FaiLLissiment der BaRmhaRtiGheid.

Er is toch wel „something rotten" in onze christelijke samenleving.

Een vorig geslacht, dat in de dagen van Afscheiding en Doleantie de berooving van zijn goederen met vreugde verdroeg (Hebr. 10 : 34), dat afgedacht van duizenden guldens aan boeten, de lasten van^zijn scholen met den Bijbel, van een Theologische School en een Vrije Universiteit in blijdschap torste, heeft daarenboven monumenten van Christelijke barmhartigheid gesticht, waarover het nageslacht — gesteld al, dat het nog tot verbazing in staat is — zich slechts verwonderen kan: oenderloo, de Zettensche Inrichtingen, de Weesinrichting Neerbosch, Krankzinnigengestichten, Inrichtingen voor Achterlijke .Kinderen, ja, wat niet al?

Er zijn symptomen, dat het verval ook hier begint in te treden.

Op christelijke erve schijnt de met den oorlog en de bezetting verdwenen „Joodsche Invalide", die, bij gebrek aan spontanen offerzin bij het Joodsche en liberale publiek^ regelmatig groote loterijen organiseerde, te zijn herleefd.

Tenminste „Trouw" bracht in zijn advertentie-kolommen onlangs een tweetal advertenties, die de mentaliteit van „de Joodsche Invalide" in voorzichtige camouflage verrieden en dezelfde methodes, in behoedzaam gekozen nieuwe vormen invoerden.

De eerste was van een door den oorlog verwoest Diakonessenhuis te Arnhem, de tweede van de bekende M'firthastichting te Alphen aan den - Rijn. Beide inrichtingen probeeren door een verkapte loterij aan geld te komen. Let wel: door een verkapte loterij. Niemand wordt genoodzaakt een lot te koopen. Het eenige wat U gevraagd wordt is een rebus op te lossen. Ge zendt die oplossing in op eên briefkaart, plakt daar boven het verschuldigde porto voor f 0.50 of f 1.— aan zegels bij en voor de rest loopt de zaak vanzelf.

Het aantal briefkaarten, dat ge op Üw naam moogt inzenden is onbeperkt. Zooals men vroeger voor „de Joodsche Invalide" een onbeperkt aantal loten koopen kon. Het resultaat is hetzelfde als toen. Hoe meer briefkaarten ge inzendt, hoe meer kansen ge hebt om te „winnen": een salon, een huiskamer, een riant bui-' tenhuis of een andere van de honderden „prijzen" en tegelijk wat te doen voor: de christelijke barmhartigheid !

Over het loten behoeft ge U geen zorg te maken. 'Dat geschiedt in Uw afwezigheid voor U en zonder U!

De Notaris zal het lot in den schoot werpen en het geheele beleid daarvan het wil me bijna niet uit de pen, maar Gods Woord moet zijn recht hebben het geheele beleid daarvan kunt ge aan den HEERE overlaten (Spr. 16 : 33).

Men gevoelt, dat het niet in orde is. Men gevoelt, dat men hier ingaat tegen den eerbied voor den Naam, die in het Lot wordt aangeroepen.

Men gevoelt, dat men hier ingaat tegen een goede, christelijke zede.

Daarom camoufleert men.

Daarom verkoopt men geen loten.

Daarom helpt men de menschen over den weerstand van het geweten heen.

Daarom vraagt men de overigens zeer gemakkelijke oplossing van o, zoo'n onschuldig rebusje.

Daarom vraagt men slechts een briefkaartje met „barmhartigheidsporto ".

Men ontziet nog eenigszins het christelijk publiek. Maar in het Notariskantoor ontziet men niet meer den Naam.

En tegelijk spreekt men liit, dat men in de spontane, gaarne en gewillig offerende barmhartigjieid vkn de christelijke samenleving geen vertrouwen meer heeft.

Daarom' speculeert men op de booze gewinzucht van het publiek.

Daarom bevordert men de goklust.

En „Trouw", dat de beginselen propageert van een partij, die nog altijd een paragraaf in haar beginselprogram heeft tegen de Staatsloterij, incasseert de revenuen van de advertentie.

Trouwens „Trouw" organiseert ook wedstrijden voor het aanbrengen van abonné's, waarvan de opzet aan de loterij niet vreemd is. Van Trouw gesproken!

O, Heldring, Van 't Lindenhout, Lindeboom en Willem van den Bergh, zal het rebussen-oplossend, raadseltjes-radend nageslacht, dat weinig het Woord onderzoekt, maar véél hersengymnastiek pleegt op de Hfeilige/Schriftenl; het nakroost, dat uw graven bouwt. Uw géést èn Uw arbeid verloochenen gaan?

Is dit een symptoom van de levensverwoesting, die altoos op de verwoesting van de Kerk volgt: at de liefde van velen verkouden zal (Matth. 24 : 12) ?

Is dit een symptoom van een naderend faillissement der barmhartigheid?

Heere, erbarm U onzer!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen