GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1997 - pagina 19

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1997 - pagina 19

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

1993 voor het eerst verschenen bij Meulenhoff m Amsterdam en Kritak te Leuven, beleefde inmiddels vijf drukken, en leverde haar, net als eerder haar roman 'Littekens' uit 1990, een nominatie op voor de AKO-Literatuurprijs. Als kampioene van het verhelderend onderscheid, weigert zij echter haar filosofische bezigheden in verband te brengen met haar literaire werk (behalve 'Littekens', publiceerde zij ook 'De schilder en zijn model' uit 1989 en 'De staart' uit 1993, terwijl ze bovendien redacteur is van Dietsche Warande & Belfort). "Dat zijn gescheiden werelden", zegt zij. Wat die twee met elkaar verbindt is hooguit het schrijven zelf. "Schrijven", zegt zij, "is voor mij als ademen. Ik ben schrijvend opgegroeid. De vraag waarom ik schreef of wat ik ermee beoogde, heeft zich nooit aan mij voorgedaan." Aan gemeenplaatsen als 'beide activiteiten vertrekken uit mijzelf' heeft ze geen behoefte: "Dan meng je twee dingen dooreen en zeg je urteindelijk niets." De enige suggestie die zij schoorvoetend wel wil aanvaarden is dat haar essays een verbinding tussen beide gescheiden werelden vormen; daarm komen stijl en logica te zamen, zij het dat de nadruk op het filosofische ligt, "op redeneringen, argumenten, analyses en concepten." Op tegendraadsheid, kan daaraan nog worden toegevoegd. "Dat klopt. Ik heb die neiging altijd gehad. In de periode dat ieder mens nogal rebelleert als adolescent had ik een leuze in mijn kamer hangen: 'Waar een weg is wil ik er naast lopen'. Dat is intussen niet meer zo; ik heb helemaal niet de bedoeling tegendraads te zijn en dat te cultiveren. Maar ik heb wel nog steeds de neiging bij meningen die zo gemeengoed zijn dat ik ze zelf als evident ga beschouwen, mijzelf de vraag te stellen: is dat wel zo?" Veel van De Martelaere's essays gaan over de dood. Niet de dood - het niet-zijn - komt daarin als absurditeit naar voren, maar het leven; die uiterst korte perrode van er wèl zijn. Dat is een gedachte die bij bijvoorbeeld Nietzsche, Freud en Albert Camus is terug te vinden. Een van De Martelaere's essays in 'Het verlangen naar ontroostbaarherd', heeft 'het leven als omweg' tot onderwerp. Daarin wordt die hele zinloze absurditeit breed uitgemeten. Bij zijn geboorte heeft de mens nog geen wil tot leven; die wordt hem aangeleerd door anderen. En na een moeizaam leven, dat geen weg is die ergens heen leidt, maar een omweg die terugvoert naar het vertrekpunt, gaat hij weer dood.

"Als adolescent had ik een leuze in mijn kamer hangen: 'Waar een weg is wil ik er naast lopen'."

"De gedachte die ik daar urtwerk", zegt De Martelaere, " is niet van mezelf maar van Freud. Ik probeer de rdeeën die hij oppert te bekijken op hun logische consequenties. Wat ik daar voor mijzelf van vind? Of ik het ook zo zie? Ik ben iemand die dat werkelijk niet weet. 't Is bijna ondanks mijzelf dat ik achteraf moet

constateren: kennelijk trok die gedachtengang mij aan. Ik kies zo'n tekst op grond van een zekere affiniteit met de daarin ontwikkelde gedachte - dat wel - maar vervolgens wil ik die gedachte alleen maar tot het einde toe volgen, zonder me direct te bekommeren om vragen als: is dat nu wel zo? En: welke alternatieven kan ik daar tegenover stellen? Ik probeer met zo iemand mee te denken - soms nog radicaler dan die denker zelf heeft gedaan - al is het maar om te zien waar je dan uitkomt. Het zijn denkoefeningen, zij het minder vrijblijvend dan de ochtendgymnastiek; het zijn ook leef oefeningen. En blijkbaar heb ik een voorkeur voor dit soort extreem pessimistische, nihilistische zienswijzen. Wat dat over mijzelf zegt, moeten anderen maar urtmaken." Dat doen ze ook. Publicist Herman de Coninck bijvoorbeeld, schreef in het Nieuw Wereldtijdschrift: "Denken is een ramp. De essays van Patricia de Martelaere zijn wanhopige rampenplannen. " "Ik had het begrijpelijker gevonden wanneer hij mijn essays een ramp had gevonden. Ik laat jurst na wat andere essayisten wel doen: oplossingen bedenken en orde op zaken stellen. Waar die anderen de overstromingen trachten in te dammen, ben ik bezig nog meer dijken door te steken."

"Waar anderen de overstromingen trachten in te dammen, ben ik bezig nog meer dijken door te steken."

Dat denken, zo lees ik in een ander essay, is overigens alleen maar mogelijk dankzij de structurerende mogelijkheden van de taal. Dat lijkt positief, maar drukt tegelijkertijd ook onmacht uit. De werkelijkheid zelf laat zich uitsluitend interpreteren, maar niet kennen: niet be-grijpen, niet be-vatten. "Die gedachte ontleen ik aan Wittgenstein. Ik heb, net als hij, een grote bewondering en fascinatre voor de wetenschap; voor heldere logica, strakke redenaties en koele concepten. Tegelijkertijd blijft het besef spoken dat dit alles net naast de kwestie is, dat er niets wordt opgelost, dat er altijd een radicale breuk zal blijven tussen de werkelijkheid en ons concept daarvan, dat die twee nooit zullen samenvallen, althans niet via het rationele denken." Langs welke weg dan well "Via een ander soort ervaring wellicht." Intuïtiel "Misschien. Maar eigenlijk heb ik geen zin daar nog iets over te zeggen. Voor mij zijn we hier aanbeland bij de grenzen van de filosofie."

fotografie: Lenny Oosterwijk

wcs

JANUARI/FEBRUARI

1997

19

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's

VU Magazine 1997 - pagina 19

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's