De leidsche Professoren en de Executeurs der Dordtsche Nalatenschap - pagina 108

:

:

;

BIJLAGEN.

104

hoe heilig zij geweest zijn, gelijken bij de Goddelijke Schrifturen, noch do gewoonte bij de waarheid (want de waarheid is bovenal), noch de groote menigte, noch de oudbeid, noch de Conciliën."

resumé van dezen uitval werd door een insgelijks anonymen Haarlemschs Courant van 30 December 1878 geplaatst. .30. Tegen dit resumé kwam ik op, en, meenende een onkundig dilettant voor vimij te hebben, althans van verre niet vermoedend, dat achter dit gesloten Dr. Van Toorenenbergen school, zond ik aan de Haarlemscle Courant dit zier

Een

3".

kort

inzender in de

protest

Aan de Redactie

der Haatienische Courant.

Mijne Heerenl In een tweede bericht over de pogingen, van orthodoxe zij aangewend om do opleiding van de leeraren der Ned. Herv. Kerk op beteren voet te brengen, wijst viw correspondent op het feit, dat in 1621 de toenmalige Leidsche hoogleeraren in de theologie, de hoeren Polyander, Walaeus, Rivet en Thysius, geweigerd hebben het onderteekeningsformnlier der Dordtsche Synode met luui naam te bekrachtigen; en zoekt daaruit af te leiden, dat deze heeren tegen een onderteekening van formulieien, anders dan in substantie, om der consciëntie wille, protesteerden.

Althans in de gewerkt.

T.

hij

verwijst,

Stemmen

n.

onder instemming, voor

naar een desbetreffend vertoog van den heer deze deductie zelfs breed is uit-

Waarheid en Vrede, waarin

Tegen deze erroneuse voorstelling nu, acht ik mij verplicht, ter handhaving van de waarheid der historie, de aandacht van uwe lezers kortelijk op deze drie feiten te wijzen: Dat drie van deze heeren, en wel de heeren Polj^ander, Thysius en Walaeus, zelven i. op de Synode te Dordrecht tegenwoordig waren aan het opstellen der vijf artikels hebben en de drie formulieren zonder beding of voorbehoud hadden onderteekend. medegewerkt 2. Dat deze vier heeren op 25 ,Iuni 1022 in hun cpialiteit van hoogleeraren nogmaals onderteekend hebben., a. de Belijdenis van Guido de Bres; b. de Fi'ansche Confessie, die »ie Dordt in 1619 was overzien"; c. den Heidelbergschen Catechismus, en d. de vijf Canones; onder bijvoeging: »ut hac ratione omnibus in posierum, ubi opus erit, innotescat, nos doctrinam scriptis illis comprehensam, pro orthodoxa sacrisque litteris consentanea agnoscere: ac proinde tum publice, tum privatim, docere ac tueri veile" (Cf. Arch. Kerk. Gescli. ;

;

IX

p.

489).

ten 3e dat uw correspondent blijkbaar den histortschon zin mist, om te rekenen met het notoire feit, dat de weigering van onderteekening alleen en uitsluitend geschiedde omdat de anti-Calvinistische Curatoren en Staten van Holland niet wilden toestaan, dat hun hooo'leeraren een acte van subjectie aan de Synode zouden teekenen, en hun dit verboden hadden. De Staten van Holland namelijk wilden niet gedoogen, dat hun professoren teekenden, tenzij de Synode hun in ruil zittingsrecht ter Synode inwilligde. Dat dit zoo was, blijkt toch authentiek uit de acte der Hollandsche Synode van 1624, waarop door doputaten bericht werd «door professoren is ons geantwoord, dat zij in immidiatelick stonden onder de Curatores Academiae; en dat hun door zekere iDÏssive van de Ed. Mog. Heeren Staten verboden was zidk een onderteekening te doen, zoolang zij niet als leden der Synodus erkend werden" (Cf. Arch. v. Kerk. G^isch. p. 487). Hiei-uit blijkt alzoo onwederlegbaar, dat de schrijver van de Gereformeerde Brieven Waarheid en Vrede niet op de hoogte van de toedracht der zaak in de Stenimen voor was, en dat uw correspondent, door zich bij die «brieven" aan te sluiten, uw publiek, onwetens. geheel bezijden de waarheid heeft ingelicht. Met de inlassching van deze rectificatie zult gij ten zeerste verplicliten

En

:

Uw Dw. Dr. A.

Het werd geplaatst 4".

In

Be Heraut

in

van

het

nummer

12 Januari

van 6 dit

Dien.

KUYPER.

Januari 1879.

stukske opnera'jnd, voegde ik

er

bij

:

Hier is nog meer aan toe te voegen. Namelijk 1. dat de tbeologisciie professoren der overige toen bestaande st:iiolen wel terdege, wijl deze onder geen Staten-verbod stonden, de Synodale formule geteekeud hel)ben 9. dat de heeren Polyander, Tliysius, Walaeus en Rivet zich tot onderteekening bereid hadden verklaard, mits liun zitting in de Hollandsclu! Synode werd verleend. Wat ze natuurlijk niet hadden kunnen doen, indien ze er consciëntiehezwaar tegen hadden: 3. dat op 25 -Mei 1619 bedoeld onderteekeningsformulier, waarvan T. n. in de Sleninieti

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen