GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 238

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 238

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mr. J. H. Grosheide (Burgemeester Rijswijk, Verenigingslid UR): 'Uw vraag naar aanleiding van het artikel van Prof. Hoefnagels is nauwelijks in enkele zinnen te becommentariëren. Het artikel bevat nogal wat stellingen en uitspraken die bij eerste lezing aanvechtbaar lijken. Het is echter niet onmogelijk, dat de wijze van uitdrukken daartoe sterk bijdraagt. Zo lijkt mij het door elkaar gebruiken van de woorden „wetenschap" en "wetenschapsbeoefenaar" zeer verwarrend. Dat Prof. Hoefnagels sterk generaliseert is moeilijk voor tegenspraak vatbaar. Het zegt toch wel iets, dat de moderne maatschappijkritiek in hoofdzaak aan de universiteiten is ontstaan. Men mag de wetenschapper overigens niet verwijten, dat hij geen kind van zijn tijd is. Wel moet van hem gevraagd worden, wil hij zijn naam waard zijn, dat hij oog heeft voor samenhangen en - bovenal - voor ethische vragen. Dat behoeft er niet per se toe te leiden, dat hij tot dezelfde mens- en maatschappijbeschouwing komt als die, waarvan Prof. Hoefnagels - impliciet - uitgaat. Een ernstige aansporing tot zelfonderzoek tenslotte is ook of juist voor hen die werken aan de VU - stellig niet misplaatst.'

Prof. dr. A. Troost (RIosoof): 'Uw twee vragen beantwoord ik bevestigend. Formeel heeft prof. H. in veel opzichten gelijk. Inhoudelijk is zijn remedie nog erger dan de kwaal. Tegenover zijn onchristelijke totalitaire visie op het leven zou de VU het christelijk belijden moeten stellen van de eigen, d.w.z. ook beperkte, taak van de wetenschapssector, naast, tussen en ten behoeve van de andere samenlevingssectoren. Dat christelijk belijden houdt primair In dat er geen dageraad is voor de maatschappij, ook niet via het totalitaire alternatief van Prof. H., tenzij er een terugkeer is 'tot de wet en tot het getuigenis.' Terecht heeft Prof. H. aandacht geschonken aan de gemeenschappelijke "geest" in de huidige maatschappij en in de universitaire wereld. De antithese die hij (terecht) daar, d.w.z. in die geesteshouding, wil beleven is echter een valse antithese. Als de VU daar in trapt en haar figuur tegenover Prof. H. zou willen redden, is er ook voor de VU geen "dageraad" meer.'

'Herkent u het hier geschetste beeid van de universiteit van vandaag en kan dat ook siaan op de VU? Indien prof. Hoefnagels' toorn billijk is ontstoken, is de VU dan niet wat afgeraakt van haar oorspronkelijke doelstelling?

Prof. dr. J. G. Knol (Econoom): 'Een noodzakelijice voorwaarde voor het "christelijk beoefenen van wetenschap" is dat het dient te geschieden ter ere van God. De bijbel bindt elke activiteit aan deze norm. En het eren van God betekent niets anders dan de vervulling van het grote gebod om God lief te hebben en de naaste als onszelf. Het christelijk denken zal steeds meer in verlegenheid raken als wij ons niet blijvend de fundamentele zin van het bedrijven van wetenschap realiseren en demonstreren. De vraag wat wij met de wetenschap doen is onlosmakelijk verbonden met de vraag wat wij wetenschappelijk onderzoeken. Ook voor het bedrijven van wetenschap zijn normen te formuleren uitgaande van de bewaring van de zin van de geschapen werkelijkheid. Indien de man van de wetenschap de toepassing van de wetenschap onverschillig laat, dan is hij in diepste wezen niet geïnteresseerd in de toekomst van Gods wereld. En ook de man van de wetenschap zal worden gevraagd bij het eindoordeel wat zijn bijdrage is geweest Best aan de ontplooiing van de scheppingsgaven. Wat het gestelde Ide probleem betreft heeft de VU nog heel v\/at wat te zeggen dat tot nu toe nog niet gezegd is.'

Il

Drs. J. B. Opschoor (milieu-econoom): 'Ik herken dit beeld van de universiteit van vandaag. Het slaat op sommigen aan de VU en op sommige structuren die aan de VU opgeld doen, c.q. aan de VU zijn opgelegd. Of de VU van haar oorspronkelijke doelstelling is afgeraakt, weet ik niet (ik ken die oorspronkelijke doelstelling niet zo goed). Wèl meen ik, dat voorzover dit beeld voor de VU geldt, zij is afgeraakt van de doelstelling waarvan ik hoopte dat de VU zich die stelde.'

Leden en contribuanten van de vu-verenigingen ontvangen dezer dagen de nieuwe folder 'Verwijde horizon/verbrede verantwoordelijltheid', waarin gedachten worden ontvouwd over de toelcomst van de VUvereniging.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 238

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's