GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 236

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 236

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

Prof. dr. M. J. Mulder (theoloog):

Prof. dr. H. Lademacher (historicus):

'Het gel<enschetste beeld van Prof. H. is te algenneen, te weinig gefundeerd, en wat teveel emotioneel getint, om aan de werl<elijl<heid van het wetenschappelijk bedrijf recht te doen. Hij heeft gelijk als hij bedoelt de mensen, die wetenschappelijk bezig zijn, op te roepen tot verantwoordelijkheid voor schepping en medeschepselen en de vermeende of werkelijke vakidioten te wijzen op de consequenties van hun bezig-zijn voor de samenhang van 'hun' wetenschap met de toekomst van de maatschappij. Dat neemt echter niet weg, dat ik in H's visie de universiteit van vandaag niet herken, zeker de VU niet. Ondanks alle fouten, die er aan het wetenschappelijk bedrijf aan de VU mogen en zullen kleven, zeker in incidentele gevallen, meen ik te kunnen zeggen, dat de wetenschappers aan dè VU in meerderheid werken vanuit de doelstelling der VU en mitsdien hun objectief en eerlijk wetenschappelijk bezig zijn subjectief met positieve ethische waarden vanuit bijbels zicht willen vullen, en zo mens en maatschappij dienen.'

'Ik kan de bijdrage van Hoefnagels, die bij mij als aanklacht en waarschuwing is overgekomen, alléén maar toejuichen. De analyse m.b.t. de relatie maatschappij-wetenschap had zelfs nog scherper geschetst kunnen worden. Laat ik vanuit de positie van de a-vakken het volgende stellen: De universiteit is een instelling binnen onze samenleving en als zodanig heeft zij een opdracht die sterk uitgaat boven die van een ivoren toren en beslist niets te maken heeft met geprivilegieerd cultuurgenot. Als een in wezen "sociaal instituut" mag zij evenmin volstaan met een pure weerspiegeling van de fenomenen in een wetenschappelijk gewaad. Voor zover de universiteit zich beperkt tot zuivere kennisoverdracht in positivistische zin vormt zij een instrument binnen een ideologisch proces, dat Marx als volgt heeft beschreven: 'Die herrschende Ideologie Ist die Ideologie der herrschenden Klassen.' Juist aan deze uitspraak is de eis verbonden, om via ideologie - kritisch denken - tot een kritische analyse van fenomenen te geraken, d.w.z. een analyse die boven de vaak traditionalistisch getinte methodologie uitgaat en in eerste instantie via een kritische vraagstelling en een daaraan verbonden theoretisch instrumentarium de fenomenen van de samenleving (historisch of actueel) benadert. Deze aanpak vereist uiteraard inzicht; ten eerste in de veranderlijkheid van de samenleving (dus niet: "die beste aller Weiten"), ten tweede in de structurele interdependentie van alle fenomenen. K. Marx en M. Weber zouden in dezen van dienst kunnen zijn. Tenslotte: inzicht in veranderlijkheid impliceert inzicht in wenselijkheden en daarmee ook kennis over de behoeften van de maatschappij. Deze behoeften te analyseren en er aan te voldoen lijkt mij een van de voornaamste taken van de universiteit (en dit geldt zeer beslist voor a- en b-vakken samen). Aangezien ik nog niet lang genoeg aan de VU werkzaam ben, is het niet aan mij om te oordelen over het al of niet voldoen aan de oorspronkelijke doelstelling. Ik mag misschien wel er op wijzen dat ik de optimistische kijk van Hoefnagels op de rol van de kerk (dichter bij de samenleving dan de universiteit) niet zonder meer kan delen, vooral wanneer ik af ga op de internationale situatie.'

Mr. H. van Andel (secretaris doelstelllngscommlssie VU i.o.): 'Gesignaleerd wordt een dreigend gevaar en het is dan moeilijk te zeggen in hoeverre dat gevaar ons werkelijk bedreigt, d.w.z. dat er een klein of groot getal verblinden onder ons rondloopt. Ik ben geneigd tot voorzichtigheid in oordeel. In de eerste plaats omdat prof. Hoefnagels in wezen een oordeel uitspreekt over de onwetenschappelijkheid van veel wetenschappers. In de tweede plaats omdat het inzicht dat hij vraagt jaren en jaren van rijping vraagt. In de derde plaats omdat men zeker geen compleet afgerond inzicht mag verwachten. Antwoord in het kort: wel zeer attent zijn terzake maar niet al te benauwd.'

>)i

'Herkent u het hier geschetste beeld van de universiteit van vandaag en kan dat ook siaan op de VU? Indien prof. Hoefnagels' toorn billijk is ontstoken, is de VU dan niet wat afgeraakt van haar oorspronkelijke doelstelling?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 236

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's