GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HET BOEK VAN DE WEEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET BOEK VAN DE WEEK

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Rondom de Kuyper'Iltteratuur.

I.

De Kuyper-herdenking behoort weer tot het verleden. Hier en daar worden nog wel vergaderingen belegd, waar Kuypers arbeid wordt besproken, doch dat zijn slechts nalezingen van den grooten oogst. De eigenlijke herdenking is achter den rug. In die ééne groote Kuyper-herdenking, waaraan nagenoeg het gansche gereformeerde Nederland heeft meegedaan, kan men makkehjk een onderscheiding maken, die den herdenkingsarbeid in twee deelen splitst. We bedoelen de onderscheiding tusschen de mondelinge en de s c h r 1 f- t c 1 ij ke herdenking, of — beter — de gesproken en de geschreven uitbeelding van Kuypers gigantische levensworsteUng.

Beide soorten van herdenken hebben hun eigen waarde. Voor de bereiking van de groote massa, voor de levende, boeiende schildering van wat Kiiyper moest en mocht doen, was liet ge-

(Zie vervolg op blz. 108.)

s p r ok e n woord van onschatbare beteekenis. Maar voor de blijvende duurzame teekening van Kuypers levensarbeid was het geschreven, het gedrukte woord gebiedend noodig. Want — de oude Willem Sluyter heeft het reeds voor een paar eeuwen gezegd:

't Gesproken woord Vliegt haast weer voord; Maer wat men schrijft, Beklijfd en blijft.

Een nauwkeurige, critische bespreking van wat bij het Kuyper-jubileuni gedrukt werd heeft dus zin en kan niet worden gemist. Deze artikelen willen daartoe een bijdrage zijn.

Htet herdenken van een man als Kuyper was, stelt zijn bizondere, voor ons meestal zeer zware, eischen.

'k Denk hierbij vóór alles niet aan den geweldigen omvang van zijn arbeid en aan de enorme schriftelijke nalatenschap, waarmee hij ons heeft rijk gemaakt. Ongetwijfeld stellen die zeer hooge eischen aan den man die iets goeds en gefundeerds omtrent Kuyper zeggen wil. Het kost zeer veel lijd en studie eer men eenigszins met Kuypers streven en denken op de hoogte is.

Maar, nog eens, aan deze moeilijkheden denk ik nu niet. Er is een moeilijkheid bij het herdenken van geheel ander soort. Het is namelijk mogelijk en het geschiedt heel gauw, dat ons herdenken w e r e 1 d g e 1 ij k V o r m i g is. We beoordeelen Kuyper en waardeeren hem naar maatstaven, die de wereld hanteert bij haar groote mannen. Zulk herdenken wordt dan een ongeloofsuiting van hen die wel herdenken willen, maar het feitelijk niet doen — ze kunnen dan tot het godvruchtig herdenken niet komen. Bovendien wordt zulk een „herdenken" een beleediging van den man wien het geldt.

Kuyper zelf heeft meermalen met nadruk gewaarschuwd tegen het jubileum-gedoe, dat ook in zijn tijd — al was het misschien niet zoo Sterk als thans — de zielen bezoedelde.

Bovendien heeft hij met zeer grooten ernst gewaarschuwd tegen het verheerlijken van „persoonlijkheden". Hij haatte dat woord „persoonlijkheid" volkomen en wijst er telkens op, dat in het .spreken over en vereeren van „persoonlijkheden" een afgodische neiging schuilt, die grondig moet worden uitgeroeid.

Als wij dus ook in het herdenken van Kuyper, Kuypers eigen leerling willen zijn; als onze -herdenkingsdaad zal blijven in den Kuyper-stij 1; als ons bezig zijn met Kuyper en zijn arbeid dienstbaar zal worden aan de voortzetting en verdieping van Kuypers levensarbeid, dan moet dat herdenken — ook het schriftelijk herdenken — komen onder de voortdurende critiek van het Gereformeerd beginsel, aan de inwerking en doorwerking waarvan Kuyper al zijn talent en kracht en tijd heeft gewijd.

Als we dat gevaar van een verkeerd, antikuyperiaansch herdenken van Kuyper willen zien, moeten we er op letten, dat we Dr Abraham Kuyper van verschillende „kanten" kunnen bekijken, hem in allei'lei relatie kunnen beschouwen.

We kunnen hem — excuus voor de dwaze abstractie! — we kunnen hem bezien als „m e n s c h". Dan worden we geboeid door zijn heerschersgestalte, zijn Caesaren-figuur. We staren vol verbazing naar de sterke trekken van zijn imponeerenden kop, waarin alles spreekt van kracht, wil en ijzeren energie. We hooren van zijn fenomenale lichaamskracht — was hij niet een medisch wonder? We lezen van dien dokter, die, toen hij het groote hoofd van den kleinen Bram onderzocht, in stomme verbazing uitriep: Geweldig — dat zijn allemaal hersens!

We herinneren ons ook hoe oneindig teer de groote man kon schrijven, hoe buitengewoon gevoelig zijn hart was voor liefde en sympathie.

We kunnen ook — om iets anders te noemen — den geleerde in Kuyper eeren. Of, beter gezegd, het wetenschappelijk genie in Kuyper. Geleerde — dat is een veel te vlak woord voor wat Kuyper in de republiek der wetenschappen beteekende. Zonder twijfel zou hij in elk der faculteiten hebben uitgeblonken, indien hij al zijn krachten daaraan had kunnen wijden. Reeds lals gymnasiast was hij de eenige, die in alle vakken bekroond, naar een hoogere klasse werd bevorderd. Nog bij lange na niet is de diepte, de ontwikkelingsmogelijkheid van wat hij dacht en publiceerde gepeild. Vele geslachten zullen noodig zijn om uit te werken en door te trekken de lijnen die Kuyper zag. Onvoorstelbaar bijna is de invloed, dien hij met name in de theologie heeft uitgeoefend en op de wijsbegeerte zal uitoefenen, indien hij grondig wordt verstaan.

volks­ Niet minder groot was Kuyper als leider!

Hij heeft het volk, z ij n volk, gekend als weinigen voor hem en na hem. Hij heeft het hart van het volk hooren kloppen. Hij kende de idealen, de strevingen, de stroomingen, die in het volksleven gistten. Hij had die voor velen onvindbare poort ontdekt, waardoor men in het diepste van het leven des volks kan doordringen om daar overtuigingen en idealen te doen wortelen, die tot energieke daden zouden opstuwen als dat noodig zou worden. Is het niet een werk van bijna bovenraenschelijken omvang en beteekenis, een gansch volksdeel zoo omhoog te voeren en op te leiden en te bezielen met kerkelijke, wetenschappelijke, politieke en sociale idealen als Kuyper dat heeft gedaan? Neen wij, jongeren, kunnen ons dat onmetelijke werk bijna niet voorstellen en realiseeren. Alleen door veel studie en diep inleven, kan men inkomen in de lafheid, de flauwheid, de gecsteloosheid, waarin het orthodoxe Christendom voor een 70 a 80 jaar was verzonken. En pas als men den toestand der orthodoxie in het midden der voorgaande eeuw heeft doorzien, kan men nagaan welk een reuzenarbeid Kuyper ook in dit opzicht heeft gepraesteerd. Wat diepgaande omzetting van gansch het denk-, het bewustzijnsleven van duizenden en duizenden hij heeft teweeggebracht.

Ja, zoo kan men Kuyper bekijken.

Vanuit deze — en nog veel meer — observatiepunten.

Maar — al doet men dat nu nóg zoo nauwkeurig, en eerbiedig en eerlijk - — men komt op deze wijze toch niet tot den eigent ij ken Kuyper, den Kuyper in het Koninkrijk Gods. Men krijgt zob niet den geloofsblik op dien dienstknecht des HEEREN, die den naam van Abraham Kuyper droeg.

Neen — men versta ons goed — we willen geen oogenblik beweren dat het bezien en bestudeeren van al deze zijden van Kuypers veelbewogen leven en werken zonder waarde zou zijn! Geen sprake van! Dat alles moet onderzocht! Alles wat we omtrent Dr Kuyper te weten kunnen komen, vooral heel zijn machtig oeuvre, moet doorkropen en doorvorscht worden in alle richtingen. Alle bronnen die iets kunnen opleveren moeten worden aangeboord. Nooit kan te veel materiaal worden bewerkt.

Maar als men dit alles onderzoekt en niet meer, dan komt men aan den waren Kuyper niet toe. Dat blijkt reeds aanstonds hieruit, dat ieder e e r 1 ij k mensch Kuyper zoo zien, bestudeeren en teekenen kan.

Wat men ook is: atheïst, of liberaal, of sociaaldemocraat, of ethisch theoloog, men kan goede waardeerende woorden over hebben voor den mensch, den geleerde, den volksleider, die Abraham Kuyper heet. En men heeft die goede woorden voor hem over gehad — ook in 1937! Als men Kuyper onbevangen bestudeert als denker, minister, leider van een volksdeel, verwekker van volkskracht — men moet in bewondering, ja, in verbazing komen over zulke ontzaglijke vermogens, zoo bovenmenschelijke kracht, zoo weergalooze trouw aan en energie voor wat Kuyper als levenstaak zich zag gesteld.

Juist omdat de zaken zóó staan, voelt men, dat de lof, die van alle zijden wordt toegebracht, hoe innig, welgemeend, uitbundig ook — hoe streelend ook voor ons als volksgroep, waartoe Kuyper behoorde en die nog gegrepen is door Kuypers idealen en voor de verwerkelijking ervan worstelt — niet de eigenlijke, de gehoorzame, de geloovige waardeering is van Kuypers levensarbeid! Die lof kan zelfs een belemmering worden om dien levensarbeid in het juiste licht te zien. Hij kan ons steriel maken door mensch ver heerlij king. Hij kan ons doen verdolen in de woestijn van het vleeschelijk waardeeren van Gods genadegaven.

Kuyper — we mogen hem alleen zien als het instrument Gods, den dienstknecht des HEEREN, gezonden door onzen Vader in de hemelen tot opbouw van Zijn Kerk en Koninkrijk in deze lage landen aan de zee.

't Moet ons niet gaan om den mensch, maar om den dienstknecht.

Niet om den persoon, maar om diens ambt. Niet om het ambtsapparaat, maar om wat God in Kuypers trouwen ambts dienst heeft willen geven.

O, zeker, dan komen die gaven en die krachten en die onmelelijke praestaties ook in ons gezichtsveld, maar ze komen in ander licht! De figuur van Kuyper wordt, om zoo te zeggen, doorzichtig! We ontdekken achter hem, in hem den trouwen God, die door en met hem wilde werken. Die in hem zoo ontzaglijk veel aan zijn zondig, afvallig volk heeft geschonken.

Vanuit dit standpunt beoordeelend en naar dezen maatstaf metende, willen we een en ander gaan zeggen over de nu verschenen Kuyper-litteratuur.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 november 1937

De Reformatie | 8 Pagina's

HET BOEK VAN DE WEEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 november 1937

De Reformatie | 8 Pagina's