Het heyrkracht...
Het heyrkracht veler volcken Dat boven inde woleken
Zich legerde inde locht voor d' ondergangh der Zonnen, Vertoonde ons al de benden
Die d' ouwde Stad berenden,
Eln niet aflieten voor zy haddenze gewonnen.
's Nachts als wy bezigh waren Om t' off'ren op d' Altaren,
En 't heylich Pincxterfeest met yver uytermaten Aendaehtelyck te vieren, Nae d' overouw manieren, Riep ons een stemme toe: laet ons dees Kerck verlaten.
Lof zy Jehova die ons wormkens vrund'lljck is. En toont den rijcken schat van zijn geheymenis: Die zynen Engel zend uyt 's Hemels hooge kercken. Om ons t' ontslujrten wat wy hebben aen te mereken In Jacobs droeven val, en jammerlijcke ellend. Mijn Christenen, dit in uws herten tafel prent: Aenmerckt Gods strengheyd aen de geen die hem [verachten, Zijn groote goedigheyd aen al die op hem wachten.
(Uit: Hierusalem verwoest.)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 juli 1940
De Reformatie | 8 Pagina's