GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE BUITENLANDSCHE KERKEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE BUITENLANDSCHE KERKEN

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eene Amerikaansche Synofle In Zitting.

III.

In de historie der Christian Reformed Church is een der Fondsen de „martelaar" genoemd. Welk fonds was dat? Het was de „Kas" voor emeriti, en voor de weduwen en weezen van gestorven leeraars. Die Kas dateert reeds van den jaro 1874. Daar de groep destijds klein was, was het natuurlijk dat zij als geheel zich verantwoordelijk stelde voor het Fonds. En daar is bet bij gebleven. Elk huisgezin wordt verwacht per jaar $ 1.75 te contribueoren voor de „Kas". Dat wordt of liever werd gerekend een der „assessments" of aanslagen. In ondersdieiding van gaven voor de Zendingsvelden. Daarvoor verwacht men zooveel of zooveel per gezin. Doch als men het niet betaalt, wordt zulks niet als „schuld" gerekend. Dat lijkt sommigen in Nederland — en ook in Amerika — vreemd toe en „unfair", maar we geven slechts de feiten aan. En middelerwijl verheugen we 'ons, dat de Synode pas besloot, voortaan van quota's te spreken en niet langer van „aanslag".

Hoe het zij — in den loop der jaren was er en steeg er geregeld ontevredenheid omtrent die hier besproken „Kas". Die dissatisfactie was vooral bestaande in de objectie, dat de predikanten zelf niet specifiek bijdroegen voor het Fonds. Daar zal nu een eind aan komen. Het Fonds zal voortaan bieslaan uit een Relief Fund en een Pension Fund. Voor dit laatste dragen de leeraars zelf bij', en wel een zeker procent van hun salaris. Te beginnen 1 Januari 1940. Uit dat Pensioenfonds zullen alle leeraars trekken. Uit dat Relief Fund alleen degenen, die er „behoefte" aan hebben.

We hopen, dat deze gewijzigde „regeling" beter zal „werken" dan de oude. Want daarmede was en is het zóó gesteld, dat menig predikant met zijn wederhelft zuchtend tegen den dag opziet, op wolken men „onderstand" zal ontvangen. Want „relief" beteekent zoo iets. En het beeft al heel wat „zuchten" gekost — ook omdat de „onderstand" menigmaal niet genoegzaam ondersteunde. Doch genoeg daarover. Heel het zaakje doet ons pijnlijk aan...

Met genot echter schrijven wij over eenandere zaak — 'die der Z e n d i n g, met name de Hei d e n- zending.

Allereerst betreffende China. In dat groote rijk arbeidt onze Kerk sedert omtrent 20 jaren. Met het centrum in de stad lukao, noord van Shanghai. Gezegend werk werd daar verricht. Er kwamen allerlei groepjes van geloovigen in verschillende plaatsen rondom lukao. In de stad zelf was de toekomst bemoedigend. En in Li Pau kwam een gemeente tot openbaring in April 1937, met 53 Christenen. Wat waren we blijde!

Toen brak de „oorlog" uit — de „'Onve'rklaarde" oorlog van Japan tegen thina. De zendelingen bleven getrouw op hun post in lukao. Soms niet zonder levensgevaar. Vele harten wmnend. Trouw allerlei gelegenheid waarnemend om het zaad uit te strooien. Zelfs het hospitaal bleef funoLioneeren, hoewel onze medicus door omstandigheden zijn arbeid concentreerde te Shanghai en daar voortreffelijk werk deed. Maar twee onzer missionaire dienaren des Woords waren toen de „oorlog" uitbrak in 'de Vereen. Staten. Zij- hunkerden naar terugkeer. De zendings-„foroe" in China had tot hiertoe gewichtige bezwaren. Tocli machtigde de Synode de zendingsdeputaten om de broeders, momenteel in ons land, terug te zenden. Of van die machtiging gebruik zal gemaakt worden, is een andere zaak

De toestanden in China zijn nog zoo onzeker. En met name op het zendingsveld onzer Amerikaansche Kerk is nog zooveel onzekerheid. Ofschoon het des schrijvers persoonlijke meening is, dat Japan geen succes zal hebben — geen „uiteindelijk" succes, zooals onze Zuid-Afrikaanders dat woord gebruiken. Ons dunkt, als China bet nog omtrent een jaar kan uithouden, zal het Japan middelerwijl ontbreken aan essentiëele dingen, noodzakelijk om oorlog te voeren, zooals geld, olie, benzine, koper en „nitrates". Doch — het kan ook anders afloopen. Onverwacht. Vooral als Japan do handen kan leggen op de schatten, verborgen in plaatsen als Tientsin, Shanghai, Kulangsu, enz. Want daarop is het zeker gemunt.

Gelukkig — de Heere regeert. Het lot der natiën ligt ten slotte in hooger hand dan die der diplomaten. Heeft niet uw eigen Dr 'Colij'n onlangs publiek hieromtrent getuigenis afgelegd?

De Heiden zending der Kerk, waarover we hier schrijven, omvat óók arbeid onder de Indianen in het zuidwesten onzer Unie, onder twee stammen, n.l. 'de Zuni Indianen, omtrent 1500 in getal, en de Navajo es, van welken stam van 65.000 personen omtrent een tienduizendtal door ons bearbeid wordt.

Onder de Navajo Roodhuiden werkt voor omtrent 25 jaren een 'echtpaar, dat üi onze bljidrageï behoort genoemd te worden als een bijzonder toe­ gewijd paar. Crown Point is de plaats van hun werk geweest. We bedoelen Ds en Mevr. Jaooii Bolt. Ds Bolt heeft het voorrecht gehad, ongeveer 500, zegge vijfhonderd. Indianen te mogen doopeni Welk een vooiTecht! We zijn op dit moment nicl geheel zeker van het pasgenoemd cijfer. In elk geval echter 'Cen zéér gezegende bediening teekcneiKl, En het bedroeft ons, dat zulke menschen wegens leeftijdsgrenzen zich gedrongen gevoelen om zich terug te trekken.

Het zal wel moeilijk vallen, O'm opvolgers ie erlangen voor zulke werkers op bet terrein der zending. Echte pioniers.

Op het terrein der Inwendige Zending zullen we straks ook een paar arbeiders verliezen. Eén hunner is in Nederland geboren en daar wellicht niet onbekend. We bedoelen Ds J. S. Ball, •die sedert vele jaren te Hamilton, Ontario, Canada, stond en broederarmen altij'd herderlijk lülstrekte naar Nederlanders, die zich in de stad zijner inwoning en omstreken vesügden, een liariolijk medelevende en vaderlijke vriend.

We zien hem noode zijn herdersstaf neerleggeu. Inmiddels danken we de Nederlandsche Geref. Kerken, die in den loop der jaren heel wat mochten bij'dragen om ons volk, hun volk, in Canada, te helpen aan kerkelij'ke 'eigendommen. We ontvingen die gelden via Prof. Dr G Ch. Aalders, nu aanwezig, en die op Vrij'dag 16 Juni een wel ontvangen toespraak richtte tot de Synode.

Ook, de zaken der Jo: denzend ing werden behandeld. We hebben sedert vele jaren twee zendingsposten onder de Joden, en wel te Paterson N.-J. en Chicago, Illinois. Daar wordt medisch werk verricht, arbeid van min of meer socialen aard, doch vooral evangelisatie-aï-beid. Er valt niet de vrucht te rapporteeren, die onder de Chineezen en Indianen ons hart verblijdde. Toch is die arbeid niet geheel zonder vrucht. Te Chicago zal een V.D.M, worden toegevoegd aan den staf van arbeiders. Per jaar draagt elk gezin onder ons 75 cents bij voor de Jodenzending. Dat is de „quota", zooals zoo pas door ons genoemd. Hoe vergelijkt dat met de Geref. Kerken?

Voor het Fonds Kerkhulp zal 50 cents per jaar verwacht worden als quota. Dat is eene kas om nieuwe en zwakke gemeenten te helpen in 't verkrijgen van kerkelijke eigendommen. Het verrichtte, met beperkte middelen, goede diensten in 'den loop der 50 jaren van haar bestaan. Heeft men in Nederland zoo iets?

Nu we toch een jaartal noemen, mogen we nog melden, incidenteel, dat schrijver dezes bezig is om 'de historie der Heidenzending onzer Keïk gedurende de laatste halve eeuw voor de aandacht 'der Kerken te brengen. Tegen den a.s. winter hoopt hij het betreffende boek gereed te hebben. Deo volente natuurlijk.

Reeds méér dan 50 jaren is er een deputaalschap voor de Inwendige Zending. Sedert een paar jaren heeft zij als de leider van haar uitgestrekten en gezegenden arbeid een „zendeling in algemeenen 'dienst". Ds H. Baker, en onder zijn leiding is er beduidende voortgang in dit werk. Pas besloot de Synode een ander V.D.M, te benoemen voor het Oosten onzes lands.

Wat 'do leiding 'der Heidenzending betreft — om dat woord nog eens te gebruilion, we zijn verblijd, dat onze opvolger als zendingsdirector. Dr J. C. de Ko'rne, ook op de Synode bewees, 'de rechte man op de rechte plaats te wezen.

Gode bevolen,

Grand Rapids, Mich., 22 Juni 1939.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 juli 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE BUITENLANDSCHE KERKEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 juli 1939

De Reformatie | 8 Pagina's