GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

OP VERSTROOIDENREIS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

OP VERSTROOIDENREIS

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De terugtocht naar Soerabaja verliep vlot. Voor een brug moesten we stoppen omdat een deel van het brugdek verwijderd was. Dat kon echter snel worden verholpen. Een ander incident maakte me duidelijk hoe het oor der soldaten geoefend wordt op het onderscheiden van de geluiden die wijzen op gevaar. „Hoor", zei mijn-cha\iffeur, „er. wordt geschoten, voor in de colonne". Ik had niets, maar dan ook niets gehoord. Toch had de chauffeur gelijk: de motorordonnans had geschoten. Onder een brug die wij moesten passeeren zat bij aankomst van het convooi een inlander te morrelen. Toen wij naderden nam hij de beenen. Aan het bevel van den motorordonnans om te bUjven staan werd niet voldaan, waarop de ordonnans hem neerschoot. Het heele voorval had zich m enkele seconden afgespeeld, en ik had er niets van gemerkt. Het vermocht, nadat het mij verteld was, mijn gemoedsrust ook niet te storen.

We kwamen zonder ongelukken te Soerabaja terug, en de reis naar Kediri behoorde tot het verleden.

Daarop volgde de trip naar Malang. Zoowel op deri weg daarheen als in de stad zelf was het erg onrustig. Om me de gevaren van den tocht over den weg te sparen probeerde collega Dun een pipercup' voor me te charteren, maar dat mislukte: de officier-vlieger die er over beschikte was net voor onze aankomst op het vliegveld ermee verdwenen in andere richting. Dus maar terug naar de groote brug, die door alle vervoer moet worden gepasseerd, dat van Soerabaja naar Malang gaat. Daar stond ik een uur toen er eindelijk een militair voertuig me verloste uit de verzengende hitte van de tropenzon, die zoo ongeveer in het zenith stond. Het was een scoutcar (een gepantserde drietonner). De pantserplaten van dat ding kunnen wel tegen een stootje. Toch werd de deugdelijkheid van het staal niet geprobeerd tijdens mijn aanwezigheid in dat ding, en dat vond ik heelemaal niet erg. Ik kwam ermee tot Porrong, ongeveer dertig kilometer van Soerabaja af in de richting Maling. Daar weer wachten op verder vervoer. Inmiddels begon de maag te jexiken, maar daar •wist een Chinees in zijn restaurantje wel raad op. Onder den maaltijd verschenen daar ook een paar B-B-ambtenaren, die in een pickup reden, maar zonder militair convooi niet verder mochten. Na eenig wachten verschenen er twee jeeps, voorzien van automatische wapenen, die de réis naar Malang maakten. Wij daar achteraan (want ik mocht meerijden in de pickup). Zeer krijgshaftig heb ik daar achter in die pickup gezeten. Want de twee heeren in de cabine hadden nog een karabijn bij zioh voor reserve, en aangezien ik ongewapend was kreeg ik dat ding in mijn vingers met de vereerende opdracht om van achter uit het voertuig te schieten als er ploppers het in hun hoofd mochten halen het vuur op ons te openen. Blijkbaai* was mijn verschijning daar achter op die pickup echter zoo indrukwekkend, dat niemand het waagde ook maar één schot te lossen. Wat heel prettig was. Want ik wist nu wel hoe ik een kogel uit het magazijn van een karabijn in den loop moest grendelen en het is ook geen kunst om een rukje aan den trekker te doen, waardoor veeK lawaai ontstaat en een kogel uit den loop schiet, maar raak schieten, daar komt nog iets meer voor kijken. Dat weet mijn vriend Jan Mulder uit Overschild nog wel, met wien ik eens op jacht ben geweest, en van wien ik mijn eerste schietles gehad heb. Met zijn dubbelloopsgeweer zou ik trachten op 'n pas of twintig afstand een dampaal te raken. Maar hoewel het jachtgeweer met hagel gevuld was kwam er geen korreltje in den dampaal terecht. Zoodat iedereen begrijpt, dat de konijnen en hazen me hartelijk uitlachten. Mijn vriend Jan Mulder natuurlijk niet, die vertrok geen spier van zijn gezicht. Je kunt toch. als ouderling ook je dominee niet iip. zijn gezicht uitlachen. Nee ik was beter geschikt om het wild uit zijn schuilplaats op te jagen. Maar daar voelde ik op weg naar Malang niet veel voor, want konijnen en fazanten kunnen zelf niet schieten, maar ploppers wel. En je kunt hooit weten hoe een plopper een dominee schiet, evenmin als hoe een dominee soms toch een haas vangt.

In Malang was ik de gast van broeder Overzet. Deze broeder is een niet onbekende in het Gereformeerd kerkelijk leven van Indië. Hij is gepensioneerd Adjudant Onderofficier van het KNIL. Hoewel al over de 70 is hij toch maar weer naar Indië gekomen, want in Holland beviej. het hem toch niet. Daar zal zijn echtgenoote ook wel wat schuld aan hebben, want dat is een volbloed Javaansche. Als je broeder Overzet vraagt of de vrijmaking in Indië wel noodig is, omdat de Indische kerken d© „binding" van 1944 toch niet meer hebben sinds hun zelfstandigwording, dan antwoordt hij: „Vrijmaking is hier nog veel harder noodig dan in Nederland, want het kerkelijk leven

werd hier de laatste tientallen jaren al ondermijnd door een voortvretend syncretisme".

En nu moet ook niemand me meer vertellen dat inheemsche christenen van kwesties als in 1944 in Nederland aan de orde waren toch niets snappen. Want •dan verwijs ik hen naar Mevrouw Overzet, die evengoed over een en ander mee kan praten als haar man. Deze broeder en zijn vrouw hebben heel wat mogen doen voor onze militairen in Malang. Zij waren er steeds welkom en boden er een gezellig onderkomen. Wat heb ik daar dien nacht ook heerlijk geslapen onder echte ouderwetsche degelijke gewatteerde dekens. Malang ligt namelijk hoog in het bergland, zoodat het klimaat er heerlijk is, nog heerhjker dan' te Bandung. Dat beteekent echter meteen, dat de nachten er zeer koud zijn, en dat je'met welbehagen zoo'n echte hoUandsche dikke deken over je rug heen trekt en er knus onder wegkruipt. NatuurUjk verstond mevrouw Overzet het beter dan wie ook om echt Indisch eten klaar te maken. Dat is dan voor de liefhebbers en voor de fijnproevers. En dan maakte ze nog haar excuus omdat zij beweerde dat het nog lang niet was zooals het eigenlijk moest. - .

Onze militaire contactmaii'" in Malang was destijds de sergeant majoor Godschalk, sneef van een broeder in Batavia van dienzelfden naam. Deze sergeant majoor was bij den militairen inlichtingendienst. En wie daarbij is, weet, wat er in het militaire leven alzoo te koop is.

Ze hebben een drukken en zeer veel van hun zenuwen vragenden dienst, deze mannen. Groote verantwoordelijkheden liggen op hun schouders. En wie dit werk van den inlichtingendienst met een vrij geweten voor (jod en de menschen wil doen heeft het niet ge­

makkelijk. Denk maar eens aan vragen als:

„Waaraan mag je je agenten wagen? "

„Welke methodes zijn wel, en welke niet geoorloofd om gevangen vijanden aan het spreken te krijgen? " Bovendien staan deze menschen bloot aan het gevaar dat zij slaaf worden van dit inlichtingenwerk, er niet meer af kunnen blijven en daarvoor ook onnoodig kerkdiensten gaan verzuimen en ui het algemeen voor het kerkwerk in den troep verloren raken. Gelukkig was br Godschalk in dezen strik niet gevangen, integendeel. Ook hij heeft veel voor het werk in Malang mogen beteekenen. Daarbij had hij dan te kampen met alle moeiüjkheden die zich in het verstrooidenwerk voordoen.

Nu eens was de kring Malang talrijk, dan weer ingekrompen tot een twee-of drietal. De eene week alle troepen in de stad, de volgende week alles naar buiten. Ikzelf trof het dan ook niet best. De jongens waren naar buiten en er was geen denken aan dat ik vervoer los zou krijgen voor een bezoek naar de posten. Veel te link om daar vrijwilligers aan te wagen. Zoodat ik in de stad had te blijven. Behalve een paar burgers viel daar nog een verpleger van het hospitaal te bezoeken.

Het bezoek aan dien verpleger kwam het eerst op het programma voor. Godschalk duidde mij den weg uit en ik ging op weg op een fiets, gekleed in militair kaki, dat ik steeds draag als ik op verstrooidenreis ben. Na enkele straten doorgefietst te hebben had ik het gevoel verkeerd gefietst te zijn. En dat niet alleen, ik had ook het gevoel, dat ik het beste deed maar gauw te verdwijnen uit het straatje waarin ik terecht gekomen was. Ik fietste eerst nog door, want ik had het gevoel een lafaard te zijn en me angstig té maken voor niets. Verbeelding toch! Doortrappen! Maar de alarmbel van binnen ging al harder luiden, en ik keerde om tot op een punt waar ik zeker wist weer op den weg te zijn die me door Godschalk gewezen was. Daarna kreeg ik langs den grooten weg het hospitaal in het oog. Ik had me eerst op een binnenwegje begeven, dat rechtstreekscher naar het hospitaal leidde en dat helaas in meer dan éèn opzicht. Want op den avond van dezen dag vertelde Godschalk me, dat er omstreeks zoo en zoo laat in dat en dat straatje een nederlandsche militair, zelf hospitaalsoldaat zijnde, door twee in burger verkleede agenten van 'n moordploeg neergeschoten was. Genoemde moordenaars hadden achter dien militair gereden, die zelf ook op de fiets was, en toen in dat nauwe strsiatje hun revolver getrokken. De militair had de beweging van het trekken van het wapen in de spiegelruit van een vnnkel waargenomen en kon daardoor nog een manoeuvre maken waardoor het schot althans niet rechtstreeks doodelijk was.

Deze mededeelingen van den heer' Godschalk maakten me duidelijk, dat nog geen vijf minuten nadat ik het bewuste straatje met het gevoel, dat ik een lafaard was, ontvlucht was, deze moordaanslag was gepleegd.

Toen was ik toch wel erg dankbaar, dat ik omgekeerd was. De bewarende hand Gods had zich weer eens duideUjk aan me getoond.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 april 1950

De Reformatie | 8 Pagina's

OP VERSTROOIDENREIS

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 april 1950

De Reformatie | 8 Pagina's