Is er aan de publike universiteit ten onzent plaats voor eene Faculteit der Theologie? - pagina 35

;

35 dat juist

band

zij

met het hoogste bezig houdt en rechtstreeks in vermet hetgeen in den boezem der burgerij de diepste weeg brengt. Van die scheiding merkt ge weinig, zoo

zich

staat

scheiding te

lang het

empirie reeds

wegen,

blijft bij

ge merkt er

;

sterk

tellen

en meten,dus

bij

meer van op medisch

iets

de rechtstreeksche

terrein

;

ge merkt het

het antirevolutionaire staatsrecht tegen het revoluti-

als

komt over

te staan; ge merkt het nóg sterker als de vadermoet onderwezen of te kiezen valt tusschen de philosophische school van Kant of Hegel, Schoppenhauer of Herbart maar ge merkt dit verschil het allersterkst zoodra ge op Theologisch terrein den voet zet, en u geplaatst vindt tegenover de principieele

onaire

landsche historie

tegenstellingen van de naturalistische en supranaturalistischeweréid-

beschouwing

zoodra er te kiezen valt tusschen Pantheïsme en Theïsme,

;

tusschen Protestantisme en Romanisme, tusschen Arminius en Calvyn.

Dan heel

het

dringt

toch

dat er niet eenerlei

feit,

maar

velerlei

weten-

richting op dit gebied bestaat, zich klaar en helder aan

schappelijke

meelevend publiek

op, en tast en voelt een ieder hoe de van een Overheidsfaculteit voor de Theologie, die geen kiezen, weinig anders dan wetenschappelijke pedanterie en

het

pretentie partij zal

staatrechtelijke

humbug

is.

Zelfs Prof. Tiele heeft, zich aan het rekenen

met deze duidelijke en in het oog springende feiten niet geheel kunnen onttrekken, en dan ook eerlijk weg erkend dat er althans <weeër^<?i Theologische wetenschap bestaat, t. w. een Protestantsche en een Röomsche, en daarom het denkbeeld niet geheel van zich geworpen, om een Röomsche faculteit naast de thans bestaande Protestantsche te plaatsen (*), Hier S})lijt dus de absolute wetenschap reeds in tweeën; wordt erkend dat in strijd met het beginsel van ons Staatsrecht, bij de inrichting als

van onze Theologische

faculteit is te

werk gegaan,

bestond er nog een heerschende Protestantsche Staatskerk, en

(*)

Zie

Ilijbl.

Katiioliekeii

(iceren,

ik

illusie

37:

Ken

die

sommigen

althans nooit heb gelooid.

den heer Wintgens Katholieken,

p.

zoo

iliii,i,'

yocl' ik L;a;ini(^

aan een niot-Katiioiieko faculteit

was een

zenlijking

Hen',

d.

r.

ooil

bij

zij

sche en naast deze

't

te

de debatten verlangen, verleenen.

in

zich

loc

lt;il

flieulogif /.oiulcii

vornulcu, docli

Daarom zou

als

lUKimscli-

komen

stn-

aan wier verwe-

hil (Icnkbeekl reoils dooi-

1876 geuit, aanbeveling verdiiuian, oin den

een gelijksoortige

faculteit als

de protestant-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen