GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 19

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 19

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

besefte ik, alhoewel ik toen voor mezelf nog niet wilde aannemen dat de drank de eigenlijke oorzaak van mijn probleem was. Logisch, want anders had ik op datzelfde moment mijn hobby, dat drinken, aan de kant moeten schuiven. En het eigenaardige is nu juist dat een alcoholist dat als de pest zal zien te vermijden. Zijn leven, z'n hele doen en laten is op drank gericht. Dat zal-ie niet gauw opgeven. Ga je bij voorbeeld bij iemand op bezoek, dan vraagje je eerstaf: is daar drank in huis? Is dat niet het geval dan laatje ze schieten, al is 't je eigen familie of je naaste kennissenkring. Want je weet dat je daar niet aan je fax kunt komen. Aan die eerste opname was een periode van acht jaar stevig drinken voorafgegaan. 'Excessief drankgebruik' zoals de wetenschap dat zo mooi noemt. En dat betekent datje riant boven die grens van acht glazen per dag zit. Acht glazen is op den duur niets meer. Dat aantal loopt geleidelijk op. Eerst tien glazen bier voor dorst en dan worden er borreltjes bij gezet. En dat gaat ongemerkt zeer hard. Hoeveel precies, hou je dan niet meer bij."

Brokken

aantal van zeven glazen of meer per keer bepaald geen uitzondering is. Wanneer men dat alles beziet tegen de achtergrond van de ijzeren wetmatigheid van de Franse onderzoeker Ledermann, die statistisch onomstotelijk vaststelde dat, met een groeiend alcoholgebruik van een bevolking, op evenredige wijze het aantal toeneemt dergenen die door alcohol in ernstige problemen geraken, dan rijst de vraag of men zich nog langer de weelde kan veroorloven om de alcoholproblematiek schouderophalend naast zich neer te leggen. Feit is dat de schilderachtige, haveloze zwerver met drankkegel en onafscheidelijke fles goeddeels uit het straatbeeld is verdwenen. Voor zover nog aanwezig vormen dergelijke 'drop-outs' slechts het topje van een ijsberg. De overige notoire drinkebroers vindt men al lang niet meer in de goot. Niet letterlijk, wel te verstaan.

Babbelen Jan T. 34 jaar. Werkt bij een reclamebureau. Heeft twee opnamen van drie maanden inde Jellinekkliniek achter de rug. Staat sinds die laatste keer inmiddels driejaar 'droog'. Zijn verhaal: "Die eerste opname is 't ingrijpendst geweest. Toen móest 't echt. Dat is nu ruim zeven jaar geleden. Ik stond op het punt van 'afsterven'. Ik had al in geen weken meer gegeten en dronk vrijwel constant. Drie keer per dag was Ik dronken. Dan liep ik die paar meter van de kroeg naar m 'n huis, ging even op bed liggen, werd een paar uur later ontnuchterd wakker en begon meteen opnieuw met innemen. Binnen drie kwartier was ik dan weer 'loaded'. Dat ging zo drie keer peretmaal. In 'gewone' cafe's kwam ik toen al niet meer. In de kroegen waar je nog wél komt, zitten bijna alleen maar alcoholisten. Daar val je dus niet op. Je gaat jezelf verlagen, begint op een ander niveau te denken en te babbelen. Ik kwam er dus niet meer uit. Ik had hulp nodig. Dat vu-Magazine 14(1985)1 januari 1985

Hoewel ook de wetenschappelijk gefungeerde schattingen soms uiteen lopen, zijn ze wel steeds onrustbarend hoog. R. Spieksma, een huisarts die zich op het alcoholvraagstuk geworpen heeft, schatte in '82 het aantal 'probleemdrinkers' op zo'n vijf a acht procent van de Nederlandse bevolking; daarbij inbegrepen de circa 350.000 echte 'alcoholisten'. De Nijmeegse onderzoeker G. /W. Schippers berekende een jaar eerder dat om en nabij een kwart miljoen Nederlanders problemen heeft met sociale relaties, werk of justitie, in verband met overmatig drankgebruik, zónder dat zij hiervoor in aanraking komen met professionele hulpverleners. Dat zijn dus nog niet eens de 'geregistreerde alcoholisten'. Het aantal drinkers met een drinkgedrag dat een sterk verhoogde kans op dergelijke problemen geeft, schat hij ruwweg tussen de 600.000 en een miljoen. 'Chronisch excessieve drinkers', zoals Schippers ze aanduidt, met een gemiddelde van zes of meer glazen per dag, uit welke categorie slechts een luttele tien procent bij de erkende hulpverlening aanklopt. "Een maatschappelijk probleem van hoge orde dat in de komende jaren nog zal groeien", concludeert deze onderzoeker, die er relativerend wél op wijst dat dergelijk excessief alcoholgebruik niet automatisch tot een permanente alcoholverslaving van de desbetreffende persoon hoeft te leiden. Deze geruststellende gedachte neemt echter niet weg dat ook in dat geval de negatieve maatschappelijke consequenties van dat gedrag er niet om liegen. Men hoeft geen alcoholist te zijn om meer of rninder ernstige brokken temaken. / C - ~"" Wat bij voorbeeld te denken van het gegeven dat bij dertig tot veertig procent van alle verkeersongevallen in ons land alcohol in het spel is, zoals Veilig Verkeer Nederland nog onlangs wereldkundig maakte? Afgezien van

17

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 19

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's