GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

BUITENLANDSCHEKERKEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BUITENLANDSCHEKERKEN

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Grand-Rapids, Mich. 10 November 1947.

Beste Vriend en Broeder, 1)

Terwijl ik dit schrijf is het nog maar een paar uurtjes geleden dat prof. Schilder vanuit Grand-Rapids per auto vertrok naar New-York. Ondergeteekende met nog een 'paar broeders hebben hem uitgeleide gedaan. Het ging echter niet met vliegende vaandels en slaande trom. 't Was dan trouwens ook nog vroeg in den morgen. Nog een laatste stevige handdruk, nog een laatst hartelijk woord van vaarwel, en daarmee behoorde ook dit zijn verblijf hier in ons midden weer tot de geschiedenis. De reis gaat van hier naar New-York en aanstaanden Zaterdag hoopt de prof. weer op de boot terug te gaan naar het oude Vaderland.

Wij zagen natuuriijk met belangstelling uit naar de komst van prof. Schilder. We waren' niet heelemaal vreemden. Ik zelf was reeds al een beetje op de hoogte met ds K. Schilder vóór 1925 (het jaar dat we naar Amerika vertrokken). We hadden toen reeds een hooge verwachting van hem voor de Gereformeerde Kerken van Nederland. Na dien hebben we meer van hem gehoord en gelezen, vooral ook in „De Reformatie", en ook lazen we boeken en preeken van zijne hand. Geen onzer was echter nog vergeten de vorige reis die prof. Schilder naar Amerika gemaakt had.

We vroegen ons af: „Hoe zal prof. Schilder hier bij het Gereformeerd kerkelijk publiek worden ontvangen? Zal hij ook nog spreek-en preekgelegenheden krijgen in de Christian Reformed Church? Zullen de kerkmenschen hem naloopen zooals den vorigen keer? " En nog veel meer vragen kwamen in onze gedachten op. Onze verwachting was niet zoo hoog, want we kenden het kerkelijk publiek hier wel zoo'n beetje.

Zooals te begrijpen valt, het eerste doel van de reis was Grand-Rapids.

Prof. Schilder heeft hier druk gepreekt en druk gesproken, dank zij de Prot. Ref. Churches. Je weet wel, onze Synode had onze kerken aanbevolen (niet bevolen !) om prof. Schilder te laten spreken en preeken in onze kerken. Dat was misschien wel een beetje gewaagd om meer dan een reden. In de eerste plaats, hij stond hier bij velen bekend als een „kettersch mensch". Daar komt nog bij: wij meenden zelf ook wel iets te hebben waarin we nog al aanmerkelijk verschilden van de „Vrijgemaakten". We hebben het er echter maar op gewaagd in de hoop en het vertrouwen, dat het wel wat mee zou vallen. (Je kon de deur natuurlijk altijd nog dicht doen.) En we waren niet bang om dien „anderen kant" ook eens te hooren. Gtereformeerde menschen zijn nu bepaald geen waaghalzen, en ook geen roekeloo? en, maar ze durven dan toch ook nog wel naar iemand luisteren, die - waX andere klanken te hooren geeft. Tenslotte, we achtten het ook onzen christelijken plicht om een man, die reeds zoolang voor de Gereformeerde waarheid had gestreden en nog steeds Gereformeerd beleed te zijn, gelegenheid te geven om zich publiek uit te spreken hier in Amerika, zoodat ieder, die het wilde, hooren kon wat de man te zeggen had. Het is niet bepaald netjes om iemand ongehoord te veroordeelen.

En nu wil je zeker graag weten wat wij van dien „gevaarlijken" man denken. Nu, vooreerst, het viel genoeg mee; hij was nog zoo kwaad niet als men wel had beweerd. Vooral onze menschen hebben genoten. Wat hoorden we vele bekende en bij ons geliefde klanken. Prof. Schilder heeft ons op zijn eigen, geheel eenige wijze ingelicht over de kerkelijke toestanden in Nederland. Hij heeft hier in Grand-Rapids verteld wat er zoo al in Nederland is gebeurd in de Geref. kerkelijke wereld de laatste jaren. Hij is ook op de dogmatische kwesties ingegaan; ook heeJt hij hier bij ons een rede gehouden over de kerkrechtelijke zijde der zaak. Toen hij dat laatste punt besprak werden er ook nog al een stuk of wat vragen gesteld en door den spreker beantwoord. We vonden het echt fijn om op de? e manier ook den anderen kant eens te hooren. Persoonlijk vind ik het wel een beetje jammer, dat we van Synodalen kant niemand hebben gehoord, die den kerkelijken strijd in Nederland heeft toegelicht. (Als er hier zoo'n vergadering geweest is, dan is dat ten minste buiten mijn weten om, en ik woon toch ook in „Jeruzalem".)

Er zijn natuurlijk van die zijde wel dingen besproken in besloten kring, maar daar kan Jan-publiek niet over oordeelen. Ik zou het wel heel mooi hebben gevonden wanneer de Synodale broeders uit Nederland ook eens in een van onze kerken hadden gesproken over de kerkelijke scheuring. Maar, ze zijn daar misschien ook niet Voor uitgenoodigd van onzen kant! Ik ben er echter van overtuigd, dat, wanneer de Synodale broeders het willen, mogen ze gerust onze menschen voorlichten in onze kerken. Nogmaals, persoonlijk zou ik daar wel sterk voor zijn. Het is altijd mooi om een twistgeding van beide kanten te hooren. Eén ding heeft ons echter wel getroffen: „Wij waren heel goed op de hoogte met de zaken van de kerkelijke scheuring in Nederland". Zakelijk wisten we wel wat er aan de hand was en ook waren we wel bekend met den achtergrond van de kerkelijke kwesties in Nederland. En een woord Van dank aan het adres van ds Hoeksema is hier ook wel degelijk op zijn plaats. Hij heeft onze menschen in het verleden goed op de hoogte gehouden en zijn scherpe blik zag de dingen juist.

Wat onze menschen vooral zoo trof in de redevoeringen en in de preeken van prof. Schilder was de zuivere, Gereformeerde, Bijbelsche lijn en grondslag. Persoonlijk zou ik het zoo willen zeggen: krachtig is zijn Christusprediking. Hoe ziet hij den Christus in geheel de Schrift, ook terdege in het Oude Testament, waar velen bijna geen Christus schijnen te kunnen vinden. Profetisch is zijn blik altijd en op z'n eigen en ook eigenaardige manier predikt hij den rijkdom van het Woord Gods. Daar is vloek en zegen, troost en vermaning. Sterke nadruk wordt gelegd op de verantwoordelijkheid des mensch^r., op Verbondsverantwoordelijkheid. En ook is er bij hem een voortgaande eschatologische prediking, vooral zoo noodzakelijk in onzen tijd. Ja, broeder, onze menschen, die hem verstaan konden, hebben genoten van prof. Schilder z'n spreken en preeken. Hetzij dat 't ging over de Antithese, over den Antichrist, over de „Algemeene Genade", over het Verbond of over den Christus in het Oude Testament, beide in lezing en preek, Gkids volk werd geboeid, getrokken, gesticht, gestimuleerd en opgebouwd. Ik heb ook menschen uit de Chr. Ref. Church gezien, die altijd weer terug kwamen. Efens op een keer, direct na de preek bij het uit­ gaan der kerk, zei een broeder tegen een anderen broeder: „En mag diè man nu niet in onze kerken preeken? , wat is dat toch een treurig ding". Een andere Chr. Ref. lid zei tegen mij persoonlijk: „Die man willen ze nu niet in onze kerken hebben, maar ik noem dat een gróót schandaal". — Professor Schilder is echter weer weg, het „gevaar" is voorbij en de „rust" der kerken is althans oogenschijnlijk bewaard. Men moet ook wat doen om den „vrede" van Jeruzalem, dat de „rechterstoelen" daarbinnen zijn, vergeet men dan maar Wij hebben, ons vaak afgevraagd: „Was er voor dien man Gods nu geen plaats in de Gereformeerde Kerken van Nederland, de kerken die ik lief had, waarin ik ben geboren en getogen? " Het moet mij even van het hart: „Als zulke mannen om „zulke zonden" worden uitgeworpen, dan tapt de kerk zich haar eigen harte-bloed af en dan maakt ze het er naar, dat ze "trouwe zonen van zich vervreemdt en van kerk secte gaat worden.

Uit „De Reformatie" weet je wel, dat professor Schilder overal in onze kerken heeft gesproken en gepreekt. En, nogmaals: „zij hoorden hem gaarne".

Voor ons predikanten en voor sommige ouderlingen en belangstellende leden kwamen de mooiste dagen echter nog, toen we een conferentie met prof. Schilder hielden. Dat zijn onvergetelijke dagen geworden. Ik zou daar heel wat over kunnen schrijven, , maar dan wordt mijn brief te lang. Laat mij er echter toch iets van mogen zeggen. We handden met belangstelling naar de conferentie of samen-spreking uitgezien. Natuurlijk, we kwamen nog tijd tekort, want als je met prof. Schilder confereert, dan bèn je direct nog niet uitgepraat, ook al omdat hij zelf nimmer uitgepraat raakt. En nu waren we een week of wat geleden bang, , dat onze beminde ds Hoeksema vanwege lichaamszwakte niet met ons zou kunnen vergaderen. Gode zij dank is die vrees beschaamd geworden. D|e Heere gaf het aan ds Hoeksema en ons en aan prof. Schilder, dat hij de vergaderingen bij kon wonen. En dat niet alleen, maar hij kon er ook een actief en leidend aandeel in nemen. We waren daar allen recht dankbaar voor. Wel was het zoo, dat om des tijds wille wij, gewone domineetjes, eigenlijk geen beurt kregen om te praten of te vragen, maar dat was niet zoo erg. Goede Calvinisten mogen ook graag luisteren. Ook zijn we eigenlijk niet „klaar" gekomen, maar dat is ook niet erg, het is altijd mooi, dat je nog eens weer kunt praten.

Het ging op die Conferentie natuurlijk vooral over de zaak van het Verbond. Er is over en weer lang gepraat, er is ook eerlijk gepraat. We hebben gemeende verschillen van beide kanten niet trachtten te verdoezelen. Jci weet wel, wij meenden in het verleden nog als eens wat „Heynsiaansche klanken" te hebbeit gehoord uit het kamp der Vrijgemaakten. En daar zijn we hier vuurbang van. Want Heynsianisme vereenzelvigen we üer met Arminianisme, wat het in den grond ook is. Ook houden wij er een eigen, positieve verbondsheschouwing op na, die, hoewel niet kerkelijk geijkt, dan toch in elk geval over 't algemeen bij ons de „gangbare meening" is, en ook zoo wordt voorgesteld op den kansel. Beide, prof. Hoeksema en prof. Schilder hebben hun best gedaan om elkaar beter te leeren verstaan en begrijpen. En ik mag hier ook wel zeggen, dat ze daarin zijn geslaagd. Wij verstaan elkaar nu beter dan te voren, er is heel wat licht opgegaan over de terminologie. Wij hebben ook 'opnieuw uitgevonden, dat als twee menschen oogenschijnlijk hetzelfde zeggen, dan is het daarom nog niet hetzelfde. Professor Schilder zou wel zeggen: De vraag 1:3 maar: at bedoelt u daar mee? " Tevens hebben we uitgevonden, dat prof. Schilder ook geen vriend is van de Heynsiaansche voorstelling. We hebben jullie professor dan ook den titel „Gereformeerd" gegeven. En dat is altijd een eeretitel, vooral als P r o t e s - tahtsch Gereformeerde menschen dat zeggen. En als jullie geen slechter Gereformeerden onder de Vrijgemaakten hebt dan prof. Schilder, dan zijn jullie ook erg bang voor het Remonstrantisme. Ik ben er van overtuigd, dat we dichter bij elkaar zijn gekomen, en ook, dat we als kerken over en weer elkaar meer moeten zoeken. (Het is toch goed Gereformeerd om oecumenisch te zijn, niet waar? ) 'k Zou er nog heel wat over kunnen schrijven, maar dk moet stoppen.

Op het einde van de Conferentie hebben de aanwezigen prof. Schilder nog iets ter gedachtenis meegegeven. En de pennen, die hij meekreeg schrijven misschien nóg vaardiger dan de oude. Als ze maar niet tè scherp zijn. De professor was er wel mee ingenomen. Ik zou haast zeggen, hij werd er een beetje verlegen onder. En zoo zijn we dan van elkaar gescheiden en met nieuwen moed, onderwezen, gesterkt, getroost en opgebouwd, gaan we weer aan den arbeid.

Op Vrijdagavond, 7 November, hebben we nog een afscheidsvergadering gehad, 't Was echt gezellig; je weet wel hoe ze dat in Amerika kunnen doen. Daar zijn toen ook nog hartelijke woorden van , dank en waardeering gesproken. We dóen hier de dingen natuurlijk een beetje anders dan in Nederland. Professor Schilder kan zich echter heel gemakkelijk bij onze gewoonten en gebruiken aansluiten. En hij komt heelemaal niet uit de hoogte. Als hij hier kwam, dan zouden we gauw een „Amerikaan" van hem maken. (Dit laatste is bedoeld in den goeden zin des woords.) Wij gevoelden ons thuis bij hem en hij gevoelde zich thuis in ons midden. Die lange reis is niet voor niets ge-

weest. We hadden in bepaalde streken wel grooter : scharén willen zien, maar God, die wel met scherpe scharen werkt, werkt niet altijd met groote scharen.

Ds W. Hofman brengt prof. Schilder nu naar New-York. We hebben onzen gast gehaald, noode zien we hem weer vertrekken, maar de arbeid roept hem in Nederland, en we willen hem ook weer op reis brengen. Persoonlijk had ik graag mee gewild naar New-York, en zelfs heel graag naar Nederland, maar we hebbén werk in eigen gemeente en ik had den moed niet om mijn kerkeraad nog wéér 'n week verlof te vra­gen. Dominees moeten ook niet te veel „pleizieren"!

We wenschen prof. Schilder een voorspoedige reis en we hopen en bidden, dat hij nog vele jaren mag dienen in de kerken, waar de Heere hem een naam •en een plaats g|geven heeft. Hij heeft een druk tijdje • achter den rug, hoewel hij het zelf een mooie vacantie NOEMT.


1) Deze brief werd ons toegezonden door Ds J. D. de Jon^, predikant In de Prot. Ref. Church te Grand Rapids (een echte Friesch, afkomstig uit Hallum. Fr.). Hij gaf toestemming dit schrijven door te geven voor de lezers van De Ref., daar deze natuurlijk zeer belangstellend zijn ook eens een bevoegde stem (Ds De Jong was praeses vai de 1.1. Synode te Chicago) te hooren uit den Prot. Ref. Kring zélf betreffende de indrukken die Prof. Schilder op deze broeders maakte. v. S. 66 ,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 november 1947

De Reformatie | 8 Pagina's

BUITENLANDSCHEKERKEN

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 november 1947

De Reformatie | 8 Pagina's