„Feind härt mit

Zijn we vergeten, dat in de oorlogsdagen in de treinen waarschuwingsbordjes hingen: „Felnd hort mlt", pas op je woorden, want de vijand luistert mee? Het Is te prijzen, dat we in ons kerkelijk leven alle geheimdoenerij vermijden. Maar een ander uiterste is, te doen alsof onze kerkbodes, kranten, alleen door , , onze menschen" gelezen worden. Als in een classicaal verslag allerlei vroeger nooit gepubliceerde (en terecht uit de officieele verslagen weggelaten) détails over ds A en „zijn zaak", en over ds B, < Jle in diezelfde zaak een tegen-opmerking plaatst, worden opgenomen, plus de bezwaren, die C en D en E dan weer tegen B of tegen A en B of tegen P en G hebben, gepubliceerd worden, sticht dat dan? Feind hort mit! Even een schaar en een lijmpot bij een synodocraat, en de heele „eenigheid des oecuraenischen zelfgeloofs" wordt getracteerd op het verhaaltje. Terwijl ze zelf wondergoed weet te zwijgen over wat anderen niet mogen weten. Dat tomiddels rechts en links van zoo'n censura fratema met haar al of niet reëele vergroeiingen toch nog groote werken Gods opbloeien — ó& t krijgt natuurlijk bij die schaar en dien lijmpot geen beurt.

Moeten we dan zelf de „werfkracht" van wat door Gods genade werkelijk goed en , , stichtend" is tegenwerken?

Als in een blad 'n paar heel oude gemeene-gratie-zinnetjes van Greijdanus worden gelanceerd, terwijl hij in zijn „Wezen van het Calvinisme" de heele gemeene gratie „gekraakt" heeft, is dat dan evangelisatie? Of theologie?

Als men in hetzelfde blad schrijft over plaatselijke moeilijkheden, die men nauwelijks kent, of kennen ké, n, terwijl elk publiek woord erover de zaak alleen maar verergert, en de herstelling van de rust verhindert door het zien der juiste proporties te verhinderen, sticht dat?

Wanneer de ééne krant — ik denk aan ons eigen blad — op allerlei détails ingaande en niet controleerbare verhalen b.v. over Canada, hoewel toegezonden, in de portefeuille laat liggen, omdat de controle onmogelijk is, en een reeds verblijdende vrucht afwerpende poging tot saneering in de fundamènteele verhoudingen erdoor gehandicapt wordt, en een ander blad neemt 't heele geval in extenso op, bouwt dat?

Ik geloof er geen woord van.

Er is een rechtvaardige afkeer van achterbaksche kerkpolitiek.

Maar er is ook een onrechtvaardige nervositeit, die met wijsheid geen zier te maken heeft. „Feind hort mit"; en als hij alleen 't leelijke doorgeeft, en 't mooie niet hooren, noch doorgeven wil, laat dan in vredesnaam hem niet de kans krijgen, onze eigen menschen de oogen te leeren sluiten voor wat God nog altijd aan heerlijks doet onder en voor ons.

Br zijn er, die 't o zoo best bedoelen, maar die toch huns ondanks een sfeer scheppen, waarin straks anderen zullen klagen: ik zie geen bosch, alleen maar wat boomen. En dan is het te laat - ^ ze wilden geen bosch zien, en hun voorlichters deden niets dan om een paar boompjes heen draalen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen