Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 332

Van

328

de Engelen.

geesten, die tot dienst uytgesonden worden om der gener wille die de saligheyt beerven sullen? V. Gebruyckt hy deselve als sijn instrumenten in de scheppinge of in de universeele onderhoudinge ende regeeringe der werelt? A. Neen. V. Seght my nu eens wat quade Engelen zijn? A. Duyvelen. V. Heeft Godt de quade Engelen soo quaet geschapen ? A. Neen. V. Welck is dan de oorsaeck van hare boosheyt? A. Datse haer beginsel niet gehouden hebben Joh. 44. Ende en is in de waerheyt niet staende ge8. bleven. 2. Petr. 2. 4. Want, indien Godt de Engelen die gesondigt hebben, niet gespaert en heeft, &c. Jude VS. 6. Ende de Engelen die haer beginsel niet bewaert en hebben, &c. V. Konnen wy de speciale sonde van haren val :

sekerlick

weten?

A. Het

is

waerschijnelick

dat het

is

geweest hoo-

va er dij e. V. "Wat

is dat voor een begin geweest daer sy uyt gevallen zijn? A. Daer in de Heere haer in den beginne bestelt hadde, te weten wijsheyt, ende heyligheyt. V. Wie was de oppersten van de Duyvelen die den val aenvingh? A. Dat weet men niet. V. Was sijnen naem Lucifer? A. Neen. V. Hoe is dan te verstaen het gene staet Esai. 14. 12. Hoe zijt ghy uyt den hemel gevallen ó morgensterre, ghy sone des dageraets? A. Dat is te verstaen van den Koninck van Babel. V. Maer lesen ^vy niet dat 'er een overste van de ,

Duyvelen is? A. Ja.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen