GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Geallegeerd sermoen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geallegeerd sermoen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het handboekje onzer kerken heeft Prof. P. Deddens een uitgave van de kerkenordening bezorgd, waarin hij bij diverse artikelen oude en nieuwe synodebesluiten heeft geallegeerd oftewel aangehaald.

Daaronder zijn interessante besluiten, waard om aan de vergetelheid te worden ontrukt. Zoo bijvoorbeeld het besluit van de synode van Dordrecht 1578, dat ge vindt bij artikel 68:

„Op de vraag of het oorbaar is, dat de Dienaars in hun predikaties de oude Vaders allegeeren en de toehoorders op de geschriften der nieuwere scribenten wijzen als die van Luther, Calvijn etc? wordt geantwoord: men zal de artikelen der christelijke leer in de predikatie met geen andere dan alleen met geruigenissen der Heilige Schrift bevestigen. Maar de getuigenissen der Vaderen zal men matig gebruiken mogen, voornamelijk waar men de papisten van hun hardnekkigheid moet overtuigen. Maar de namen der nieuwere scribenten zal men in de predikatie geheel nalaten."

Wie 's Zondags geregeld ter kerk gaat of nog wel eens gedrukte preeken leest, kan licht in de overtuiging leven, dat althans dit synodebesluit algemeen „voor vast en bondig" gehouden wordt. Men hoort hoogst zelden oude „Vaders" citeeren of de geschriften van nieuwe scribenten „allegeeren".

D. E. C. heeft het bij zijn weten slechts twee maai meegemaakt. Den eersten keer, toen een dominee, vlak na een tractementsverhooging, bij een preek over een tekst uit Mattheüs zich beriep op Grosheide's toen pas verschenen commentaar. De gemeente was er heelemaal niet door ontsticht. Ze had veeleer het prettige gevoel, dat de pas verhoogde bijdragen toch maar prima belegd waren en haar rente wel opbrachten!

En den tweeden keer heeft hij gehoord, hoe een dominee, in de eerste gemeente intree-prekende, tot staving van de waarheid een van de noten uit Zahn's commentaar kwam te allegeeren. Ook dat ontstemde de gemeente niet. Ze was er bepaald mee in haar sas, er zat studie in dat mannetje!

Maar overigens — men hoort het zelden.

Maar wat niet openlijk geschiedt, dat gebeurt soms clandestien. Allegeeren en allegeeren zijn twee: het kan geschieden met en zonder vermelding van des geallegeerden naam. Het eerste gebeurt bijna nooit, het laatste schijnt wel eens voor te komen. Maar D. E. C. haast zich daarbij het oordeel der liefde te vellen, dat in het preekboekje van dominee de geallegeerde plaatsen keurig tusschen aanhalingsteekens zijn geplaatst met aan den voet van de bladzijde de verwijzing naar den geciteerden „Vader", diens werk en de vindplaats. Dat is ook heel eerlijk van dominee. En het is voorts dominee's geluk en der toehoorders ongeluk, dat het met aanhalingsteekens in het preekboekje is als met sela in de psalmen: men slaat ze bij het lezen beide over.

Toch kan zulk allegeeren, als het in een en dezelfde preek wat druk geschiedt, wel - z'n gevaren hebben: als er zoo'n heele wolk van getuigen aankomt. wordt het licht wat nevelachtig en wordt de preek een allegaartje van het allegeeren. Maar het kan ook anders.

Een ervaren homileet, liet eens bij 't maken van de preek het schoon sermoen van een nog meer ervarene hulpdienst doen.

Maar op het oogenblik, dat hij er de schaar in wilde zetten — de lijmpot stond gereed — werd hij met ontferming over het schoone stuk bewogen. Het ging hem als de moeder in Salomo's gericht, toen uit des rechters mond 't bevel weerklonk haar kind te vierendeelen.

Met dit verschil, dat de dominee erbarmen had met den papieren schat eens and'ren en dien zelf behield, terwijl de moeder van zooeven het eigen kind behouden wild' en aan den vreemde geven.

Om kort te gaan: jaren geleden, preekte ergens een dienaar van elders, 's Morgens over den verloren zoon.

Maar het bleek, dat de preek, •— algemeen gewaardeerd — volkomen was geallegeerd. Een meester, onder het gehoor, las haar nog zeer onlangs zijn gade voor!

Nu was die meester een voorzichtig man. Over zooiets praatte hij in den regel niet, waar de kinderen bij waren. Maar de beste breister laat wel eens een steek vallen en zoo gebeurde het, dat een van de jongens in dat huis 's middags twee preeken vond: een over den verloren zoon, een over den oudsten zoon uit de gehjkenis. Beide van Dr J. C. de Moor. En toen de eerste preek gelezen was en 't plagiaat ontdekt, werd ook de tweede samen met een vriendje doorgenomen.

En prompt kwam in de avondkerk de voortzetting van 't morgenwérk.

Toen dominee aan 't eind de preek behoedzaam in de preekjas streek, heeft een leek die iets van Goethe had geleerd dien dichter vrij geallegeerd: „De Moor heeft thans zijn plicht gedaan. De Moor kan gaan".

Waarmee D. E. C. maar zeggen wil, dat het toch zijn nut kan hebben, dat Prof. Deddens dat oude be­ sluit eens voor den dag heeft gehaald.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 30 april 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

Geallegeerd sermoen

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 30 april 1949

De Reformatie | 8 Pagina's