Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 380

Van den Name

376

b

Christus.

A. Messias, V. De namen Messias ende Christus, hebben die eenderley beteeckenisse ? A. Ja: Joh 1. 42. hebben gevonden den Messiam, 't welk is, overgeset zijnde, Christus. V. Waerom wort de Sone Godts Christus, dat is Gesalfde genaemt? A. Om dat hy van Godt den Vader verordineert is, ende met den HeyHgen Geest gesalft. V. Beteeckent dan het woort salven, yemant ordineeren tot het ampt, ende yemant oock bequaem

Wy

c

j

c

maken ? c

b c

A. Ja. V. Becxuaem maken ende verordineeren is dat een dinck? A. Neen. V. Na wat nature is Christus gesalft? A. Na alle beyde. V. In wat beteeckenisse neemt ghy dan het salven? A. In beyde: te weten van verordineeren ende ,

bequaem maken, c

c c

c

e

V. In hoe veel beteeckenisse menscheyt ? A. V. A. V. A. V.

is

hy

gesalft

na

sijn

In alle beyde. In hoe veel na sijn Godtheyt? In een. Welck is de beteeckenisse ?

Dat hy van den Vader verordineert is. ick wel seggen dat hy na de Godtheyt gesalft, dat is bequaem gemaeckt?

Magh

is

A. Neen. V. Waerom niet? A. Om dat de Godtheyt niet en kan ontfangen, of bequaem gemaeckt worden: maer de volmaecktheyt selfs is.

c

V. Kan de Godtheyt wel yet ontvangen, het gene sy niet en heeft? A. Neen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen