GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 327

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 327

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van Rom.

8.

20.

VS.

323

de Scheppinge der werelt.

Want

het schepsel

is

der ijdelheyt

onderworpen &c. A. Dat is te verstaen van eenige uyterlicke beletselen, haer toegekomen van wegen de sonde des menschen; soo dat de natuer niet soo dispoost^ veerdigh ende onverhindert is om alles ten dienste van menschen uyt te wercken, als sy anders soude gedaen hebben. V. Soudt ghy wel bewijsen konnen, dat Godt belet, dat de innerlicke natuer soo vol ende perfect na buyten niet en kan wercken? A. Ja: Genes. 3. 17, 18. Soo zy het aertrijck om uwent wille vervloeckt, &c. Deuter. 28. 23. Amos 4. 7. V. Heeft Godt alles geschapen goet, ofte quaet? ,

,

,

A. Goet. V. Hoe goet? A. Seer goet, soo dat het niet en kan verbetert worden. Genes. 1 vs. 31. V. Waerom heeft doch Godt de werelt geschapen,

hadde hy deselve van doen? A. Neen. V. Tot wat eynde heeft hyse dan geschapen? A. 1. Het uyterste eynde, waer toe alle andere sich strecken, is de eere of de grootmakinge Godes: Proverb. 16. 4. De Heere heeft alles gewrocht om dat sijns selfs wille. 2. Om daer door te betoonen hy is een eeuwigh Godt, Psalm 90. 2. Eer de bergen geboren, ende ghy de aerde, ende de werelt voortgebracht haddet, ja van eeuwigh eyt tot eeuwigheyt zyt ghy Godt, alsoo daer voor de scheppinge der werelt niet en was dan eeuwigheyt, welck Godt besat. Als oock dat hy daer mede soude betoonen te zijn een algenoeghsame Godt, een gantsch goede Godt, een gantsch wijsen Godt, een almachtigen Godt: welcke Goddelicke eygenschappen klaerlick uyt het werck der scheppinge blijcken. Siet hier van breeder, Vrage 28. V. Kan een kint Godts voor sich selven uyt de scheppinge wel eenigh voordeel ende profijt trecken? ,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 327

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's