GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 281

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 281

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

,

Van

277

het eenigh Goddelick Wesen.

Kom. 1. vs. 19. Overmits het gene van Godt is: v^ant Godt heeft kennelick is in haer openbaer is het haer geopenbaert. Waerom oock de Oudtvader Augustinus seer wel seyt, dat men eerder sonde konnen gelooven dat in den mensche geen redehcke ziele en was, als dat'er geen Godt en soude zijn. 6. Uyt de verschrickingen ende grouwelen der conscientien met dewelcke de goddeloosen na datse de sonde begaen hebben omvangen ende geslagen werden niet wetende waer sy blijven sullen. Geliickerwijs getuyght wert in de historiƫn van de Keyser wanneer het donderde ende dewelcke Caligula blixemde, soo verveert was, ende verschrickt, soo dat hy niet en wiste waer dat hy soude blyven waer uyt men klaerlick kan afnemen dat'er een Godt is want waerom souden de goddeloosen anders soo schricken ende beven? om alle andere redenen voor7. Ende ten laetsten by te gaen soo blijckt het klaerlick uyt de belooningen der goeden, en de straffen der boosdoeners; geden brant van Sodoma ende lijck de Sundtvloedt; Gomorrha 't verdrincken van Pharao ende alle Egyptenaren in de roode zee ja de uytroeyingen van de aldermeest-bloeijende Koninckrijcken ende volckeren dat'er getuygen genoeghsaem ende overvloedelick zy een algemeyn ende Almachtigh Richter des geheelen werelts welck alleen Godt is Psalm 9. 17. De Heere is bekent geworden hy heeft recht gedaen. ende 58. 12. V. Dewijle het dan seker ende gewis is, dat'er een Godt is, soo seght my nu eens wat Godt is? A. Willen wy weten (voor soo veel ons ter saligheyt is van nooden, ende wat Godt ons van hem in soo moet sijn woort heeft geopenbaert) wat Godt is men insien ende bemercken wat Godt is 1. ten aensien van sijne namen. 2. ten aenzien van sijn wesen. V. Heeft Godt oock namen ? A. Ja. :

,

,

,

,

,

,

,

:

,

;

,

,

;

;

,

,

:

,

,

,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 281

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's