PSALM 126
(vertaling N.B.G.)
Toen, ons de HEER heeft uitgeleid, 't gevangen Sion heeft bevrijd, werd onze mond met vreugd vervuld. O, HEER, die ons verlossen zult •— 't was ons een droom, al wat w' ontvingen! De HEER deed bij ons groote dingen. Ja, onder heid'nen zei raen toen: Hij wild' hun groote dingen doen.
HEER, wend ons lot dan door uiü hand als beken in het Zuiderland. * Hij, die het zaad met tranen zaait, zal juichen, als hij vruchten maait. Hij gaat al weenend langs de voren en draagt bedroefd den buidel koren; voorzeker met gejuich, b HEER, zijn schooven dragend, komt hij weer.
of: HEER, wend ons lot gelijk uw hand de beken wendt in 't Zuiderland.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 25 maart 1950
De Reformatie | 8 Pagina's