GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VERKUYL en KUYPER

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VERKUYL en KUYPER

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Heer G. Goossens, Semarang, schrijft in „Ons Maandblad" (correspondentieblad voor de leden der Geref. Kerken in Indonesië), een orgaan „van ons" dus, over de brochure van dr Verkuyl. In Persschouw brachten we haar reeds ter sprake; onze lezers zijn dus reeds eenigermate georiënteerd. We geven het artikel hier door:

Nog vóórdat Dr Zuidema en de Zendingsdeputaten hun staakt-het-vuren-overeenkomst hadden getekend (v/aarop we in het slot van ons vorig artikel doelden), kwam er een nieuwe aanval op het zendingsfront, meer speciaal op één der vooraanstaande figuren: Dr J. Verkuyl.

En weer ontbrandde de strijd over de aangenomen houding tegenover het communisme.

houding tegenover het communisme. De aanval werd geopend in het Gereformeerd Jon--feelingsblad, orgaan van de Ned. Bond van Jongelingsverenigingen op Gereformeerde Grondslag (synodaal). De heer Ad. Kuiper opperde ernstige bezwaren tegen enige bladzijden uit een in Indonesië verschenen boekje van de hand van Dr Verkuyl: „De Geest van Communisme en Kapitalism-e en het Evangelie van Jezus Christus". Klaarblijkelijk was dit vlugschrift • bedoeld als voorlichtingslectuur voor Indonesische jongeren en ouderen. Daarin had de heer Kuiper niets meer of minder aangetroffen dan „een redenering, in wezen even gevaarlijk als het communisme zelf".

Later is de aanval nog verscherpt en verhevigd door Dr P. G. Knibbe uit Leiden, die in een bijzonder heftige brochure de Zending, en met name Dr Verkuyl, met bittere verwijten heeft overstelpt.

Althans als we afgaan op de mededelingen van een .scribent in de Geref. Kb. (syn.), classis Gorinchem (door „De Reformatie" overgenomen).

Deze had de brochure van Dr Knibbe met „trillende verontwaardiging en steeds stijgende ergernis" gelezen.

We hebben het geschrift van de heer Knibbe niet gelezen, en'hoe opwindend de lectuur — blijkens de mededelingen in bovengenoemd kerkblad — ook moge zijn, we betreuren dit niet. We menen voldoende te zijn ingelicht, als we vernemen, dat een „kleine bloemlezing" van beschuldigingen reeds het volgende omvat: Dr Verkuyl heeft een revolutionaire infectie ondergaan; bij hem openbaart zich openlijk een socialistische doorbraakmentaliteit; zijn voorstelling van zaken is typisch socialistisch; hij is typisch volgeling van de revolutionaire tijdgeest; Dr V.'s optreden werkt het communisme in Indonesië in de hand.

En dan nog te moeten geloven, dat de schrijver — zoals hij zegt — de ergste beschuldigingen zijn lezers wil besparen!!

Is er duidelijker bewijs nodig om aan te tonen, dat in synodaal-antirevolutionaire kring allen, die zich in-_ spannen het ledental van kerk en partij te redden, voor . «ep uiterst zware en da.arbij ondankbare taak staan ? Nauwelijks is' het Zuidema-kanon vernageld en nu dit weer!

Wij houden echter niet van die achteraf-ontladlngen Van opgekropte ergernis. Als iemand enige jaren aaneen de ontwikkeling in de Zending (Kerk!) èn in de partij (het lukt ons nimmer deze terreinen te scheiden) heeft gadegeslagen; als hij de (zendings-) Synode van Eindhoven heeft laten passeren zonder wakker te worden; idem de Synode van Den Haag; als hij de critiek van Gereformeerde zijde (o.a. „De Reformatie") op de gang van zaken in de niet-meer-Gereformeerde Zending (eenheidsfront-met-revolutionairen!) heeft genegeerd; als hij allerlei zonden in de Kerk heeft laten voortwoekeren, en nog steeds laat voortwoekeren, dan is een bittere brochure een pover achteraf-resultaat.

Zoiets riekt naar spijt over een verloren zaak. Niet naar berouw, die vrucht is van bekering.

Het is wel opvallend, dat de geprikkeldheid zich vooral openbaarde kort vóór en na de „souvereiniteitsoverdracht", waarbij niet het geringste resultaat viel aan te wijzen van vier jaar lang koppig nee-schudden en nee-zeggen van de partijgenoten in de Kamer.

Is het dan werkelijk zo'n verschrikkelijk boekje, dat Dr Verkuyl schreef?

De buitenkant ziet er foei-lelijk uit: zwart en rood, een hamer en een sikkel (natuurlijk), een rode grijphand met wat geldstukken en (ook natuurlijk) een kruis.

De inhoud is aanmerkelijk beter, dan men op grond van de scherpe critiek van de zijde der broeders-geloofsgenoten van Dr Verkuyl zou mogen verwachten.

Er staan goede dingen in, uitnemende dingen zelfs. Bepaald nieuwe dingen niet, maar ze zijn wel in een kort bestek helder en veelal fris voorgedragen.

Er staan ook zeer bedenkelijke dingen in. Of er bij zijn, die „in wezen even gevaarlijk zijn als het communisme zelf", durven we niet beoordelen. Elke afwijking van Schrift en Belijdenis is uiterst gevaarlijk. Vporal als een hele Synode het doet.

Evenwel, die bedenkelijke dingen zijn ook niet nieuv/. Dr Verkuyl promoveerde enige jaren geleden aan de V.U. op een proefschrift: „Enkele aspecten van het probleem der godsdienstvrijheid in Azië". Daarin ontvouwde hij enige beginselen, welke o.i. in flagrante strijd zijn met de Schrift en de Belijdenis. We leverden daarop indertijd uitvoerige critiek in „De Reformatie". In de synodale pers werd het boek uitbundig geprezen. Mogelijk ook door de leiders van de Jongelingsbond? We weten het niet.

Dr Verkuyl heeft namelijk nogal hoge verwachtingen van het menselijk geweten en dientengevolge van de „volksconscientie".

Geheel „in de lijn van Kuyper" (en de Ethiek van Geesink-Hepp) gaat hij er van uit, dat de mens een zedelijk bewustzijn bezit, dat tot zijn natuur behoort. Hij bezit bepaalde rechtsbeseffen, die hem Ingeschapen zijn. Zulke rechtsbeseffen kan de mens uiteraard niet kwijt raken, ook al zou hij 't willen, ze behoren immers tot zijn natuur? (Net als de zonde.) Het is mogelijk, dat hij die kennis van het Recht een tijdlang onderdrukt, maar lang kan dat nooit duren, de natuur zal op de duur sterker blijken dan de leer. Vooral als er „gewetenwekkende arbeid" (een term, die Dr V. gaarne ge-; bruikt) wordt verricht. In dit geval zal het „volksgeweten" te allen tijde — op grond van dat ingeschapen rechtsbesef — op de juiste wijze reageren. „De Kerk" moet getuigen (ook een terminologie, die Dr V. gaarne gebruikt) tegen al wat leugen is en geen waarheid in een of ander politiek of religieus stelsel. Aldus verricht ze gewetenwekkende arbeid.

In de gedachtengang van Dr Verkuyl moet het dus niet alleen mogelijk, maar ook vanzelfsprekend zijn, dat er samenlevingen bestaan of bestonden met een vrij behoorlijk ontwikkeld rechtsbestel, geheel buiten enige kennis van God om, zuiver op basis van dat natuurlijke rechtsbesef.

Uiteraard zal hij het ook voor onmogelijk moeten houden, dat er ergens een maatschappelijk bestel lange tijd stand houdt, of er moeten waarheidselementen en rechtsfactoren in aanwezig zijn, want de natuur herneemt zijn rechten. Hij vond die dan ook in het communisme. Zeer veel zelfs. In het nationaal-socialisme waren ze „nauwelijks te vinden". Maar dat komt dan misschien, doordat dit stelsel niet de gelegenheid kreeg zo lang stand te houden als het communisme? Zo zouden we willen vragen.

We willen hier aanstonds bij opmerken, dat we niet zóveel bezwaar hebben tegen die waarheidselementen en rechtsfactoren in het communisme (of liever in de communisten, die mogelijk beter zijn dan hun leer) als de heren van het Jongelingsblad. Daarover later. We vinden echter het nationaal-socialisme wel wat stiefmoederlijk behandeld.

Eeist willen we er de aandacht op vestigen, dat Dr Verkuyl zichzelf is gebleven in zijn proefschrift, dat zo'n goede pers had. („Zo is het", schreef menigeen), en in zijn vlugschrift „De Geest van het Communisme enz." ii

Ten tweede willen we er op wijzen, dat er geen ingeschapen rechtsbeseffen bestaan. „Van nature onbekwaam tot enig goed en geneigd tot alle kwaad", zegt de Catechismus. Nergens ter wereld kwam of komt ooit enig ontwikkeld of zelfs primitief rechtsbestel tot stand buiten de bijzondere openbaring om.

Verminkt en verbasterd werd die Woordopenbaring (buiten Israël) overgeleverd, van geslacht op geslacht. Sporen en geringe overblijfselen ervan treft men bij alle volken aan. Als men dus onder heidenvolken (de Romeinen b.v.) een vrij hoog ontwikkeld rechtsbestel aantrof, dan zijn de fundamenten daarvan niet te zoeken in het menselijk hart, waar ingeschapen rechtsbesef zou wonen, maar in de overlevering.

Ten derde moeten we toegeven, dat Dr Verkuyl zich voorbeeldig „in Kuyper's lijn" beweegt. De leerlingen zijn dikwijls consequenter dan de meester. We begrijpen dan ook niet waarom de heren van de JongeUngsbond (en o.a. Dr Knibbe) zo schrikken, als ze lezen op blz. 19 van Dr V.'s boekje:

„Het communisme is ook een leugen, een dwaalleer, maar vermengd met zeer veel waarheidselementen (deze woorden staan vetgedrukt in het boekje). De kracht van deze beweging schuilt in de rechtsfactoren, die ze bevat".

Volgens de heer Kuiper „een redenering, in wezen even gevaarlijk als het communisme zelf".

Maar op de boekenplank van elke goed-synodale jongelingsvereuiging zal „A. R. Staatkunde" van Dr A. Kuyper wel prijken als één der bronnen, waarbij alle tegenspraak verstomt.

uaar lezen we (Ui I, blz. 46): „Br is van nature in ons niet alleen de mogelijkheid om de strijd tussen wat recht en onrecht is, te gevoelen, maar ook zijn er uitgangspunten voor het recht zelf, die ons aangeboren, ingeschapen zijn, die niet eerst door ervaring of opvoeding ons zijn ingeprent. Bij onzondige ontwikkeling van ons geslacht zouden deze rechtsinstuicten veel krachtiger in ons hebben doorgewerkt, maar ook in de beperkte en gebrekkige vorm, waarin ze thans nog doorwerken, bieden zij een machtig steunpunt voor de samenleving aan.

We lieten enige woorden vet drukken en merken op, dat die machtige steunpunten voor de samenleving onder een communistisch stelsel toch — in Kuyper's lijn — nimmer kunnen ontbreken: ze behoren immers tot de menselijke natuur en communisten zijn toch altijd mensen.

Op blz. 31 oppert Kuyper de mogelijkheid, dat na zoveel eeuwen „het zintuig van het rechtsgevoel" geheel verstompt ware, maar , , de Gemene Gratie" voorkomt dit.

, , De algemene verwildering is hierdoor gestuit, en ook, waar ze een oogenblik doorbrak, gelijk onder de Septembristen in 1795, en onder de Communarüs te Parijs in 1871, toch ijlings weer teniet gedaan".

In het daaraan voorafgaande betoog zou Kuyper o.l. herhaaldelijk zijn vastgelopen in zijn eigen redeneringen, als hij niet lustig geheel verschillende begrippen als Ingeschapen kennis, vermogens (zintuigen, zoals: reuk, smaak enz.), gevoelens (schoonheid, waarheid enz.), aandriften (zelfbehoud, voortplanting enz.) door en voor elkaar had gebruikt.

Kuyper bedoelt klaarblijkelijk met „zintuig van het rechtsgevoel" een zintuig (als gehoor, reuk enz.), dat ieder mens bezit bij zijn geboorte, met een inhoud (ingeschapen besef van Recht), welke ook ieder mens bezit, krachtens geboorte.

De Gemene Gratie voorkomt dan, dat die inhoud verloren gaat, waardoor volgens K. de menselijke natuur schade zou lijden.

In Kuyper's lijn is het onbestaanbaar, dat ooit In een samenleving het Recht teloor gaat. In een onzondige maatschappij, zegt hij, kan uiteraard geen krenking van het Recht opkomen. Maar in een zondige maatschappij geschiedt dit wel.

Zoura dit geschiedt, ontstaat er echter volgens K. een (natuurlijk) verzet tegen de rechtskrenking „krachtens conscientie (aangeboren rechtsgevoel van ieder mens), religie en publieke opinie (de v/eerklank, die ons verzet, op grond van gelijk afgestemd ingeschapen rechtsgevoel, bij anderen vindt)".

In een communistische Staat valt, zo concluderen we, het tweede van dit drietal motieven tot verzet tegen rechtskrenking uit, maar dan blijven er nog twee over: conscientie en publieke opinie. Hierop baseert Dr Verkuyl zich voortdurend: het persoonlijk geweten en het volksgeweten. De consequentie moet o.i. zijn (maar zover gaat Dr Verkuyl misschien nog niet), dat in een communistische Staat, het Recht beter kan floreren dan in een „kapitalistische", waar de vervallen religie de neiging heeft het natuurlijk verzet tegen het onrecht te smoren door de massa zoet te houden met een gelukkig , , hiernamaals".

Er zijn bij Kuyper gelukkig beteie lijnen te vinden, maar er zijn er toch ook, waarvan de leiders van de Jongelingsbond zullen moeten beweren: „In wezen even gevaarlijk als het communisme zelf". Dit zijn vooral die lijnen, waaraan Dr Verkuyl vasthoudt en waarop hij zelfs aan de V.U. promoveerde, onder enthousiaste synodale bijval. Zie bijvoorbeeld de lijn op blz. 25 en 26 van bovengenoemd boek! Daar is Kuyper bezig te bewijzen, aan de hand van de historie van het oude China, Japan, Egypte, Babyion en zelfs van het oude Amerika, dat buiten de Schrift om een „veelzijdig ontwikkeld Recht" kon ontstaan.

Hij zegt: '„Dit alles was geheel buiten de Schrift om tot stand gekomen, en het is eerst temidden van dit zo veelzijdig ontv/ikkeld recht, dat de patriarchen, dat Mozes en Aaron, dat de profeten, en tenslotte Christus en Zijn apostelen optraden".

We verwachten niet, dat de synodale jongelüigsverenigingen het advies hebben gekregen: Haal A. R. Staatkunde van Kuyper van uw boekenplank weg; het boek bevat redeneringen, „in wezen even gevaarlijk als het communisme zelf". We zouden dit ook geen verstandig advies vinden. Maar we zouden toch, zij het dan ongevraagd, willen adviseren, vooral óók de Catechismusverklaring van Professor Schilder aan te schaffen. Daarin worden in dl I, aan de hand van de Zondagen 2 en 3 vem de Heidelb. Catechismus schriftuurlijke lijnen getrokken. Dan blijft er echter niets over van ingeschapen rechtsbeseffen enzovoort, waaruit de mens, buiten de Schrift om, nog wel iets goeds zou weten te distilleren. Dan vallen geweten en publieke opinie als waarborgen tegen algehele ontaarding volmaakt weg.

Dan blijft alleen de verkondiging van het Woord der genade, dat zeer krachtig is en niet ledig weerkeert. Dit tweesnijdend zwaard is er altijd, , , maar het is een zwaard des Geestes, en de Geest om het tweesnijdend zwaard te hanteren" wijkt van een kerk, waar de deformatie in volle gang is.

Is eigenlijk niet het meest tragische en benauwende van de toestand, de dwaze verbllndmg van hen, die nog wel door het verval van de Staat en het dreigend communistisch gevaar worden bewogen, doch die het noodgeroep van hen, die tot terugkeer tot het levende Woord opwekken, uitkrijten voor extremisme, dweperij, rechtsgerichte revolutie (Knibbe!), hardnekkig weigerende zich te bekeren?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 28 oktober 1950

De Reformatie | 8 Pagina's

VERKUYL en KUYPER

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 28 oktober 1950

De Reformatie | 8 Pagina's