GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uit het verband treden der Indische kerken.

Ds IJ. K. Vellenga — synodocratisch — heeft onlangs 4 of 5 kolommen volgeschreven over D. E. C. en mij, zonder de kwestie te raken. Daarover dus niet meer. We hebben hem ook gesignaleerd onder de capitulanten voor „Eindhoven". Daarom rekenen we ons verplicht, hem ook ditmaal te citeeren, als hij in zijn Kerkblad voor Drente en Overijsel opmerkt:

Reeds eerder werden hier de argumenten aangehaald, die de Indische kerken gebruikten om het verzoek tot "„onafhankelijkheidsverklaring" te staven.

Het merkwaardige er van is, dat ze niet zeggen: we'wonen hier ruimtelijk zo ver van het moederland af, maar dat ze zeggen: we staan hier geestelijk zo ver van de Gereformeerde Kerken af.

Want daar komen die argumenten op neer.

Men heeft In Indlë „weinig of geen affiniteit" voor „typisch hollandse vragen". Men heeft er „geen belangstelling voor de kwesties, die in verband met de kerkscheuring In Nederland in discussie waren en zijn".

„Menselijkerwijze gesproken" zou de evangelisatie onder de Indo-Europeanen „bevorderd worden", als de Indische kerken van de kerken in Nederland losgemaakt werden.

„Personen van gereformeerde belijdenis, die in Nederland tot andere kerkgemeenschappen behoorden", zouden zich in Indlë eerder bij een zelfstandige gereformeerde Icerk aansluiten.

„Een zelfstandige Indische gereformeerde kerk" zou „te gemakkelijker" haar eigen plaats Innemen „in de nieuwe structuur In Indlë".

Dat waren de argumenten, op grond waarvan de elf min één gereformeerde kerken In Indlë een zelfstandig synodaal verband bepleitten.

Gereformeerde kerken, zoals ze In Nederland zijn, zouden niet passen in „de nieuwe structuur In Indië", tndoeuropeanen zouden er zich niet bij willen voegen, „personen van gereformeerde belijdenis" uit de Hervormde Kerk, de Christelijke Gereformeerde Kerken, de Gereformeerde Kerken naar art. 31 K.O., de Oud Gereformeerde Gemeenten zouden zich niet gemakkelijk aansluiten, enzovoort.

Als wij in Indië zulke gereformeerden moeten zijn als gij In het moederland zljt, passen we hier niet, en we hebben er ook geen zin in zo te zijn — aldus de korte zin der argumenten.

En onze synode heeft gezegd: vooruit dan maar.

En het werd een „historisch ogenblik" genoemd.

Het verloop van deze zaak heeft voor mg Iets zéér onbevredigends. »

Niet zó, dat ik mij niet zou willen neerleggen bij het besluit onzer synode om de Indische kerken te geven wat ze vragen. Als een groep van kerken uit het kerkverband wil treden. Is dat niet te keren en moet men er zichuiteindelijk bij neerleggen. Als morgen aan de dag de kerk van Amsterdam uit het kerkverband wil treden, is er geen kerkelijke macht die haar belemmeren kan aan haar voornemen uitvoering te geven. Dan zal men alles proberen om haar van zo'n stap te weerhouden, maar er zich uiteindelijk bij moeten neerleggen, als ze doet wat ze wilde.

Maar het verloop van de zaak der Indische kerken acht ik onbevredigend, omdat die kerken, gehoord de argumentatie van haar verzoek, het verband met onze kerken hebben willen verbreken, omdat het nederlandse gereformeerde leven te benauwd zou zijn voor de Indische wereld. Het gaat hier maar niet om een formele verbreking van het verband met onze kerken. Wat bemerkten ze daar in Indië eigenlijk v£m? Als ondanks het feit, dat men weinig van die band kou bemerken, die band toch als een drukkende last gevoeld werd, en men er vrij van begeerde te wezen, betekent dat, dat het geestelijk leven, gelijk dat in ons kerkverband geleefd wordt, de gereformeerden in Indië niet ligt.

En nu zit het mij dwars, dat dit niet eens uitgepraat, desnoods uitgevochten is.

Of het gereformeerd kerkelijk leven goed en recht Is, of inen daarvoor „affiniteit" moet hebben dan wel het afwijzen, hangt niet af van klimaat, levensomstandigheden, staatkundige verhoudingen of numerieke sterkte der kerk in een bepaalde omgeving, maar daarvan of het goed is naar de Schriften en recht is voor God.

Als het goed en recht is voor de Heere in Nederland, dan Is het dat ook in Indië en als het tn Indlë niet goed en recht Is, is het dat ook niet In Nederland.

Toen men in Constantinopel streed over het leerstuk van de Godheid van Christus, en het voor de niet-ingewijde neerkwam op een gekijf over één letter, zullen de christenen tn de donkere wouden van Germanlë misschien ook niet veel „belangstelling" gehad hebben voor „de kwesties", die In de verte aan de orde waren, maar het heeft ze toch niet belemmerd zich te conformeren en ze hebben niet gezegd: daar houden we ons hier bulten.

We gaan nu over en weer elkanders attestaties erkennen; predikanten kunnen over en weer beroepen worden.

Waarom dan niet die van de Gereformeerde Kerken naar art. 31 ? Of van de Christelijke Gereformeerden ?

Het zal overbodig zijn te vertellen, dat naar mijn oordeel de vrijmakerij in ons land niets anders is dan verwerpelijke kerkscheuring. En even overbodig zal het zijn te zeggen, dat vele van de uitingen der vritjgemaakten mij tegenstaan. Af en toe is daarover hier wel eens Iets gezegd.

Maar de geest, die „De Reformatie" ademt — afgezien van als het er om gaat de kerkscheuring te rechtvaardigen en van de aanvallen waarin Iemands goede trouw zonder meer verworpen wordt —^is mij veel aangenamer, dan de geest van de argumenten, die gediend hebben om de Indische kerken los te maken uit ons kerkverband.

Nog eens: als iemand niet meer met ons samenleven wU, is hij niet te houden. We moeten ons bij het besluit van de synode neerleggen.

Maar Uc had toch zo graag nog wat anders gehoord uit haar mond, dan het veelregeUge besluit, waarvan de korte inhoud niet anders is dan: vooruit dan maar.

We laten ook loopen wat ds V. schrijft over „De Reformatie"; daarover kunnen we pas goed praten, als hij de fijne puntjes van de debatten raakt. Maar als hij „zoo graag" wat gehoord had uit den mond zijner synode, en nu over haar klaagt, dan zeggen we: u zult blijven doleeren, als u blijft wachten op een synode. Waarom heeft de synode niet wat van U gehoord, en van uw k e r k e r a a d ? Gij hebt gezien en gehoord, dat die Indische kerken doodeenvoudig w e i g e r d e n , te gehoorzamen aan de uitwerp-synodes (zie ons vorig nummer). En nu hebt gij, ds Vellenga, wel den duisteren moed gehad, te „schorsen" (toen ge nog meendet, dat de ijver van Ridderbos zulks verlangde), en ge kwaamt dus wel achter het stelletje opgewarmde haagsche aceusatoren van 1944 aan te loopen, die den lucifer moesten reiken, waarmee de synode, die naajr „geen bloed dorst", den boel in brand kon steken. Maar waarom hebt gij niet, desnoods met Barkey Wolf aan den arm, het meppelsche telegraaflcantoor bestormd, om een „J'aocuse" te telegrafeeren naar het kerkelijk Bureau van den Opperkerkeraad-synode ?

Gij kunt niet.

Want ook gij zeult achter de synode, d.w.z. achter de leiders aan. En ook gij slaat de plaatselijke kerk in boeien.

En nu zit ge met een geknauwde consciëntie: ge hebt goede en trouwe meppelaars uitgejaagd terwille van Ridderbos en ook zelf stemmetje gespeeld tegen revolutionaire Indiërs — ook al terwille van Ridderbos. Maak u eens vrij van heel die revolutie-groep en houd u aan het Beding van art. 31.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 april 1948

De Reformatie | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 april 1948

De Reformatie | 8 Pagina's