GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ons huis - pagina 5

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ons huis - pagina 5

leerrede, gehouden den 18den Augustus 1873, in de Nieuwe Kerk te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wel weten we,

nageschreven.

dat Job

tegen Elifaz

den Themaniet klaagde: „Zoo ik wacht, het graf zal

mijn huis wezen" (XVII:

IH),

maar

reeds de alles

beslissende bijvoeging „eeuwig" huis ontbreekt hier, en

het triomflied tegen Bildad, den Suhiet

,,Ik zal uit

:

mijn

God aanschouwen!", terstond daarop volgend,

vleesch

toont voldingend, dat door Job aan geen eeuwig ruste

Maar bovendien, het verband van 's Predikers eigen woord verbiedt deze uitlegging. „Gedenk aan uwen Schepper, dus immers luidt kort het graf

in

saamgevat

gedacht.

is

slotvermaning, vrees

zijn

komen, want de mensch

gericht zal doen

om

zijn graf,

Hem

u

in het

gaat. ...

naar

die

daar eeuwig te blijven? Maar immers

dat ware ongerijmd. Eet en drinkt, want morgen ster-

ven we

om nimmermeer

,

Maar wat het beteekenen zou daalt

ge

met het

parallel uit het

:

mag

oog

slot

zin.

Vreest God, want straks

voor eeuwig in de groeve,

is

het ongerijmde verliest. Daarbij

in

zich

nog

te leven, dat heeft

een vraag die

komt

dat de

van ons vorig hoofdstuk niet Dat slot en ons hoofdstuk

verloren.

van inhoud. Slechts wordt daar kort vooropgesteld wat ons hoofdstuk in den breede uitwerkt:

is

,,

gelijk

Verblijd

u

o,

vermaken,

zich

jongeling in

uw

jeugd en laat

maar weet dat God u om

dingen in het gericht zal laten komen,

en de jongheid graf als

is

want

ijdelheid". Staat daar

uw

hart

al

deze

de jeugd

dus achter het

een gericht, dan mag ook hier het graf niet eeuwige woonstede genomen worden. Zoo vindt

wat aanstonds op 't eeuwig huis volgt: „Want God zal ieder werk in het gericht brengen, met al wat verborgen is, het zij goed het zij kwaad, (vs. 14.)" En wane nu niemand, dat dit gericht op de

ge

het

dan

ook

in

aardsche

vergelding

hem van

's

doelen

zou.

Dan

toch

zou ik

Predikers eigen lippen de betuiging tegen-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1873

Abraham Kuyper Collection | 36 Pagina's

Ons huis - pagina 5

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1873

Abraham Kuyper Collection | 36 Pagina's