan men denkt dal het moet zijn. De orgels, waarop Bach moest spelen, hadden een zwaren druk noodig en de toetsen moesten ver worden neergedrukt, wat het vlugge spelen, zooals dat op de moderne orgels mogelijk is, niet toeliet; slechts moderato spelen was mogelijk. De verschillende tempi van Bach liggen ook niet zoo ver uit elkaar, als dat tegenwoordig het geval is, het vivace van Bach stemt overeen met een levendig moderato, het adagio met een niet te langzaam andante, terwijl het alia breve teeken geen verdubbeling van het tempo aanduidt.

Het orgelspel van Bach en zijn zoon Friedemann moet een onbeschrijfelijke bekoring gehad hebben voor de luisteraars. Dit werd niet enkel teweeggebracht door hun virtuositeit. Hel geheim lag voor een groot deel in hun bekwaamheid de orgeltoon door hun phraseering te bevrijden van zijn stijfheiu. Het phraseeren moet in de plaats treden van het accentueeren van de afzonderlijke noten, wat immers o, p het orgel onmogelijk is. De meeste thema's van Bach zien er uit of ze voor strijkinstrumenten geschreven zijn. Het correct spelen van een orgelfuga eischt een uitvoering alsof strijkinstrumenten het werk spelen. Herhaalde noten geve men niet meer dan den halven tijdduur. Het moderne staccato kon niet worden gemaakt op de orgels uit Bachs lijd. Als Bach een punt boven een noot schrijft moet de toets lang­ I zaam worden losgelaten, slechts even korter dan den eigenlijken tijdduur moet de noot hebben zoodat men den indruk krijgt als van een tweetal noten door op-en neerstreek gescheiden bij hel vioolspel. Het phraseeren der onderdeelen groeil moliefsgewijzc uit de phraseering van het thema. Ook de pedaalpartij moet duidelijk gephraseerd worden, opdat niet alt en tenor door de dichtheid van de baspartij zonder phraseering voor den hoorder verloren gaan.

Wat de registratie betreft, merken de schrijvers op, dat de allereerste regel moet zijn, dat de heldei-heid en duidelijkheid niet mag worden geschaad door de registratie. Alles wat de toon zwaar en het samenspel ondoorzichtig maakt, dient te worden vermeden. Nooit sterkte van loon ten kost« van duidelijkheid, de hoorder moet alle stemmen nauwkeurig ktm^nen volgen.

De organist, die in de eerste plaats afwisseling en verrassend effect wil teweeg brengen door zijn registratie, verminkt den opzet van het stuk, maakt dal de hoorder geen goed begrip van het stuk kan krijgen. Hel ontwerp, de ontwikkeling van een preludium of fuga moet worden bestudeerd, men moet uitmaken wat hoofdthema en wat neventhema is, men moei de verschillende preludia's en fugae met elkaar vergelijken om zoo tot een juiste registralie te komen.

De aard van het orgel is niet gewijzigd door de moderne verbeteringen, mooier grondstemmen en mixturen dan die van Silbermann zijn niet gemaakt, alleen is de aanspraak van Gamba's en Salicionalen correcter, evenals die van de tongwerken. De voordeelcn van het moderne orgel achten de schrijvers 'drieërlei, n.l. het malfkelijk koppelen van het pedaal aan de manualen en van de manualen onderling, het toepassen van de zweikast en het gebruik van de talrijke hulpmiddelen om snel en herhaaldelijk van toonkleur te veranderen. Zij willen gaarne van deze voordeelen gebruik maken ook bij het spelen van Bachs werken, mits omzichtig en weloverdacht. De nevenmanualen moeten niet te zwak zijn vergeleken met: het hootdmanuaal en niet alleen gTondsteramen 1 vanj 8, 4 en 2 voet, maar ook mixturen en tongwerken bevatten, een eisch waaraan helaas heel wat 1 moderne orgels niet voldoen. De zwelkast kan ' prachtig effect sorteeren, als werkelijk een flink aantal registers in de zwelkast is geplaatst. Wanneer men met gekoppelde manualen speelt en gesloten zwelkast, kan men op het tweede manuaal geleidelijk mixturen en tongwerken bijzetten zon-] der dal het klankeffect van de gecombineerde manualen sterk wordt gewijzigd. Door het openen van de zwelkast wordt het effect van de toegevoegde mixturen en tongwerken naar voren gebracht. We krijgen een volkomen controleerbaar crescendo, dal eindigt in een vol orgel van be-, perkten omvang, want alle soorten stemmen zijn nu aanwezig. Men kan nu op de andere manualen geleidelijk mixturen en tongwerken toevoegen zonder hinderlijk effect, want de toegevoegde registers versterken wel, maar veranderen het karakter van hel geluid niet, daar de mixturen en tongwerken van het zwelmanuaal al aan staan. Slechts ^ dan wordt de zwelkast juist gebruikt als de luisteraar hel gebruik ervan niet opmerkt.

Bach was eenmeester in 'tregistreeren, maar dit wil niet zeggen, dat hij tijdens het spelen van een preludium of fuga belangrijke wijzigingen in' de registratie aanbracht. Wie de oude orgels kent met zijn lange, moeilijk uit te trekken knoppen, ^ weet dal slechts geringe wijziging in de registratie ï: mogelijk was gedurende het spelen. In koraalvoorspelen of trio's werden in den regel in het geheel geen veranderingen aangebracht in de registralie. ^ Vóór het spelen koos Bach met groote nauwgezetheid zijn registers, waarmee hel heele stuk werd gespoeld.

Van evenveel belang als de algemeene opmerkingen, zijn de besprekingen van de opgenomen werken in hel voorwoord van den band, waarin ze zijn saamgevoegd. Met groote nauwkeurigheid, onder gebruikmaking van de cijfers in de composities aangebracht, wordt werk voor werk besproken wal phraseering, registratie enz. betreft Verschillende mogelijkheden worden aangegeven, terwijl de schrijvers daarnaast andere en eveneens juiste opvattingen mogelijk achten. Jammerj dat de oorlog ook dit zoo uiterst belangrijke werk heeft onderbroken. Van de in hel voorwoord beloofde acht deelen, zijn er slechts vijf uitgekomen, de laatste drie waarin de sclirijvers beloofden de koraalvoorspelen en koralen te geven, met daarbij afgedrukt de woorden (wat ze van ^oot belang achtten voor de opvatting en uitvoering van deze werken) zijn niet verschenen. Het gedeelte dat verschenen is wenschen we echter ook in ons land een zeer ruim debiet toe, want onder de uitgaven van Bachs orgelwerken is deze ongetwijfeld de beste. -

D. STROO.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 oktober 1934

De Reformatie | 8 Pagina's

Johann Sebastian Bach. Complete Organ Works.'

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 oktober 1934

De Reformatie | 8 Pagina's