Zions roem en sterkte ofte verklaaring van de zeevenendertig artikelen der Nederlandsche Geloofsbelydenis - pagina 305

Van Antw. luister,

1.

merk der ware en

het

Wy

die door

's

303

valsche Kerk.

mogen ons verheugen over de glans en Heeren genade, op de hervormde Kerke

10. Wie is zy die daar uitziet als de nog legt: Hoogl. 6 dageraad: schoone gelyk de mane, zuiver als de zonne, schrikkelyk als slag-ordens met banieren. :

Wy moeten aan de andere zyde, ons over onze eige, 2. ende der Kerke, gebreeken, dikwyls met schaamte voor God verootmoedige, dewyl wy in veel opzigte zo weinig beantwoorden aan onze voorregten zo veel gelykvormig zijn in onkunde, zeden, en zondige gebruiken, met dre, uit welkers midden wy uitgegaan zijn: Jerem. 2 9, 10. Daarom zal ik nog met u lieden twisten, spreekt de Heere ja met uwe ;

:

:

kinds-kinderen zal ik twisten. Want gaat over in de eilanden der Chittiten, ende ziet toe. ende zende 't na Kedar, ende merkt 'er w^el op, ende ziet of diergelyks geschied zy.

Wy

moeten niet ydel betrouwen op onze gemeen3. schap met de waare Kerk Jerem. 7 4. En vertrouwt niet op valsche woorden, zeggende: Des Heeren tempel, des Heeren tempel, des Heeren tempel, zyn deze. De meeste van hen, die in den schoot der Kerke zijn, zijn Gereformeert, op zijn Paapsch, dat is, door opvoedinge en gewoonte. Zy horen de Schrift, en zeggen die Gods woord te zijn doch zonder verstand van de leere der Schrift Zy zoeken de zaligheid, doch in hunne werken, die ze uiterlyk in den Godsdienst, hoewel zonder gelove, zonder den Geest, betragten Zy vermeenen datze ryk, en zeer verrykt zijn, ja geenes dings gebrek hebben, zonder te weten dat zy elendig, ende jammerlyk, ende arm, ende blind, ende naakt zyn, Openb. :

:

5

:

3

:

17.

.•.

Vrag.

Wat

al

meer?

Wy

Antw. 4. moeten niet voldaan wezen, datwe in den schoot der Kerke zijn opgenomen, ten zy datwe op goede gronden besluiten konnen, dat de regte ken-merken van Christus discipelen in ons zijn: 1 Joh. 3 14. weten dat wy overgegaan zyn uit de dood in het leven, dewyl wy de broeders lief hebben Die zynen broeder niet lief heeft blyft in de dood Psalm 119 63. Ik ben een gezelle aller die u vreezen, ende dien die uwe beveelen onderhouden. 5. moeten ons onder malkanderen, op het beste, tragten te vereenigen. Niemand veroordeelen in welken :

:

:

Wy

Wy

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen