GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSVERSLAG 3e SYNODE-WEEK (vervolg)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSVERSLAG 3e SYNODE-WEEK (vervolg)

16 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zitting van Donderdag 4 November.

Het was uit de pers bekend geworden, dat in de zittingen der Synode van dezen dag de zaak der „Samenspreking" aan de orde zou komen. En uit het groote aantal van belangstellende broeders en zusters, die gekomen waren om deze. zittingen der Synode bij te wonen, bleek het wel hoe deze zaak in onze kerken een algemeene belangstelling heeft.

De praéses laat aan het begin der vergadering zingen Ps. 121 : 1, leest daarna Ps. 121 en Ps. 122 en gaat voor in gebed.

De behandeling der zaak waar het in deze zitting om zal gaan is voorbereid in Commissie I. Deze heeft haar rapport ingediend onder den titel: „Rapport betreffende punt 7 van het agendum inzake het vraagpunt eener „Samenspreking" met de Deputaten der Synode-Duursema".

Prof. Schilder treedt op als rapporteur. Het voorlezen van het rapport neemt zoo goed als geheel de morgenzitting in beslag. Voor den inhoud van het rapport moge verwezen worden naar het breedvoerig overzicht daarvan, zooals dat opgenomen is in „De Reformatie" vaii Zaterdag 13 November 1948.

In de middagvergadering vangt de. bespreking aan, waarvan we het volgende memoreeren.

Ds Bosscha heeft nogal bezwaren tegen de conclusie waar het rapport toe komt om geen nieuwe deputaten meer te benoemen voor contact-opening met de gemeenschap die ons uitwierp. Als het nog mogelijk is om mondeling tot een situatieteekening te komen, dan moet aan de mogelijkheid daarvan nog meegewerkt worden. Er moet nog een laatste appèl op de gewetens worden gedaan. Als de deputaten nu verdwijnen dan zullen er in onze kerken verwarringen komen. Men zal dan plaatselijk willen, gaan samenspreken.

In den loop der nog volgende bespreking diende Ds Bosscha in aansluiting aan zijn bezwaren tegen rapport en conclusies het volgende voorstel in: „De Gen. Synode benoeme een aantal deputaten en stelle een aantal vragen op, daarmede een appèl doende op de gewetens en ter verkrijging van een duidelijke situatieteekening.

Zij machtigt haar deputaten deze vragen mondeling aan de deputaten der kerken aan de overzijde voor te leggen en in een mondeling gesprek antwoord op deze vragen en op deze alleen te verkrijgen, gewaarborgd door een stenografisch verslag, om te komen tot een concrete situatie-teekelüng.

Voorts machtigt de synode deze deputaten, om, indien zij bijeenroeping eener vervroegde synode wenschelljk mochten achten, hiervan, onder aanwijzing van de gronden van hun gevoelen, aan de roepende kerk en e.v. ook aan Classis en Part. Synode mededeeling te doen".

Dit voorstel van Ds Bosscha wordt gesteund door Ds M. de Goede en Ds W. J. van Otterlo.

Br Troostheide vraagt of het wel behoorlijk doordacht Is, wanneer men zegt, dat spreken geen zin heeft indien over en weer de posities onveranderd zijn. Wij hebben tegenover de „synodalen" nog een taak. Het is onze roeping, die menschen voortdurend te wijzen op hun zonden en op te roepen tot bekeering. De kerkzonde gaat daar door en de verlating des HBEREN gaat verder. •Daarom blijft er voor ons een roeping om tot hen te hlijven spreken. Spr. herinnert dan ook aan wat de kerk van Bilthoven aan de Synode in overweging heeft gegeven, n.l. om het laatste voorstel der „s^odale" deputaten, zooals dit is gepubliceerd in „De Reformatie" van 26 Juni '48, door de Synode onder bepaalde voorwaarden aanvaard worde.

Ds de Goede merkt o.a. op, dat hij meent, dat ééri van de grondstellingen van het rapport deze is, dat wanneer er wederzijds niets veranderd Is. samenspreking geen zin lieeft. Maar, zegt hij, er zijn kerken, die, hoewel zij weten dat er niets veranderd is, plaatselijk de samenspre-Mng opgenomen hebben. Is het nu juist, dat wanneer wij de conclusies aanvaarden, het zóó is, dat wij van zulke kerkeraden zeggen: zij doen iets wat kerkelijk ongeoorloofd is?

Spr. kan zich voorstellen, dat men verontwaardigd is over de „synodale" methode om hier en daar een buitje binnen te halen.

Maar anderzijds, wanneer plaatselijk de zaak ernstig aangepakt wordt, dan zal er toch geen kerkeraad zijn, die niet toestemt, ASX deze zaak een generale (verbands) beteekenis heeft.

Is er ook niet dit misverstand, dat sommigen reeds van samenspreking spreken, wanneer er alleen maar van situatie-teekening gesproken kan worden?

Ds van Bruggen herinnert aan het door vele kerken gesteunde voorstel van de kerk van Assen. Dit voorstel bedoelde te vragen: laat ons pogingen doen om te kunnen bepalen of samenspreking zin heeft. Wanneer duidelijk blijkt, dat het geen zin heeft, dan benoeme men geen deputaten meer.

Spreker Is door het rapport overtuigd, dat het geen zin heeft om opnieuw deputaten te benoemen. Hij acht, dat in het rapport en In de conclusies aan den zin van het voorstel-Assen is voldaan.

Ds Wlelenga vraagt: nu de deputaten niet verder kunnen komen of nu de synode zelf misschien geen poging moet doen om te kunnen komen (niet tot samenspreking), maar tot een situatie-teekening? Moeten de kerken daar nog geen laatste poging' toe doen ? Is dit appèl verboden? Spr herinnert aan de mogelijkheid die de Classis 's-Gravenhage aanwees.

Prof. Veenhof is getroffen door de priesterlijke bewogenheid van het rapport.

Spr. herinnert aan de discrepantie die er is tusschen. wat de synodocratische kerken officieel doen en v/at zij zeggen door hun deputaten. Door deze discrepantie is het gansehe synodocratische bedrijf van de laatste jaren gekenmerkt. Met verschillende voorbeelden wordt dit dan door den spreker toegelicht.

Spreker herinnert er ook aan hoe de synodocratische deputaten gebonden zijn aan een situatie-teekening die door him eigen kerken eenmaal gegeven is. Een situatieteekening die hierop neerkomt, dat deze kerken, naar hun eigen - zeggen, de vrijmakings-actie revolutie noemen. En dat geschorste ambtsdragers niet meer erkend mogen worden als wettige ambtsdragers In Gods huis.

Laat ons terugkeeren, zegt spreker, tot de sterke liefde die zegt: bekeer u en doe de ergernissen weg. En laten wij deze (voorgestelde) besluiten aannemen en den klaren weg (Jer kerk gaan.

Br V. d. Berg zegt, dat hij den geest vertolkt van de Part. Synode die hem afvaardigde, waimeer hij zegt, dat hij dankbaar is voor de duidelijke taal van het rapport. Hij is ook dankbaar daarvoor, öat hiermede acties als die van de Conferentie van Oosterbeek afgewezen worden. Door verdere samenspreking, zoo oordeelt hij, zouden we alleen maar weer in den mist geraken. Hij herinnert nog eens aan een brief aan de Gen. Synode van Groningen 1946, Acta bijlage IS.

Prof. Deddens spreekt ook zijn dankbaarheid uit voor het rapport dat de kwesties tot in het hart heeft aangepakt. Spr. herinnert aan de kerk van Breda, die reeds in 1946 vroeg om niet meer In te gaan op verzoeken tot samenspreking.

Men vraagt nu wel: laat ons nog trachten te komen tot een laatste afsluitende handeling. Maar dat vroeg men In 1946 in Groningen ook. En men zou dat zeker op een volgende synode ook weer vragen. Spr. wijst op het Schriftbewrjs uit het boek Job, dat In het rapport Is aangehaald. En hij noemt daarbij de vermaning van den Apostel Paulus: „Verwerp een ketterschen mensch na de eerste en tweede vermaning".

Wanneer wij geen deputaten meer benoemen, dan wil dit niet zeggen, dat niet iedere vrijgemaakte zou kunnen blijven vragen: doe ons recht.

Ds Bos van Haarlem is ook dankbaar voor rapport en overwegingen. Hij vraagt alleen: is wat in het rapport staat de eenige consequentie? Is het niet gewenscht, dat wij deputaten benoemen, die dan rekening kimnen houden met ev. bekeering en dus elke reactie van de andere zijde kunnen opvangen?

Wanneer Prof. Schilder aan de beantwoording der sprekers toekomt, dan begint hij ofti met blijdschap te constateeren, dat er, dank zij Gods genade, onder ons geen Ingrijpende verschillen zijn.

Er Is gevraagd: moet er nog geen laatste appèl uitgaan? Maar wij kunnen niet inciringen in de vraag of ons appèl het laatste is. Daarin beslissen niet wij, daarin beslist de HEERE. Dus appèl van vandaag ligt In de eindconclusie. Br Is ook gezegd: wanneer wij geen deputaten meer benoemen, dan zijn wij zonder adres. Maar dit is nlst zoo, omdat er altijd is het adres van de roepende kerk voor de volgende Synode.

Op de vraag: moeten wij niet nog eens op mondelinge samenspreking aandringen met vragen zèg ik — zegt spreker —: „neen", mits wij de deur voor een echte bekeering niet sluiten. Dit staat ook in de besluiten. Waar het bewijs van die bekeering komt, daar moeten de kerken haastig gaan doen, wat zij doen moeten. Dan moet er een synode komen. Want ons hart gaat immer uit naar hen, die den wil des HEEREN willen doen. Er Is ook gevraagd: is het contact, dat de kerken plaatselijk opnemen ongeoorloofd? Dat hangt er maar van af, zegt spreker. We mogen met iedereen praten, maar alleen binnen de grenzen van onze kerkelijke bevoegdheid. De • kerken hebben zich gesteld onder de regelen der K.O. Daar zijn de regelingen voor het kerkverband bij. Dit mag niet vergeten worden. Er zijn algemeene, dus meer dan plaatselijke, zaken aan de orde.

Spreker besluit zijn beantwoording met een herinnering aan wat de HEERE in Zijn Woord zegt in situaties als waarin de kerk nu geleid is. Woorden Gods, waaronder wij door het geloof zullen buigen om ook in dezen den weg des HEEREN te gaan.

In de avondvergadering wordt de bespreking voortgezet. De rapporteur beantwoordt de sprekers nog eeai maal. Aan het einde der bespreking verkrijgt de voorzitter van Commissie I, Ds den Boeft, nog het woord, die er aan wil herinneren, dat er vele schapen van de kudde van Christus zijn die vragen: houd ons niet op; wij erkennen geen roepmg tot samenspreking meer. Wij ziijn nu verder. En wij moeten verder. Laat ons samen trouw blijven in de bediening en m de bewaring van het Woord.

Daarna wordt overgegaan tot stemming.

Het voorstel van Ds Bosscha wordt overwogen. (Drie afgevaardigden stemden er voor).

De overwegingen en conclusies en besluiten, waarmede het rapport eindigt, worden daarna aangenomen met twee stemmen tegen.

De praeses spreekt hierna zijn blijdschap er over uit, dat deze zaak zóó behandeld kon worden. Wij willen dit aannemen uit de hand des HEEREN.

Laat ons voorts bereid zijn om te dienen de zaak die God ook in onze handen gelegd heeft.

God, onze God, breide Zijn handen uit over onze kerken en wijze ons den weg in alle dingen.

De in deze zaak aangenomen conclusies luiden als volgt: De synode,

gelet op Inhoud en verloop van de correspondentie, die gevoerd is tusschen de deputaten der synode-Duursema; eenerzijds en de deputaten onzer Gronüigsche synode anderzijds, ter zake van een door de synode-Duursema verzochte ontmoeting ter overweging eener mogelijke „hereeniglng", en beslissing nemende ten aanzien van bij haar te dezer zake ingekomen stukken,

A. CONSTATEERT:

1. de deputaten der synode-Duursema hadden nog in Februari 1948 zelf de opvatting, dat de bepaling hunner Zwolsche synode niet insloot, dat In het kader van het met onze deputaten verlangde en inmiddels geopende contact geen enkele brief zou m'ogen worden gezonden (Acta Synode Eindhoven, art. 91);

2. hun Eindhovensche synode bevestigde deze opvatting en ging ermee accoord;

3. deze deputaten hebben dan ook onderscheidene brieven tot de onze gericht;

4. nog him laatste synode sprak de hoop uit, dat verdere pogingen van deze deputaten (welke pogingen blijkbaar van mondelinge samenspreking werden onderscheiden) onder den zegen des Heeren zoiiden lelden tot een mondelinge samenspreking nadat , , voorshands schriftelijk" gehandeld was;

5. desondanks hebben de deputaten der synode-Duursema geweigerd, medewerking te verleenen , aan een poging tot wederzijdsche, summiere, ondubbelzinnige, schriftelijke situatieteekening op korten termijn, zooals deze door de Gronihgsche deputaten terecht werd gezien als een allereerste voorwaarde voor een waarheidsgetrouw antwoord op de vraag, of mondelinge samenspreking na het geopende sdhriftelilke contact nog zin zou hebben gehad, en of deputaten als dienaren van Christus' kerk daartoe van 's Heeren wege gerechtigd zouden zijn;

6. tengevolge van deze weigering der deputaten der synode-Duursema staan „De Gereformeerde Kerken in Nederland" thans twee jaren nadat deze synode zelf om een samenspreking verzocht had, nog steeds zonder antwoord op de kardinale vraag, of er, en zoo ja, welke eventüeele nieuwe en dan betere inzichten althans bij deze deputaten leven o.a. ter zake van de valsche binding aan onschriftuurlijke leeruitspraken, en inzake de ook daarop gegronde met Schrift en kerkenordening duidelijk strijdige, en ook anderszins afstootende daden van schorsing, afzetting, buiten-verband-plaatsing van getrouwe ambtsdragers en kerken, en inzake herhaald verbod van het gebruüs der sacramenten;

B. OVERWEEGT:

1. niettegenstaande het feit, dat zij zelf zeiden, contact met onze kerken te begeeren, hebben de kerken welke ons hebben uitgestooten op allerlei wijze, o.a. op een dusgenaamde oecumenische synode, en ook in haar Zwolsche en Eindhovensche synoden de ongoddelijke besluiten van 1944 gehandhaafd, bekrachtigd, en doen bekrachtigen;

2. en onderscheidene nieuwe besluiten met betrekking tot'andere vraagpunten hebben zij welbewust de leerstellige, kerkrechtelijke en ethische kloof tusschen hare en onze. kerken verbreed, instee van ook maar het geringste pogen te ondernemen om die kloof te dempen;

'3. in haar officieele handelingen hebben zij dus de bekeering geweigerd en den Heiligen Geest opnieuw wederstaah;

4. bovendien gaan zij zelf en haar deputaten met kerken en deputaten niet eerlijk en niet open om; want:

a) terwijl haar deputaten beslist weigeren met de onze mee te werken tot het verkrijgen van een wederzijdsche samenvattende schriftelijke situatieteekening op korten termijn betreffende die punten, die in geding zijn, en die alle de kerken in het gemeen raken, daar staan diezelfde punten, blijkens hun instructie, gereed om hun kerkeraden

bij te staan, als deze met hen in overleg zouden wiUen treden over wat zij noemen „herstel van plaatselijk geslagen breuken";

b) uit niets blijkt, dat deze instructie van de deputaten der synode-Duursema 'zou zijn gewijzigd, en dit, niettegenstaande in 1946 onzerzijds officieel ter kennis gebracht was, dat onze Groningsche synode publiek haar afkeuring had uitgesproken, tegen zulk oneerlijk handelen, dat de nog te voeren algemeene en het kerkverband regardeerende besprekingen vooruit liep en vooruit deed loopen;

c) terwijl zij zelf verklaren, dat de plaatselijke Ijerken altijd ipso facto alles besloten hebben wat hun synode heeft besloten, en dat deze plaatselijke kerken al die besluiten te allen tijde onvoorwaardelijk voor vast en bondig hebben te houden, totdat ze eventueel zouden zijn teruggenomen, daar trachten zij die zóó spreken, onze kerkeraden langs indirecten weg te bewegen tot handelingen, Welke met deze door-haar als goddehjk, beschouwde, en tot in tuchtmaatregelen toe gehandhaafde, beschouvrfngen ten eenenmale strijden;

d) op groote schaal ondernemen thans onderscheiden kerkeraden aan de overzijde zulke, op hun eigen standpunt ongeoorloofde, en den arbeid der deputaten negeerende of doorkruisende handelingen;

C. en BESLUIT.

1. Deputaten onder dankzegging voor hun bemoeiingen te déchargeeren:

2. Geen nieuwe deputaten voor contact-opening met de gemeenschap, die ons uitwierp te benoemen, omdat: a. de deputaten der synode-Duursema geweigerd hebben te voldoen aan wat, gezien him eigen vraag om contact, van hen verlangd worden mocht, en, gelet op het recht des Heeren van hen geëiseht worden móest;

b. de kerken, namens welke gezegde deputaten optreden, thans op groote schaal de actie van.de door haar synode begeerde deputaten en ook van de onze saboteeren en doorkruisen met oneerlijke daden van kerkscheurende bedoeling;

c. deze synode tegenover de kerken schuldig zou staan, indien zü harerzijds aan de bestendiging van dezen toestand van verscherpte onwaarachtigheid zou medewerken, doch veeleer den thans ondernomen acuten aanval op het werk Gods in de vrijmaking heeft te zien als blijk van voortgaande onbekeerlijkheid, en als oorzaak van verscherping van het bestaande ethische conflict tussohen uitwerpers en uitgeworpenen, ja als een schuldig spel met de sleutelen des hemelrijks.

3. Zich voor het tegenwoordige te bepalen tot: a. de herinnering aan de bij herhaling om 's Heeren wil gegeven verzekering, de eenigheid des geloofs te wil-

len_ onderhouden met allen die in leer en kerkregeering ziclï houden of gaan houden aan het Woord Gods, de Drie Formuheren van Eenigheid en de aangenomen Kerkenordening;

b. de verzekering, dat de gemeenschap, die ons uitstiet en .van Godswege blijft opgeroepen tot bekeering van binding aan valsohe leeruitspraken en andere daden van kerkscheuring, aanstonds door ons zal kunnen en moeten aangehoord worden, zoodra zij in bondige besluiten betering des levens zal hebben beloofd en bewezen en dus óók zal opgehouden zijn met het pogen, onze plaatselijke kerken, gelijk ook haar eigen kerken, te doen vergeten, dat geen enkele plaatselijke breuk waarlijk geheeld wor-, den kan, zonder dat de zonden van en in het kerkverband, herroepen worden, in welk geval iedere daartoe bevoegde kerkelijke vergadering de roepende kerk kan aanschrijven om een vervroegde synode;

c. opneming 'van dij; rapport met conclusies in de acta, met vrijgeving van het auteursrecht van dit rapport onder kennisgeving van dit besluit (met toezending van de acta) aan de deputaten der synode Duursema, en aan dé in het Groningsche besluit voorts genoemde instanties, alsmede (voor wat het desbetreffende deel der acta betreft) aan wie zich te dezer zake hebben gewend tot de synode".

Zitting van Vrijdag 5 November.

De praeses opent de vergadering, laat zingen Ps. 35 : 13, leest II Cor. 13 : 7—11 en gaat voor in gebed.

Na het appèl nortiinaal rapporteert br. de Boer namens Commissie XV over een tweetal stukken (waarvan één van de Particuliere Synode in Groningen) betreffende ontheffing van het Zondags-rijverbod voor auto's.

In de bespreking wordt naar voren gebracht dat dit eigenlijk een zaak is die elke kerk voor zichzelf kan behartigen. En dat bij ev. moeilijkheden de Deputaten voor correspondentie met de Hooge Overheid, zulk een kerk zouden kunnen bijstaan.

De Synode neemt in aansluiting aan deze opmerkingen dan ook een voorstel aan van Ds Visee, dat luidt: „de Synode .besluit deze zaak niet in behandeling te nemen, aangezien deze zaak niet tot de kerken in het gemeen behoort en daarom aan de betrokken kerken gemotiveerd antwoord te geven.

Br Pool leest danjhet rapport van Commissie I over de exploitatierekening en de balans van de „Stichting Voor de financieele verzorging voor de opleiding tot den dienst des Woords in de Geref. Kerken in Nederland" over de jaren 1946 en 1947.

Na eenige bespreking besluit de Synode, in overeen-' stemming met de voorstellen van Commissie I:

a. aan de leden der Stichting dank te zeggen voor de vele en gewichtige werkzaamheden door hen verricht; b. er bij de Stichting op aan te dringen dat de achterstand in' de controle op de financiën der Stichting zo» spoedig mogehjk worden ingehaald en zulk een achterstand in de toekomst worde vermeden;

c. aan de Stichting nog geen décharge te verleenen vanwege het ontbreken der rapporten van het accountantskantoor.

Hiermede is de synode aan het einde van haar werkzaamheden voor deze week gekomen.

De praeses laat nog zingen Ps. 32 : 6, waarna de assessor in dankgebed voorgaat.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 november 1948

De Reformatie | 8 Pagina's

PERSVERSLAG 3e SYNODE-WEEK (vervolg)

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 november 1948

De Reformatie | 8 Pagina's