GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

A en B voorheen en thans, I.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

A en B voorheen en thans, I.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De hierboven geschreven twee letters A en B herinneren ons aan een tijdperk uit de geschiedenis onzer Kerken, dat nog niet zoo heel lang achter ons ligt: aan de jaren na de vereeniging van de ChristeUjke Gereformeerde Kerk met de Nederduitsche Gereformeerde Kerken; wil men het wat meer populair zeggen: aan den tijd na de vereeniging van de Afgescheidenen met de Doleerenden in 1892. tot aan de samensmelting van de laatste twee plaatselijke Kerken, die na de vereeniging van 1892 nog zelfstandig naast elkaar waren blijven staan.

In het algemeen is dat een bekende zaak. In de kerkelijk goed meelevende gezinnen heeft men daarover genoeg gesproken, en zoo hebben de Idnderen daarover in den regel voldoende gehoord om daarvan het noodige te weten; die zijn dat zoo ongemerkt gewaar geworden, doordat in him aanwezigheid thuis daarover de gesprekken liepen. Daarom is het ook van zoo groot belang, dat men al dergelijke dingen in huis met elkaar bespreekt in de-aanwezigheid van de kinderen: dan komen die er vanzelf mee op de hoogte, wat er aan de hand is. En ik geloof, dat er heden ten dage niet weinigen zijn, die van deze kwesties meer weten door hetgeen ze van hun ouders hebben gehoord, hetzij die er met elkaar over spraken, of ook met anderen, dan uit hetgeen ze daarover in boeken en geschriften hebben gelezen.

Niet allen onder ons weten dat echter zoo precies, en daarom merk ik voor hen even op, dat in het jaar 1834 de zoogenaamde Afscheiding heeft plaats. gevonden, waarmede werd getracht om de afgeweken Kerk weer tot reformatie te brengen. De persoon, die daartoe vooral den stoot heeft gegeven, was ds Hendrik de Cock te Ulrum. Velen hebben zich aan diens zijde geschaard; van de predikanten was het aantal maar heel gering, en we moeten tevens niet voorbijzien, dat ook van het orthodoxe deel van de leden der Kerk zich een groot aantal afzijdig heeft gehouden en maar niet tot den stap der „Afscheiding" kon komen, precies als het tegenwoordig gaat met de vrijmaking. En zij hadden ook weer betzelfde argument, als vandaag: zij wilden „de Kerk niet uit".

Ongeveer vijftig jaar later kwam een gedeelte van het nageslacht van die achtergeblevenen weer tot uittreding, ook weer met de bedoeling om de „Hervormde kerk" te reformeeren; thans onder leiding van den predikant dr Abraham Kuyper. Zij noemden zich „doleerende Kerken", en namen officieel den naam van Nederduitsche Gerefoijmeerde Kerken aan, terwijl de Kerken der Afscheiding den naam Christel ij ke Gereformeerde Kerk droegen.

Zoo leefden deze twee groepen van Kerken naast elkaar, tot eindeüjk in 1892 een vereeniging van beide plaats had, waarop ze den naam van Gereformeerde Kerken in Nederland aannamen.

Er waren nog al moeiUjkheden te overwinnen, eer het zoover was, en een gedeelte van de „Afgescheidenen" was het niet met de vereeniging eens, en bleef zich Christelijke Gereformeerde Kerk noemen, en bestaat nog heden onder dien naam.

Maar in die vereenigde Kerken was de eenheid ook nog niet dadelijk in alles voUedig. Zij hadden elk een eigen geschiedenis achter zich liggen, die zij niet zoo maar konden verloochenen; zij moesten nog naar elkander toegroeien. Er was nu één kerkverband, maar ^plaatselijk bleef het in vele Gemeenten, zooals het voorheen was geweest: de beide Kerken bleven plaatselijk zelfstandig naast elkaar bestaan onder een eigen Kerkeraad. In de plaatsen, waar dat het geval was, werd (daar men als naam voor de vereenigde Kerken had aangenomen: GEREFORMEERDE KERKEN) de oorspronkelijk Christelijke Gereformeerde Kerk genoemd Gereformeerde Kerk A, ende voormalige doleerende Kerk heette Ge r, e formeer Je KerkB. Volgens het Jaarboekje van 1893 was dat in zes en tachtig plaatsen (het geval, als ik goed geteld heb.

(Ik merk hierbij echter op, dat deze benaming A en B eigenlijk niet de „Afgescheiden" en Doleerende Kerken aanduidde, want de letter A werd gegeven aan de Kerk, die plaatselijk het langste had bestaan, zoodat in twee plaatsen de Doleerende Kerk A heette, en de „Afgescheidene" B (Dieren en Grijpskerke). Bovendien waren er enkele plaatsen, waar reeds langeren tijd twee Kerken naast elkaar bestonden, die uit de „Afscheiding" waren voortgekomen (naast de Ohr. Geref. Kerk ook de Chr. Geref. Gemeente); dat• was op vijf plaatsen zoo: Dordrecht, Haarlem, Leiden, Middelburg en Zierikzee. Daar werd de oudste Kerk ook A genoemd (meestal de Chr. Geref. Kerk) en de dan in jaren volgende-(meestal de Chr. Geref. Gemeente) Geref. Kerk B; en was er dan ook nog een Kerk van de Doleantie'bij gekomen, dan heette die Geref. Kerk C na 1892; 'dat was het geval bij de eerste vier van de vijf.)

Geleidelijk smolten die A-en B-kerken plaatselijk sajnen, maar het heeft geruimen tijd geduurd, voordat het zoover was, dat de laatste twee althans formeel hadden opgehouden naast elkaar te bestaan. In het Jaarboekje van 1934 komt de naam A en B nog voor, maar in het Jaaroverzidht van het Jaarboekje van het volgende jaar lezen wij onder meer: „Wij kennen geen A en B meer".

Zoo was dus in 1934 de samensraelting tot stand gekomen in de plaats, waar A en B'het langst naast elkaar waren blijven bestaan, n.l. in Ambt VoUenhove.

Over het al of niet wenschelijke van dat naast elkaar bestaan van dg A-en B-kerken is verschillend geoordeeld. Jk weet, dat er geweest zijn, die het jammer hebben'gevonden, omdat er een stuk geschiedenis mee werd prijs gegeven, en ook de laatste rest van een principieel bezwaar, dat men van de zijde der „Afgescheidenen" steeds tegen de Kerken der Doleantie had gehad, n.l. dat die zich niet onmiddellijk bij de bestaande Christelijke Gereformeerde Kerk hadden gevoegd, inaar een eigen kerkformatie vormden. Principieel was deze zaak met de vereeniging van 1892 echter beshst geworden, daar men zich toen als twee bestaande Kerkverbanden heeft vereenigd, en daarmede elkaars bestaansrecht wederkeerig erkend. Zoo was de samensmelting niet anders, dan de noodzakehjke consequentie van het toen aanvaarde beginsel van wederkeerig bestaansreöht.

Men kan natuurhjk de vraag stellen, of dat juist is geweest, en of de broeders van de Doleantie in 1886 terecht de Christelijke Gereformeerde Kerk zijn voorbijgegaan, en terecht zijn overgegaan tot het formeeren van een eigen kerkverband.

Die vraag is ook wel gesteld, zoowel voor 1892 als ook nog na de vereeniging, en men heeft van weerszijden toen ook wel gevoeld, wat daar aan vast zat.

Toen de Doleantie een feit was geworden, begon men van de zijde der Christelijke Gereformeerde Kerk zich af te vragen, waar men met de doleerenden aan toe was, en we vinden dat in geschriften ook weergegeven. Een van de eersten die een brochure uitgaf, was prof. Helenius de Cock; het geschrift heet: D e Christel ij k e Gereformeerde Kerk en de Nederduitsch Gereformeerde Kerken. Men krijgt den indruk, dat hem alles nog niet duidelijk is in de wederkeerige verhouding, maar één ding heeft hij goed gevoeld: „Onze gemeente te Amsterdam heeft dus als zelfstandige gemeente, afgescheiden van de Hervormde, geen recht van bestaan". Verder: „Vereenigen onzerzijds zou dus niet anders zijn dan terugkeer tot de kerk, die door ons is verlaten en een erkennen, dat wij verkeerd 'hebben gehandeld door ons af te scheiden. En, vereenigen van de doleerenden met ons zou hunnerzijds niet anders wezen, dan te verbreken de kerkelijke gemeenschap met de hervormde gemeenlie' en de erkenning van het wettig bestaan der Christelijke Gereformeerde Kerk. En dit laatste nu is meer dan het eerste een oorzaak waarom, zoo ik meen, van de zijde der doleerenden, de vereeniging niet gewild wordt".

Prof. S. van Velzen geeft in hetzelfde jaar een brochure uit, waarin hij van bezwaren niet wil weten, en het pimt van de wettigheid geheel laat rusten. Anderen hebben het weer zeer scherp naar voren gebracht. Wanneer de kerkeraad van de Doleerende Kerk te Ambt VoUenhove in 1891 een brief aan den kerkeraad van de Chr. Geref. Kerk aldaar richt, dat hij van meening is, dat er naar den wil van God plaatselijk geen twee Kerken mogen bestaan, die niet in één kerkverband leven, en verklaart den weg der vereeniging op te willen, dan antwoordt de kerkeraad van de Chr. Geref. Kerk daarop o.m.: , , Ook ons smart het, dat er twee Gereformeerde gemeenten naast elkander in ééne plaats bestaan Wat ons aangaat, wij zouden het nooit gewaagd hebben, naast eene Ger^f. Gemeente, nog eene tweede, in eene zelfde plaats te formeeren. Wie hiervan de oorzaak zijn, zullen het oordeel er van' dragen". En in DE VRIJE KERK van 1890 verklaart ds H. Beuker: „Het is niet mijn doel, dat de doleerenden tot ons zullen overkomen, om in de Chr. Geref. Kerk te worden ingelijfd, zo.oals gij van mij schijnt te veronderstellen. Wel waren ze dit, volgens het gereformeerde beginsel, van meet af aan verplicht geweest, wijl onze Kerk reeds een halve eeuw bestond Dat ze dit in '86 niet deden, w a s d e eerste publieke zonde der doleerende n".

Dat zijn zoo een paar stemmen, en het is een feit, dat Kuyper en de mannen van '86 het van 1886 tot 1892 niet erg hebben gevonden, dat er twee plaatselijke Gereformeerde Kerken naast elkaar bestonden, niet in één kerkverband. Zij hebben ziehzelve' geproclameerd als de ware Kerk in Nederland, waar volgens de beUjdenis ieder zich had bij te - voegen, al bestond er ook de Chr. Gereformeerde Kerk.

Maar zoo is A en B in de geschiedenis onzer Kerken een grootheid van zuiver historischén aard, en herinneren die twee letters ons er aan, wat wij zijn geweest en geworden in het verleden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 januari 1948

De Reformatie | 8 Pagina's

A en B voorheen en thans, I.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 januari 1948

De Reformatie | 8 Pagina's