Correspondentie van de Redactie.

L. te R. U schrijft mij over iemand, die IN DE KERK VERSGHEEN MET EEN N.S.B.-INSIGNE OP DE BORST, deelt mij mede, 'daarover 'den kerkeraad geschreven te hebben, en door dezen te zijn gewezen op Matth. 18, met opwet'king, 'daarnaar te handelen; thans vraagt u mij, of u verkeerd gehandeld hebt, door den kerlceraad te schrij'ven. Naar miJn meening is Matth. 18 in ihet door u gestelde geval niet rechtstreeks van toepassing. De jongeman 'heeft in de openbare 'godsdienstoefening, 'belegd door den kerkeraad, en wetende, dat de dienst 'des Woords 'gehouden zou worden, onder de oogen van den toezicht hou denden 'kerkeraad 'het insigni, ' vertoond, dat, naar 'hij weten moet, bij velen 'de gedachten wekt aan een onchristelijke bewB'ging. Het dragen van een insigne is publiek. Het is even publiek, en dus evenzeer een 'kerkeraadszaak, als dat men in de kerk komen zou met vlaggetjes, of met onbe'hoorltike kleeding, of iets anders. De zorg voor wat onder den dienst des Woords gebeurt, zoover het de openbaarheid van den dienst betreft, is voor den kerkeraad.

Wel 'geloof ik, dat u er - goed aan doen zult, indien u behalve uw brief aan den kerkeraad, ook zelf met den jongeman spreekt. Het feit van gegeven ergernis wordt hem dan ook duidelijk uit een persoonlijk onderhoud. Bovendien kunt u dan 'hem wijzen op de achtergronden van heel deze beweging. Ik ben dus wel met den kerkeraad 'het eens, als hij u den raad geeft met den man te spreken, maar niet, als de kerkeraad zichzelf vóórdien onbevoegd verklaren z ó u. En mijn raad, dat u persoonlyk met den man in kwestie spreekt (naast een brief aan den ker'keraad) grondt zich niet op Matth. 18, doch op de algemeene overweging, dat alle tuc'htbandeling zooveel mogelifk O'pkomen moet uit de gemeente zelf, en 'dat het speciale ambt steeds opkomt uit het ambt der geloovigen. Eigenlijk vermoed ik, dat wat ü hier'opmerk, 'de meening is, óók van den kerkeraad,

Z. te D. Voor Uw brief vriendelijk dank. Wat Uw 'raag betreft, U schrijft mij, na lezing van mijta jongste •erk over den hemel, het volgende:

U ziet den hemel als volkcwaen uitgewerkte schepings- en hersohep'pings-gedachten Gods (bl. 13). Dus ook een zondelooze wereld zou er een hemel geweest zijn. andaar dat U m.i. ook volkomen Schriftgetrouw de lonsequentie trekt: Wanneer de mensch niet gevallen as, dan zou óók de eerste wereld hebben moeten bomen lot een „katastrofe", tot een verandering „in een punt .es tijds" (bl. 64). In die wereld zou ook het sexueel- 'egetatief bestaan opgehouden hebben (bl. 65). De eerste , kute verandering zooi alleen voltooid enz. geweest ; ijin; de andere, de werkelijke, behalve dit, ook zuier end, oordeelend, enz. (bl. 67). Mijn vraag is ^u: zou er toch óók in den staat der rechtheid een „inva^ lie Gods-in-G h r i s t u s" (ik spatiëer) geweest zijn? Inen ik goed lees, laat U dit op bl. 64 alleen slaan op eze tegenwoordige wereld, doch ik zou dit ook gaarne etrokken zien op de zjcmdelooze wereld, en willen geooven, dat Christus' komst en bemiddeling ok noodzakelijk zou geweest zijln, waneer de menschheid in Adam niet gevalen was.

Ik voor mij geloof, dat men in zijn algemeenheid gerust eggen kan, dat Christus óók, wanneer de ensch niet gevallen was, gekomen zou ijn om de schepping tot haar einddoel te brengen, om en aardschen mensch te maJien tot een hemelschen ensoh, enz. Ook de uitwerking van het „pactum salutis", at er niet alleen om der zonde wil is (bl. 264), zou ik 5ók in den staat der rechtheid door CHRISTUS uitgewerkt willen zien.

Ik zou het zeer op prijs stellen, als U mij zoudt willen ededeelen, of U het niet hiermede eens zijlt, en of ik een en ander zóó in Uw boek mag lezen."

Tot zoover Uw vraag. Ik zooi de stelling die U toelacht niet durven poneeren. Immers, Christus is PLAATSBEKLEEDER. Tlaatsbokleeding in strikten zin kan slechts intreden, waar degene, wiens plaats wordt ingenomen, van zijn plaats verdrO'Ugen is. Natuurlijk is het U zelf reeds duidelijk, dat van een menschwording Gods tot het lijden van de straf geen sprake kan geweest zijn zonder val. Maar voor een menschwording Gods tot betooning van de „d a d e 1 ij: k e" gehoorzaamheid zou zonder zo'udeval evenmin plaats zijin geweeest. Immers, waar de menschwording in de eerste plaats den wil-tot-plaatsbekleeding dienstbaar zijn wil, daar sluit ze zichzelf uit in een „wereld", die geen plaatsbekleeding vraagt. Het vasthouden aan de g e n o e g-doeningsleer helpt hier het denken op weg.

Toch meen ik wel te verstaan wat U, die bovenstaande gedachten onmiddellijk als de Uwe herkeimen zult, in het gecp'perde denkbeeld toelacht. U wilt uitdrukking gegeven zien aan de gedachte, dat ook zonder val God zelf met den mensch bewogen is; en dit bewogen-zijn wilt U zoo concreet mogelijk uitgedrukt zien. Maar het enkele feit reeds, dat God een sabbath heeft IN DEN TIJD, gééft aan die gedachte zulk een concrete uitdrukking. Daarin toch blijkt God met den tijd mee te leven, in den tijd in te gaan. En zoo is er natuurlij'k veel meer te n'oemen.

De fout in de zoo vaak reeds opgekomen redeneeringen, volgens welke een menschwording Gods ook zonder val zou plaats gehad hebben, ligt o.m. hierin, dat men aan het begrip „genade" of „verlossing" te kort doet. Deze toch is een herstel van wat er geweest is. En een openbaring van een reeds tevoren daarin voorziening getroffen hebbend besluit van God. Dit alles wordt gehandhaafd wanneer men zegt: er was een eerste Adam, die verzondigde het, nu komt er een tweede Adam, en die komt naar het tevoren gemaakte besluit. Maar het begrip „tweed e" Adam 'onderstelt dan ook, dat de „eerste" Adam herstel noodig heeft. In het door U gestelde geval zooi evenwel geen h e r-stelling maar n e v e n s-stelling opgetreden zijn. Misschien, dat hiermee in eens het verschil duidelijk wordt.

K. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen