GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 407

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 407

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

debat met dienstweigeraars, want men ziet het leger consequent als een politie ter bescherming van het" vaderland. 'Oorlog is erg', zegt men, 'oorlog moetje zoveel mogelijk vermijden', maar als het niet anders kan, moet het leger ingrijpen. Zonder legers ontstaat er een internationale wanorde, waarvan de ellende niet is te overzien en die in ieder geval veel erger is dan onze gebrekkige internationale orde'. Na de eerste wereldoorlog stonden velen niet zo vast meer in de schoenen van hun ordeprincipes. Ten eerste was het duidelijk, dat deze oorlog niet ontstond ter verdediging van het recht, maar dat er puur eigenbelang in het geding was. Ten tweede was die oorlog te erg, mede door technische ontwikkelingen. Ten derde was er meer ellende uit voortgekomen dan orde. Helaas heeft deze kentering in de meningen niet doorgezet tengevolge van het uitbreken van de tweede wereldoorlog, waaraan ons land niet door een neutraliteitspolitiek heeft kunnen ontsnappen. In die oorlog ging het wel degelijk om de bestrijding van een misdadig en moorddadig regime en dat heeft de ordetheorie enorm versterkt. Veel mensen, die thans principieel aan het geweld vasthouden, doen dat op grond van hun afschuwe-" lijke ervaringen in de tweede wereldoorlog. Die oorlog heeft hun het volgende geleerd. 1) Als je een boosaardig regime niet tijdig en zo nodig met geweid tot de orde roept, zal het zo machtig worden, dat het bijna niet meer te overwinnen is. 2) Als klein land moet je geen neutraliteitspolitiek voeren, maar je verbinden met machtige bondgenoten. 3) De Verenigde Staten van Amerika hebben de laatste oorlog gewonnen en ons bevrijd uit vijf donkere jaren van slavernij. Zo'n christelijk land moet je altijd trouw blijven en steunen. Aan deze drie leerregels moet tenslote nog een vierde toegevoegd worden, die als volgt luidt: 4) De communisten prediken officieel de godloosheid en het is daarom niet te verwonderen, dat zij net als Hitler concentratiekampen hebben en mensen vermoorden. Het zijn mensen zonder geweten, die alleen voor geweld zullen zwichten. Hoe simplistisch deze manier van denken ook is, zij is begrijpelijk. Mag men, in het algemeen gesproken, van normale mensen verwachten, dat zij in staat zijn een leerervaring zoals de periode '40-'45 weer uit te wissen? Ik geloof van niet. Een discussie over deze vier leerregels is niet zinvol, maar niet alleen om psychologische redenen. De belangrijkste reden is dat de oorlogstechniek zelf het principe van het leger als internationale politie onmogelijk heeft gemaakt. Men kan beter, in plaats van een theoretische discussie te voeren over de zogenaamde rechtvaardige oorlog met de feiten aantonen, dat alle ideële theorieën over de oorlog verouderd en onhoudbaar zijn. Daarover in de volgende dagen meer.

De moderne bewapening maakt de rechtvaardige oorlog onmogelijli Gisteren heb ik gezegd, dat het weinig zin heeft uitvoerig te debatteren over de vraag of oorlog in principe al dan niet geoorloofd is. Dat wordt meestal toch

een uitzichtloze welles-nietes discussie, waarin beide partijen zich baseren op hun eigen ondervindingen en hun eigen emoties. Veel belangrijker vind ik het gesprek over de oorlog van nu, de oorlog, waaraan iedere Nederlandse soldaat zou moeten deelnemen, als hij uitbrak, de oorlog, waarin Amerikaanse jongens sneuvelen, de oorlog, waarin de Vietnamezen onherstelbaar worden geknoeid en hun land vernield en onbruikbaar gemaakt. Ten aanzien van deze moderne oorlog zal ieder opnieuw moeten gaan nadenken. Ook als iemand in principe de oorlog aanvaardt, zal hij ten aanzien van de moderne oorlog opnieuw zijn standpunt moeten bepalen, omdat deze op enkele principiële punten verschilt van vroegere oorlogen, zoals met de feiten is aan te tonen. Het typerende kenmerk van de moderne oorlog is de grote betekenis van de techniek in de oorlogvoering. Op zichzelf is dit geen principieel verschil met vroegere oorlogen. Ook de strijdbijl en het geweer zijn produkten van technisch toegepaste, menselijke kennis. Ik heb eens tot mijn verbijstering een zeer rechtzinnige professor in de theologie horen beweren, dat de politieke aanvaarding van het gebruik van de atoombom hem geen problemen gaf. We hadden de strijdbijl als verdedigingsmiddel toch ook geaccepteerd? En het geweer? En de conventionele bom? Waarom dan niet de atoombom? Of je door het één of het ander sterft, maakt niets uit. Natuurlijk gaan er met een atoombom veel meer mensen dood, maar dat weegt minder zwaar dan het principe. Deze redenering is representatief voor de simplistische manier, waarop veel mensen met een schromelijk gebrek aan verbeeldingskracht over de atoombom praten. Wat is dan wel het principieel nieuwe van de moderne oorlog? Om u dit duidelijk te maken, stel ik mij even op het standpunt, dat ik de oorlog verafschuw, doch hem als noodzakelijk kwaad onder bepaalde omstandigheden accepteer vanwege zijn politionele aspecten. Hij moet de handhaving van het recht dienen. Aan zo'n oorlog zal ik dan ten minste de volgende drie eisen stellen. 1) Het leger met zijn officieren en soldaten mag geen troep onverschillige moordenaars zijn. Het moet bestaan uit mensen die toerekeningsvatbaar zijn en hun daden kunnen overzien. Zij moeten zinloze daden zoals het vermoorden van vrouwen en kinderen vermijden. Doen zij dat toch in een moment van paniek, spanning of wanhoop, dan moeten zij daar later als normale mensen berouw over krijgen. Geen leger van robots, doch alleen een leger van mensen met een zekere mate van verantwoordelijkheidsbesef, kan de gerechtigheid dienen. 2) De gevoerde oorlog moet in een bepaalde, redelijke verhouding staan tot de ernst van het conflict, dat er de oorzaak van is. Een grensconflict om een dorp van 2000 inwoners mag bijvoorbeeld geen 20.000 doden bij beide partijen tengevolge hebben. Er moet daarom steeds een mogelijkheid overblijven om de wapens tijdig neer te leggen, voordat het middel erger wordt dan de kwaal. 3) De oorlog moet een defensieve oorlog zijn. Misschien zal een militaire actie wel eens uitgevoerd moeten worden als een soort vergelding, een straf (denk aan de politionele functie!) om te voorkomen dat de boze vijand opnieuw agressie pleegt. Woeste, 21

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 407

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's