Separatie en Doleantie - pagina 10
HET ONTSTAAN DER GEÏNSTITUEEKÜE KERK.
10
anderzijds zoo vrij mogeUjk
niiiar is
opzichte van derdenen
tbii
van elkander.
Van geen mensch
opleggen, en
met geen mensch treden hen
daad
Daarmee schonden
kerkelijk eenig recht op hij
nooit
dan
maar een haarbreed van
op
kerkrechtelijk
als er
wil
hebben, dan kan zulk
te
anderen grondslag laten gelden,
een
dat de ambten hun
vanzelf,
zijn
of buiten het ambt, dit zijn recht
deze hun eigen wilskeus.
krachtens
deze
bij
eenig mensch opstaat, die
hen beweert
ambt
het
in
zij
vrije
uit
heeft ab-
ze zijn heilig recht, en die schen-
Maar
ding zou Hij wreken.
een,
God de Heere
gebieden, en wee hunner zoo ze
te
kerkstichting ook
van
afwijken.
dan
ze anders
overtuiging in kerkelijke gemeenschap. solutelijk over
dwang
laten ze zich een kerk door
geestelijke
Al spreekt het dus
macht
niet
aan eenig
mensch, maar alleen aan den Christus ontleenen, toch aarzelt Voetius geen oogenblik te verklaren, dat in rechten het ambt
op niemand vat heeft dan die zich onder
dit
ambt
gesteld heeft,
ambtsdragers hun rechten alleen kunnen uitoefenen,
ja dat de
krachtens opdracht van de vergadering der geloovigen.
Vraagt men dan ook waar de ecclesinslica
berust,
dan
ook
niet:
Christus"-,
//bij
is
kerkelijke macht, of de poledaa
goed Gereformeerde op kerk-
antwoorden
rechtelijk terrein nooit
Christus
zal een
maar
')
:
zijn
de amhtsdrugerfs" , en
//Bij
antwoord
zal luiden
:
Door
deze posfesfas ecclesiasüca in de vergadering der ge-
Voetius bewijst dit
loovigen gelegd en van daar klimt ze op.
wiskunstig zeker door er aan te herinneren, dat een kerk denkbaar *)
is,
een
die, in
tijd
van epidemie of oorlog, op zeker oogen-
Antecessores ab Ecclesia constituti sunt, ut
clesiasüca
curent,
voorgangers
zijn
ita
ut
in
illis
nomine Ecclesiae
Ecclesia sua curare dicenda
door de kerk aangesteld, opdat
zij
in
naam
sit.
ec-
[De
der kerk
de kerkelijke aangelegenheden zouden bezorgen, en dat in dien
zin,
dat
de kerk gezegd kan worden, in hen, zelve haar eigen zaken te beschikken.] (Vol. .scil.
I.
in
p.
28)
En:"
Eist
prima Ecclesiae
libertas
tam
in ortu
quam
in actu, ut libere
collectione, aut in collectae continuatione per
novorum membrorum rcceptionem, consensum suum quisque declaret et ineat; non vero coiicte. [Deze vrijheid geldt bij het ontstaiin niet alleen, maar ook bij het voortbestaan der kerk, zoo dat niet alleen bij het eerste stichten eener kerk, maar ook bij de voortzetting van een reeds gestichte kerk door de aanneming van nieuwe confoederationem
leden,
een
iegelijk
zijn confessie
en nooit gedwongen.]
(p.
10.)
en stipulatien
vrijelijk te
doen heeft;
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 73 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 73 Pagina's