GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Reformatie in de Classis Neder-Veluwe 1592-1620.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Reformatie in de Classis Neder-Veluwe 1592-1620.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

IV.

Bestuur en beheer. Elke plaatselijke kerk is een éénheid, en de wijze waarop thans in de 20ste eeuw de kerk bestuurd en hare goederen beheerd worden heeft de oude kerk nooit gekend. Dit gereformeerde beginsel, oftewel de eigenlijke practisclie toepassing, is van de laatste halve eeuw, en in dal tijdsbestek door de vrije-kerk-idee pas goed toegepast en consequent doorgevoerd.

Toen de verschillende kerspels tot de Reformatie toetraden, poogde de Classis overal kerkeraden aan te stellen, en waar die behoefte uit de Gemeente zelf oj)kwam om zoo men het noemde „een besloten kerckenraedt" te mogen hebben, deed de Classis direct via de deputaten stappen om daartoe te komen.

Nu meene niemand, dat zoo'n kerkeraad ook direct de beheerszaken over de kerkelijke goederen in handen kreeg. Deze berustten gelijk vóór de Reformatie bij „kerkmeesters". Tijdens den Pastoor werden die kerkmeesters gelijk nog heden bij Rome door hem voorgedragen aan den Bisschop en die doet de benoeming. Maar in parochies waar het recht om een pastoor aan te stellen berustte bij een Graaf of Hertog van een Landschap, ging het met de benoeming van Kerkmeesters ook weer anders. Meestentijds werden, althans in Gelderland, de kerkmeesters door de Overheid benoemd, en ditzelfde idee zat in 1821 voor, toen de Maire (Schout of Burgemeester) de eerste notabelen bceedigde op de Gemeentehuizen. (In een Hervormde Gemeente zijn notabelen, thans door de manslidmaten gekozen, een college dat Kerkmeesters of Kerkvoogden kiest.) De Kerkmeesters stonden meer in contact met de burgerlijke Overheid dan piet den Kerkeraad. Vandaar de vele klachten over de geheimzinnige boekhouding, die voor den Kerkeraad niet open en bloot lag, laat staan voor de Gemeente. De kerkeraden wilden op bijna alle plaatsen de pastorieën en kerkgebouwen repareeren, doch konden jaren en jaren wachten. De kerkeraad had alleen maar te wenschen, niets te besluiten. Moest er iets gedaan worden, als b.v. in de vroegste periode na 1592 beelden uit de kerk verwijderen, dan gebeurde het als te Gene en Vaassen, dat de kerkmeesters het (tot 1621) weigerden. In dezen had de Schout bijna alles in handen. Kerk en Staat was één. Wat de gereformeerde kerk verbood, handhaafde nog geruimen tijd de R. K. overheid. Maar ook toen die overheid omging, bleef de gescheidenheid nog gehandhaafd. De kerkerekening werd gedaan op het Gemeentehuis voor den Schout, bewijsbaar tot in de 18e eeuw. De ambten en bedieningen waren in zekeren zin Overheidsambten. Deze betaalde de predikanten, de kosters en soms ook de organisten. Pas met de Fransche Revolutie zijn deze dingen gewijzigd en na de Doleantie is finaal met het oude systeem afgerekend, hetgeen vele archieven ons duidelijk leeren.

Bovendien was de oude gereformeerde kerkeraad ook ten opzichte van de Diaconie aan handen en voeten gebonden. Zoo moesten Diakenen altijd vergunning van den Schout hebben om een collecte in te voeren, en om een ondersteuning te beëindigen.

Dat was onze oude Geref. Kerk!

Er zijn echter ook andere voorbeelden, die verband houden met de verschillende gewestelijke wetgeving, maar een feit is, dat het gereformeerde beginsel van kerkregeering pas een halve eeuw in praktijk is gebracht, en geen wonder, dat sommigen dit neocalvinistisch noemen. We mogen blijde zijn met de verlossing van Overheids-inmenging. Vroeger moest het Hof eerst het programma zien der Synodale vergadering, en het is geschied dat zij het niet belangrijk genoeg vond (om de kosten), zoodat de vergadering niet doorging.

Maar aan den anderen kant moeten wij ook billijk deze zaak beoordeelen. Zonder Overheidsmaatregelen waren de Pastoors ook niet afgezet en de goederen overgegaan. De Acta spreken van de Overheid als „voedsterheeren der kerk''.- Zoo zijn de dingen langzaam gegroeid en werden de kerkgebouwen, eertijds aan een heilige gewijd, nu bestemd en „gewijd" aan den dienst van Gods heilig Woord.

G. VAN DER ZEE, Herv. pred.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 april 1935

De Reformatie | 8 Pagina's

De Reformatie in de Classis Neder-Veluwe 1592-1620.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 april 1935

De Reformatie | 8 Pagina's