Confidentie - pagina 10

6

Vraagt door

waarom

ge,

van de S

of

inhoud

mijn

voor

dan

ik

zelf dezen

rekening

nemen,

te

mij geschrevene te teekenen met

denk

zeggen,

misstand niet wegnam,

a n d a a r d te scheiden, of geheel

t

even

mijn

na,

—

initiaal,

vriend

den

of ook het door

haast zou ik ge neemt die

en

!

vragen terug.

Mag

nu

ik

aan

tot

overneming

heb

ik

Commissarissen niet gelukt van

Ik

persoon

iemand

is,

vinden

te

mijn taak bereid? Geloof mij, nooit

om

aan gedacht

er

verbinden. heelen

de Standaard scheiden, zoolang

reeds ran

het

mij voor altijd aan dit blad te

begrijp

te

eischt,

om

goed,

een

dat

blad

den ge-

niet zelf tot plaatsvervanging,

zoodra de gelegenheid zich aanbiedt, te raden. Buitendien,

mijn

ambt

mijn

kracht

te

van

scherper

smds

onder en

En

dubbel juk

is

inkrimping

drongt ge nog niet

dan beken ik u gul, dat ik op veel dat

bleef,

ondervonden geleden

jaar

er

drukkend en

dit

waarom geheel de oprichting

vragend,

aan,

te

den duur

mij ten plicht geworden.

arbeid

achterwege

groote gemeente

om op

klein,

Reeds nu leed ik

dragen.

te

deze

in

is

werd

nog

niet was voorbereid,

dat ik een

voor zedelijk onmogelijk had ge-

veel

houden,

dat

nu

en

bij

onbeduchtlieid van gevaar, de drang tot op-

dat,

maar

al

te

droeve werkelijkheid bleek,

richting van een eigen blad mij

staan te worden.

ontknooping

onzer maatschappelijke

standen eerlang doet,

te sterk

Haast durf ik mij

zelfs

scheen

om

weer-

vleien, dat de spoedige

en

staatkundige toe-

den gematigd sten geestverwant erkennen

Hervormde meê ware be-

dat zonder een eigen blad de kern onzer

familiën,

trokken

en

dat

noem

geworden

in

ik

liet

onze

richting,

zedelijk

bankeroet,

waarop de

onverdedigbare koppeling van de groote Protestantsche

partij

aan het Ultramontanisme, der eerste tot schade en schande, al

meer

uitloopt.

Yersta, bid ik u,

dit laatste

niet mis.

openlijke belijdenis van den Christus

Tot hen,

die

nog schuwen en

de

zelf-

verlaging in toetreding tot onze richting zouden zien, behoort,

ook

in

onze

stad,

een reeks van

achtbre

patriciërs

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen