GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Embarras du choix

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Embarras du choix

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ondergeteekende, blijkbaar ook dhr Zinkstok, vermoedelijk iedereen, dacht: dr de B. zal het hebbeu over Calvijn-niet-contra-de-veronderstelde-wedergeboorte (zie boven.) Hij schrijft evenwel zelf: wie op die conclusie bouwt, dien help ik uit den droom: , , de vraag, die ik besprak, was, of Calvijn leerde, dat het sacrament qua talis (lees: tale, K. S., het sacrament als zoodanig) het aanwezig geloof bezegelt". Dit dan in tegenstelling met drs Z.'s, en mijn, en anderer naieve opime, dat dr de B. het zou hebben over het zinnetje van „cand. S." en düs over de , , veronderstelde wedergeboorte". Maar we zijn nu beter geïnformeerd: de beste uitlegger is de man zelf, die sprak. Onderwerp nummer één.

Maar nu vragen we dr de B.: bedoelt u met „wsdergeboorte" de kuyperiaansch verstane? Dan beteekent: „aanwezig geloof" meteen: „aanwezige wedergeboorte". Bedoelt u de niet-kuyperiaansch verstane? Dan denkt u allicht aan art. 24 der belijdenis, waar staat, dat het waarachtig geloof den mensch wederbaart, Oók In dat geval is het zeggen: „geloof Is aanwezig" evenveel als het andere: „wedergeboorte is asjiwezlg". Het gaat mij moeilijk af te kiezen tusschen drs Z.'s exegese van de bedoeling van dr de B. én die van dr de B. zelf.

Nog zwaarder wordt ons de keus, als we verder lezen, , dat dr de B. zijn citaten, in het Geref. 'Wkbl. in het veld gebracht tegen dat ééne zinnetje van cand. S., heeft gegeven, om te doen zien, dat iemand, die een verldaard tegenstander is van de leer van de z.g. veronderstelde wedergeboorte niettemin erkent, dat de sacramenten wel degelijk zijn een verzegeling van 't werk van den H. Geest IN ONS en NEET MAAR van de BELOFTE ervan. Als ik goed begrijp. Is de neven-bedoeling dus óók: te bewijzen, dat „cand. S." zich nog al van dr v. d. Linde (van wien eveneens aanliallngen uit Calvijn door dr de B. aangehaald waren) distancieert. Dat kan zijn. Maar ik vraag, en ben waarschijnlijk zeer onnoozel: als dan dr v. d. Linde .gelijk heeft, en als tenminste hy dan Calvijn zoo citeert, dat hij zich niet van dezen distancieert, is dan „het werk van den H. Geest IN ONS" nu (althans) óók de wedergeboorte, ja dan neen? Dr de B. mag kiezen: kuyperlaansche of eonfessloneele opvatting van de wedergeboorte. Onderwerp nummer twee.

En nu nog een derde: dr de B. schrijft: dhr Z. onderscheidde niet scherp tusschen de kwestie van art. 33, door mij besproken, en die van de , , veronderstelde wedergeboorte". Die laatste, zoo verklaart hij, en ik sta verbaasd, is door hem „zelfs niet genoemd". Ach, neen: maar toch wèl door dien candidaat, in dat ééne zinnetje, dat u zoudt aanwijzen als zich van Calvijn nog al dlstancleerend ? Toen Goliath tegen David zei: komt ge met stokken op me af, als tegen een hond, en niet met een zwaard als tegen een held, toen kreeg hij de kans niet meer, te zéggen: ik heb zijn wapen niet eens genoemd. Maar zoü hij het gezegd hebben, als hij nog de kans gekregen had? Hoe het zij: de kwestie van art. 33, — ziedaar onderwerp nummer drie.

Embarras du choix alzoo: dr de B. sprak over de onderstelde wedergeboorte? Over de vraag of het sacrament aanwezig geloof bezegelt? Over art. 33? Over het werk des Geestes IN ons, en dan NIET MAAR de belofte ervan.

Ik zal me wel wachten voor een keus: maar Ik wil het

toch nog eens hebben over dat art. 33, en over dien Calvijn, en over dr de B. Dat bewaren we dus'nog.

Elén troost: de „verzachtende omstandigheden" voor drs Zinkstok groeien vast In tal en last: hoe meer mogelijkheden ter keuze, hoe méér van die verzachtende omstandigheden. Dhr Z. dacht Inderdaad: dr de B. zou het hebben over cand. S. en DUS over de onderstelde wedergeboorte. Nu weet hij het: dr de B. noemde ze niet eens. Ktj ging dus met al zijn citaten aan cand. S. voorbij, of — Ik heb mijn leven lang verzachtende omstandigheden te pleiten bij het lezen van zulke apologetische lectuur.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 augustus 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

Embarras du choix

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 augustus 1949

De Reformatie | 8 Pagina's