GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE BUITENLANDSCHEKERKEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE BUITENLANDSCHEKERKEN

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mijn ontvangst op het Calvinistisch Congres¹) te Edinburg.

Juli 6—12, '39.

Over dit Congres is al heel wat geschreven, niet alleen in de Nederlandsche bladen, maar ook in de buitenlandsche; niet slechts door de Calvinistische pers, maar zelfs door de Roomsch-Katholieke „Maasbode". Zoodoende komt het Calvinisme ten minste weer ter sprake. Dit is goed voor de Calvinisten, maar ook tevens voor de niet-Calvinisten. Knapen-, jongelings-, zoowel als mannenvereenigingen hebben ten minste een verslag gehoord of gelezen over dit Congres, 't Zijn dus niet alleen de theologen en staatkundigen „per se", die in contact zijn gebracht met de besprekingen op dat congres gehouden, maar de geheele kerk en zelfs de buitenwereld. Dit feit is van Calvinistischen aard, omdat toch het Calvinisme alleen een zoo iniime en alles omvattende wereld- en levensbeschouwing biedt. Het Congres zou een algeheele mislukking moeten heeten, indien er buiten dien besloten kring geen natrillingen gevoeld werden. Als Calvinisten verheugen we ons dus in de veel-besprokenheid van het Congres.

Nu is het reeds meer dan negen i) maanden geleden, dat men te Edinburg vergaderde. Een ander Calvinistisch Congres staat gehouden te worden D.V. a.s. Juni te New-York. Eigenlijk staat dat niet in verband met het te Edinburg gehouden Congres, alhoewel een der Schotsche en een der Amerikaansche sprekers, die daar toen het woord voerden, ook te New-York gehoord zullen worden. Het nu te houden congres is slechts een gebruik maken van de schoone gelegenheid, welke de toestrooming van allerlei personen uit alle oorden door de te New-York te houden wereldtentoonstelling uitlokt. De vergaderingen worden dan ook eigenlijk niet in de stad Nev/-York zelf gehouden, maar te Paterson, New-Jersey, aan de andere zijde der Hudson. Het Congres, te Edinburg gehouden, propageert zichzelf en hoopt een volgende vergadering ergens in Europa te houden. Niettegenstaande het feit, dat binnen enkele maanden een ander Calvinistisch congres de aandacht vraagt en het Edinburgsche reeds tot de historie behoort, wil ook ik — en dat op verzoek van den hoofdredakteur van „De Reformatie" — een artikel schrijven over het hier boven aangegeven onderwerp.

En dan zij het aanstonds bekend, dat we niet over de ontvangst als zoodanig wenschen te schrijven. Daar zou geen enkele reden voor bestaan. De Schotsche gastvrijheid ons aangeboden en door ons genoten, was inderdaad gulhartig en liet niets te wenschen over. Wij zijn èn het comité ter regeling èn hun, in wier woning wij die gastvrijheid mochten genieten, onzen hartelijken dank verschuldigd. Er werd geen onderscheid gemaakt; alle gasten deelden gelijk in die gastvrijheid. Ook wij ontvingen een uitnoodiging de receptie, door den Lord Major en de Magistraten den leden van het Congres aangeboden, bij te wonen. Ook op het Congres zelve werden ons gelijke rechten van bespreking of debat verleend. Als persoon en predikant hebben we dus dienaangaande geen, zelfs niet de minste oorzaak van schrijven, noch van op- noch van aanmerking.

Toch hebben we wel terdege reden, het bewuste Congres nog eens te berde te brengen. Dit willen wij *= ° _. - _ ., . ., , , . - , dan ook onzen Gereformeerden collega's in Nederland en daar waar „De Reformatie" gelezen wordt, voorleggen. En als wij dat doen, dan is het juist van uit het Calvinistisch standpunt en ter wille van het Calvinisme en om daardoor deszelfs verdere ontplooiing en groei en invloed te bevorderen. Juist omdat wij in hart en nieren Calvinist zijn en omdat het onze heilige overtuiging is, dat de herleving en de toepassing van het Calvinistische principe op alle terrein des levens de hoop der kerk is voor zoover als het de gezondheid van het kerkelijke leven te midden der wereld betreft. Neen meer, omdat wij ten volle overtuigd zijn, dat juist door de propagatie van het Calvinisme de wereld het alles omvattende Godsplan, waarin Gods souvereiniteit altijd en in alles op den voorgrond staat, zal leeren kennen. Zoo en niet anders worden de zonen Gods openbaar. En is het niet deze openbaring, waarop het gansche schepsel wacht, ja waar naar het zucht? En is het niet zoo, dat wij Zijne getuigen zijn?

Welnu, ons zijn op het Congres was om een geheel éénig doel te bereiken. Als vertegenwoordiger der Nationale Christelijke Vereeniging, wier doel het is alle met eeden verbonden geheime genootschappen en vooral en met name de Vrijmetselarij te bestrijden, dachten wij, dat ons een zeer schoone gelegenheid geboden werd door dit Congres, om deze zaak met de afgevaardigde Gereformeerden uit verschillende deelen der wereld openhartig te kunnen bespreken. Wij hier in Amerika ondervinden gedurig den nadeeligen invloed van de tegenwoordigheid der Vrijmetselarij in de kerken. Onze strijd tegen dezen invloed van deze pseudo religie is zeer moeilijk. Wij zochten dus eigenlijk geestelijken en zedelijken steun bij het Congres. Zoodra we dan ook bericht ontvingen van het te houden Congres, stelden we ons door correspondentie in verbinding met het comité, belast met het opstellen van het program. Met alle bescheidenheid vroegen wij om een plaats op dat program, of in de geregelde zittingen of in de te houden populaire vergaderingen. De toezegging, welke wij in antwoord ontvingen, was van zulk een aard, dat wij op grond daarvan de reis naar Schotland aanvaardden. Daar aangekomen zijnde, ondervonden wij al spoedig tot onze groote teleurstelling, dat ons optreden niet alleen zeer twijfelachtig was, maar dat het comité van regeling in een daartoe speciaal gehouden zitting het volgende had besloten:

...in zake den heer Van Pernis van de U.S.A., die zou spreken over de bedreiging der Geheime Genootschappen, heeft het sub-comité besloten, dat wat hij aangaande dit onderwerp heeft te zeggen, beter in den loop der discussie gedurende een der geregelde zittingen gezegd worde."

Dit besluit veranderde dus de toezegging, ons gedaan, eer wij de reis ondernamen. Maar het Congres schoof ook van zich alle verantwoordelijkheid van het bespreken van het door ons voorgestelde onderwerp. Wat in de discussie gezegd werd, kwam geheel en al voor onze aansprakelijkheid. Ook aan de belofte van het door ons gezegde gedurende de discussie ter schrift te stellen in het in boekvorm gedrukte rapport, is niet voldaan.

Wat schuilt daar achter?

Wat achter deze handeling school, kwam uit in de

eactie, welke volgde op iets, dat anders van geheel oorbijgaanden aard beschouwd had kunnen worden, aar nu een verklaring gaf aan den aard en het wezen van dit congres en ons een inzicht gaf in het kerkelijke leven en het Calvinisme van Schotland. De correspondent van „De Standaard", zoowel als de schrijver van het „Gereformeerd Mannenblad", hebben van dit anders van nietige beteekenis, maar nu zoo beteekenisvolle geval melding gemaakt. Andere bladen, schrijvende over het Congres, hebben dit geval, in de beide genoemde bladen vermeld, overgenomen en publiciteit gegeven. Gedurende het gebruikelijke Schotsche theeuurtje in den namiddag, verspreidde ik n.l. het door mij geschreven traktaatje, getiteld: „De Dienaar van Christus in de Loge? " Toen men terugkeerde van „de thee" vonden al de aanwezigen dit traktaatje op hun stoelen. Aanstonds werd er captie gemaakt op de verspreiding daarvan, en gevraagd of het Congres aansprakelijk was voor die verspreiding. Hieruit bleek, dat leden van het Congres, predikanten in de Schotsche kerken, zelf leden der Vrijmetselarij waren. Dit feit is ook beweerd door anderen der aanwezigen, die onze tegenstanders persoonlijk kenden. Alhoewel wij dus niet in staat waren ons voorgenomen onderwerp in zijn geheel voor de vergadering te leggen en wij eerst dachten, dat onze reis, voor zoover het betrof het Congres, te vergeefs v/as, verkreeg het doel van onze komst naar Europa nu des te meer publiciteit.

In de discussie, welke volgde op een der eerste referaten, maakten wij gebruik om te spreken over ons onderwerp: „Het Exclusieve van het Calvinisme, of Het Bedriegelijke van het Syncretisme".

Het Calvinisme bedoelt het alles omvattend Godsplan tot openbaring te brengen en te handhaven. Theorie en praktijk dienen samen te gaan evenzoowel als geloof en leven. Sluit dus het Calvinisme het gansche Godsplan in in aansluiting met Diens Souvereiniteit en zoekt het zoo in en boven alles Gods eere, dan ligt het voor de hand, dat het tevens ook alles uitsluit, excludeert, wat Gods eer niet beoogt en wat Hem niet erkent als Souverein en zich een eigen sfeer schept buiten het Godsplan. Waar het nu bewezen en aangetoond kan worden, dat de Vrijmetselarij zich schuldig maakt aan het laatste, n.l.: het niet erkennen van de Souvereiniteit Gods, het niet r, —1^^« - , Tr.« 'Zïnn QÖY. on Viof anhf^nn.on van pf^n fileren zoeken van Zijn eer en het scheppen van een eigen terrein, daar ligt het volgens ons inzien voor de hand, dat ons Calvinisme hiervan kennis dient te nemen. En daar waar een Calvinistisch Congres zich aankondigt als gewijd te zijn aan „Het Gereformeerde Geloof en zijn ethische consequenties", en dan geen notitie wenscht te nemen van een zaak van zoo groot gewicht voor het leven der kerk, waardoor het Calvinisme in het hart wordt aangetast, waar de geheele Amerikaansche kerk — en naar het bleek, ook de Schotsche kerk — in betrokken is, rijst de vraag, of zulk een Congres dan wel waarlijk Calvinistisch genoemd kan worden en of het dus ook aan zijn doel beantwoordt.

Zij het ook nog opgemerkt, dat het Congres niet vertegenwoordigend, of althans niet officieel vertegen-

woordigend was. Er werden geen geloofsbrieven vereischt. Elkeen, die de inschrijvingskosten betaalde, werd ipso facto lid van het Congres. Naar het ons voorkomt was de in het oog loopende afwezigheid van onze Nederlandsche Gereformeerde leiders hieruit te verklaren. Die Nederlandsche Gereformeerden, die er waren, kwamen als personen, maar niet als vertegenwoordigers der kerken. Dat zette geen kracht bij voor het Congres en ook hierin waren wij ten zeerste teleurgesteld. Zelf waren wij afgevaardigd door onze Synode en door de Christelijke Nationale Vereeniging. Beide hadden ons voorzien van de gebioiikelijke geloofsbrieven, maar deze werden niet opgevraagd, noch ook ingezien. Het zelfde zwak kleeft ook het te Paterson te houden congres aan. Zullen wij als Calvinisten tot openbaring en actie komen, dan moeten wij als kerken vertegenwoordigd zijn. Ten minste in dit opzicht is de kritiek der Roomsch-Katholieke „Maasbode" te billijken.

Even zooals het Evangelie het wel en het wee verkondigt, of wil men liever, zooals de Godsopenbaring één lijn trekt, één mandaat verkondigt, waar buiten dan ook alles ligt en waardoor buiten gesloten wordt alles, dat in strijd is met Gods Woord, moet ook het Calvinisme, zal het waarlijk Calvinisme zijn, niet alleen het al-inclusieve, maar ook het ex-clusieve van het Godsplan leeren en in praktijk brengen. Naar onze vaste overtuiging ligt het op den weg van het Calvinisme ook den valschen godsdienst van de Vrijmetselarij te onderzoeken en in het licht te stellen, opdat de V/aarheid, die waarlijk vrij maakt, gekend worde en Gode alleen alle eer worde toegebracht.

Clifton, New-Jersey U.S.A.


1) Tijdens mijn verblijf in Amerika ontving ik op mijn verzoek van schrijver de vriendelijke toezegging, dat hij een reeks artikelen zou geven over de vrijmetselarij; dr v. Pernis is in dezen bij uitstek deskundig. Omdat de reeks als geheel een onderwerp van algemeene strekking behandelt, 'bewaarde ik de copie tot er plaats zou zijn. Het bezwaar, dat in artikel 1 gesproken wordt over een congres, dat in Juli 1939 gehouden wordt, is niet groot. De oorlog zal inmiddels de data van toekomstige conferenties, hier in uitzicht gesteld, hebben illusoir gemaakt. — Redactie.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 juni 1940

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE BUITENLANDSCHEKERKEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 juni 1940

De Reformatie | 8 Pagina's