GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 128

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 128

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

buiten de Gereformeerde recht, april/mei '67)

zelfde wapen, alleen aangepast aan de eisen van de moderne tijd. Dit verschil slechts tot een relatief of kwantitatief verschil te verklaren lijkt ons te berusten op een volslagen gemis aan werkelijkheidszin en aan echt gelovige ernst.' Opnieuw roept hij op tot bezinning waar de grenzen van de middelen waarmee de overheid zich mag bedienen. 'Want dat die grens er niet zou zijn, dat uiteindelijk in een strijd tegen de machten der ongerechtigheid elk denkbaar middel, dat zij ons eventueel aan de hand kunnen doen, bruikbaar en aanvaardbaar is, dat lijkt ons op afschaffing van de bijbelse ethiek neer te komen en dat zou het einde van alle christelijke politiek betekenen.' Drie jaar later (1962) laat de synode van de Ned. Hervormde Kerk een 'radicaal neen' tegen kernwapenen horen, al krijgt men later het verwijt te horen in de vervolguitspraak van 1964 niet de consequentie met betrekking tot de NATO te hebben getrokken. De gereformeerde synode, die in 1957 nog meende, dat de kernbewapening geen wezenlijke verandering in het vraagstuk gebracht heeft en dat het nog wel zin had om te spreken van een 'gerechtvaardigde kernoorlog' wordt daarna met een toenemend aantal stemmen in gereformeerde kring geconfronteerd, die zich in deze opvattingen niet meer kunnen vinden. Een stroom van boeken, brochures en artikelen komt los, waarvan in 1969 een handige bibliografie verscheen van A. P. van Overbeeke 'De Gereformeerden over het Oorlogsvraagstuk' als onderdeel van diens opleiding aan de Bibliotheek en Documentatieschool in Amsterdam. De meest voorkomende namen in de discussie zijn I.A. Diepenhorst, Brillenburg Wurth, G.Th. Rothuizen, Bruins Slot, J. van den Berg, W. F. de Gaay Fortman, H. N. Ridderbos, J. L. Koole, P. H. Kooijmans, A. Pot, A. Troost, S. U. Zuidema, H. M. Kuitert, J. J. Verdonck, W.F. Bolt, H. Algra, Gesina H. J. van der Molen, L. van der Put. De opvattingen lopen zeer uiteen. Sommigen, zoals Bruins Slot maken een ontwikkeling mee naar toenemende reserve t.a.v. kernwapens. Voerde hij in 1958 in de Kamper hogeschool nog een fel debat met Fedde Schurer onder het motto 'liever dood dan slaaf', later komt hij dichter bij Schurer te staan. In 1967 voegt zich een nieuwe stem in de discussie, prof. dr. J. Verkuyl, die na het overlijden van prof. Brillenburg Wurth diens opvattingen gaat verdedigen als voorzitter van het 16 november '66 in het Amersfoortse gebouw van de Bond van Geref. Jeugdverenigingen opgerichte 'Gereformeerde Vredesberaad.' 'Nu deze stem zweeg, wil ik graag mijn stem met die van andere samen doen klinken om het standpunt, dat o.a. Brillenburg Wurth innam, te verdedigen in en 22

gemeenschap'.

(Regel-

in de IKV-brochure 'Kerke-werk' geeft drs. L J. Hogebrink eind '71 het volgende overzicht van de ontwikkelingen: 'Pas sinds kort begint in de gereformeerde kerken het besef te groeien, dat de vragen van oorlog en vrede, vooral door de ontwikkeling der wapentechnieken en de ingrijpend gewijzigde internationale verhoudingen, een heel andere dimensie hebben gekregen en dat men met de oude antwoorden niet meer toe kan. De oude antwoorden, die grotendeels gebaseerd waren op de oorlogen des Heren in het Oude Testament en op de idee van de overheid, die het zwaard niet tevergeefs draagt en daarom gerechtigd is, zich gewapenderhand te keren tegen een aanvaller. De theorie was simpel: de overheid dient gehoorzaamd te worden, pacifisme is een ketterij en dienstweigeren is eigenlijk landverraad. Hier werd verder niet veel over nagedacht. De opeenvolgende synoden benoemde deputaatschappen voor de bestudering van het oorlogsvraagstuk, maar hun studie leverde geen nieuwe gezichtspunten op. Overigens gingen deze synodale activiteiten aan de meeste kerkleden voorbij. Dertien jaar na Hirosjima en een aantal jaren na de ontwikkeling van de waterstofbom sprak de synode van Assen van 1957/58 nog uit dat het het oorlogsvraagstuk 'in wezen hetzelfde is gebleven' en 'dat zij geen aanleiding ziet zich te richten tot de Nederlandse regering met een uitspraak die, een oordeel zou inhouden over het gebruik van de thans ter beschikking staande strijdmiddelen'. De daaropvolgende synodes bleven hierbij staan. Dat de gereformeerden zo weinig zicht kregen op de verandering van problematiek zal ook wel mede z'n oorzaak hebben in de geïsoleerde positie die de gereformeerden in de oekumene innamen. Ook het in 1966 bij Kok in Kampen verschenen boek 'Christendom en oorlog' - waarin een aantal artikelen van gereformeerde schrijvers werd gebundeld - verwerkte geen resultaten van recente bezinning elders en bracht geen nieuwe visie. In het najaar van 1966 vormden een aantal gereformeerden samen het Gereformeerd Vredesberaad. Zij werden bijeengebracht door het besef, dat de beangstigende ontwikkeling van kernwapens, radiologische en chemische wapens roept om nieuwe ethische bezinning en om nieuwe beslissingen. Een nieuwe bezinning vanuit de hoofdsom van het evangelie en de wet Gods. Een nieuwe bezinning die ook moet leiden tot een ander politiek beleid, tot nieuwe vormen van politiek denken en handelen. Het Vredesberaad richtte zich april 1967 tot de generale synode van de gereformeerde kerken met het verzoek uit te spreken (onder andere) 'dat elke oorlogvoering die inhoudt het verwoesten van bevolkingscentra en het onleefbaar maken van gehele gebieden een misdaad tegen God en tegen de mensheid is; dat het willen instaan voor de zaak van gerechtigheid en vrede op aarde naar christelijke overtuiging niet met een dergelijke totale oorlogvoering in overeenstemming valt te brengen' en 'er daarom bij de Nederlandse regering op aan te dringen, af te zien van het be-

\

'

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 128

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's