Separatie en Doleantie - pagina 16
HET VOOKTBESTAAX DER GEÏNSTITUEEKDE KERK.
16
Nu kunnen
eerste plaats op haar rust.
wel
stipulatiën
hulp
de
de ouders
bij
hun kerkelyke maar
der dienaren hierbij bedingen,
de kerkrechtelijke band tusschen de gedoopten en de dienaren loopt dan toch altoos ocer de ouders, en werkt nooit rechtstreeks.
Doopleden, die burgerlijk
als
meerderjarig gelden, zijn uit dien
hoofde kerkrechtelijk onbestaanbaar, en kunnen nooit een zelfüan-
kunnen
dige positie in de kerk als instituut erlangen. Slechts
hun jaren gekomen, door
als zijnde tot
feitelijk
den kerkeraad te erkennen, geacht worden zich
ze,
de autoriteit van
nog
als //kerkelijk
onmondigen'i aan zekere kerkelijke voogdij iQ hebben onderworpen.
Nooit echter kan deze
houding iemand
lijdelijke
van de gemeenschap geven. Immers het
De wilsdaad moet
voldoende.
t/implicita et tacita
hic
non
sluitiug
Om juiste
is
professio
stilzwijgende
rechten
hier niet
is
opzettelijk en openlijk zijn.
et co)ifoederafio,"
De
zegt Yoetïus terecht,
Een zwijgende en bedekte
suffi^cit."
([& volle
belijdenis en aan-
hier niet voldoende (p. 31).
dit duidelijk te
inzicht
maken, merkt
(blz.
hij
20) op, dat //het
quaestie geheel beheerscht wordt door
deze
in
de juiste onderscheiding tusschen de
,,
voorafgaande
icedergeboorte
en
de eerst later volgende daadwerkelijke bekeering"
hij
uitkomen, hoe niet alleen Rome, maar ook een vriend van
Arminius in
Disciplina
zijn Biatribe de
de
onschriftuurlijke
op
blz.
30
en
voorstelling
Waartegen
deze
kon de kerk iemand, zonder meer, reeds door rechtelijk
binden,
van
volk
het
van
God,"
vrijwillige
en
werkelijke
bekeering
en
evenzoo
geestelijk
scieutie" ^)
van
Repugnat
//zulk
den
een
statui
als
zijn
iemand van
Doop kerk-
alsdan geloof
gewelddadige
strijdt
Christus als
dan
voorstelling,
den staat en de conditie
belijdenis
gemeenschap
Zoo noodig
deze
hij
,/Zon«!er
en daad-
het volk zou gerekend worden";
onder
naardien
rijk ^).
overmits
uitdrukkelijke
gene kerkelijke
tegen
//indruischt
en doet
ten
Ecclesiastica
bepleit.
31 aanvoert, dat heel
;
met
en
gedwon-
aard
van het
en de vrijheid van de con-
het dus was,
ot conditioni
den
om
tegenover de val-
populi Dei, ut absque spontauea
exserta actualis conversionisef fidei suae proressione.aliquosiii
et
numerum
ordinem suum adscribat. [Het strijdt met de staat en den aard van Gods volk, dat het personen in zijn getal opneme en boeke, die nog niet tot vrijwillige en {uitdrukkelijke belijdenis van hun daadwerkelijke et
bekeering en geloof gekomen
zijn.]
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 73 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 73 Pagina's