GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Lpeculatie of analyse van speculatie?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lpeculatie of analyse van speculatie?

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Verleden week hebben we enkele thetlsche opmerkingen gegeven over „God, altijd Subject, doch nimmer object van kosmische therapie". De lezer heeft wel begrepen, dat in die eenvoudige opmerkingen consequenties lagen in de richting van de afwijzing der onder een steeds smaller wordende groep gangbare , , gemeene-gratie-leer". Want in de lijn dezer beschouwing ligt onze opvatting: natuur en conserveering („therapie") v£m het geschapene (ook na den val) is geen , , genade", ook geen , , vloek", doch substraat voor zegen èn voor vloek.

Nu schreven we, reeds geruimen tijd geleden, eens het volgende: , , Het openbaringsllcht leert ons, dat God zich verheerlijken wilde in de betoonüig van zijn rechtvaardigheid en tevens van zijn barmhartigheid, aan welke beide een Adamietische massa was toegedacht als demonstratiemateriaal. Terecht is door Greijdanus opgemerkt, dat voor hypothetische vragen, , , hoe het gegaan zou zijn, wanneer dit niet, of dat wel, geschied wS, re, Indien b.v. de zonde niet in de wereld gekomen ware, geene plaats blijft". Zoo ook niet voor de vraag, hoe het gegaan zou zijn, indien God na den val zijn bedreiging aanstonds had uitgevoerd (hetgeen Hij intusschen wel degelijk gedaan heeft, Hij, de Getrouwe en Waarachtige). Maar wij verstouten ons Ó6k eens, en vragen, hoe het gegaan zou zijn, indien na den val de protoplasten aanstonds waren ter helle gevaren".

En wij betoogden toen: dan zouden „wij" er niet eens geweest zijn. Dan zou er geen hel voor Aclamieten geweest zijn; en met straf over Adamietea had God tóch gedreigd. Is Hij soms niet waarachtig in zijn dreigen? Met andere woorden: als Adam „publiek persoon" is, d.w.z. beslissend (In zijn gedrag) mede voor zijn kinderen, dan zou Göd, indien Adam „direct ter helle gevaren was", de aangewezen „publieke" persoon hebben gestraft als privé-persoon. En dat kan niet. Wie tot publiek persoon is aangesteld, kan niet als privé persoon langs eet» achterdeur uit het paradijs naar een hel-voor-slechtstwee-personen worden weggedaan. Men moet de „verschrikkelijke" beteekenis van Adam als publiek persoon niet door onwezenlijke speculaties over een mogelijk verderf van Adam als privé persoon wegredeneeren.

Nu heeft Berkouwer vlam gevat op die woorden van ons: „maar wij verstouten ons óók eens". Hij zei: maar nu vang Ik u in uw eigen woorden. Nu gaat ge zelf óók speculeeren.

Maar wij meenen, dat Berkouwer hier ónze analysevan-spe< !ulatle verwart met een nieuwe speculatie. Onze vraag is geen • abstract-hypothetisch redeneeren, zooals Berkouwer beweert, want ze is bloot analytisch. Ze beteekent niet meer dan: wat zegt u daar, als u (de opponent) fantaseert over een aanstonds „ter helle" varen. Wie een speculatieve vraag analyseert, speculeert niet zelf, maar concretiseert de speculatie van den ander Welnu, indien de protoplasten aanstonds ter helle gevaren waren, dan kwam dat hierop neer: de plaats der buitenste duisternis had alsdan twee mensohen opgenomen. Gods (uit de Schrift ons bekende) raad, rééds aangaande deze plaats, ware daarmee gebroken. Nog één concretiseering van Kuyper's hypothese: indien het God behaagd had, alléén een hel te openen voor de adamietische menschheid, ook dan ware ter bereiking van dit doel noodig geweest een prolongatie der geschiedenis, een huwelijksleven met zijn annexa, een evenwichtsklimaat, een unlverseele evenwichtspositie, maatschappelijke en politieke ordening, ja, óók wat de Canones noemen: studium tot de deugd en de uiterlijke tucht.

Het lijkt ons nog al eenvoudig. We hebben dus onz» woorden: „wij verstouten ons óók eens" geschreven, niet, natuurlijk, om in dezelfde fout te vallen. Wel, om a) gebruik te maken van bijbelsche gegevens omtrent Gods bedoeling, daaruit blijkende, dat Hij verkiest en verwerpt, en van eeuwigheid al Zijn werken kent, en b) om te demonstreeren, dat men zoo benauwend tendentieus is in zijn vragen èn nièt-vragen, zoolang men n.l. met verwaarloozing van het moment van Gods „toom" en „oordeel" den nadruk legt op het motief v£in „gunst" en „genade". Daarom was het ook onjuist, dat Berkouwer opmerkte, dat men , , hier" (nu ook wij ons „eens verstouten") „de zuigkracht van de speculatie" bespeurt, „die zich van de Schrift distancieert" en dit nog wel direct na de theoretische verwerping der speculatie". Dit argument zou ons althans nog éénigszlns toespreken. Indien de auteur radUcaal van Kuyper's speculaties over „hetgeen gebeurd zou zijn", indien de protoplasten aanstonds ter helle gevaren waren, afscheid genomen had. Maar, afgezien daarvan: het Is niet waar, dat wij ons hier van de Schrift dlstancieeren. Als Gode al zijn werken van eeuwigheid bekend zijn, en als conserveering geen moment van doelbewuste regeeriug los is, dany is het opwerpen van een terwille van speculatie in Kuyper's schema kunstmatig verdrongen vraag juist een heendringen naar de Schrift.

Nu Berkouwer zijn kracht verteert in een — onze meeste argumenten voorbijgaande gladweg negeerende — beschermtug van Kuyper's onhoudbare gemeene-gratieschema, zien we hem schade beloopen ui den omgang met hen, die aan de gereformeerde theologie meewerken. Zonder van zijn kring zich te laten belezen. Komt hij Roomschen tegen, dan probeert hij hun standpunt te peilen. Komt hij Barthianen tegen, dan rekent hij met citaatje zóó, om de klacht over citaat zus zoo noodig recht te 'zetten. Komt hij aan ons toe, dan peilt hij nauwelijks. Hij geeft een drogreden. Hij verwart analyse van specu­ latie met speculatie.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 28 juli 1951

De Reformatie | 4 Pagina's

Lpeculatie of analyse van speculatie?

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 28 juli 1951

De Reformatie | 4 Pagina's