Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 201
Van A. V.
het Middel der Verlossinge.
De Socinianen. Waer uyt blijckt,
197
dat het geen onrechtveerdig-
heyt in Godt is? A. Om dat de
ontschuldige sich vrywilligh heeft gepresenteert als borge, om voor de schuldige te voldoen: Psal. 40. 9. lek hebbe lust, O mijn Godt, om u welbehagen te doen. V. Aen wien moet betaelt worden? A. Aen Godt. V. Wie kent ghy schuldigh? A. Godt. V. Waerom Godt meer, als eenige creaturen? A. Om dat ick tegen Godts Wet, als des eenigen oppersten Wetgevers, hebbe gesondight. Siet Rom. cap. 3. VS 19. Ende de geheele werelt voor Godt verdoemelick zy: Jacob cap. 4. vs 12. Daer is een eenigh Wetgever die behouden kan ende verderven. ,
AENHANGHSEL. V. In wat deel van Godts woort wort ons de verlossinge van den vloeck des Wets door de hant eens
Middelaers geopenbaert ? A. In den Euangelio. Siet hier beneden Vrage 19. V. Wat dunckt u van de Vaders des Ouden Testaments zijnse door haer selven ofte door Christum den Middelaer .saligh geworden ? A. Door Christum den Middelaer. V. Maer Christus is eerst langh na haer ge,
,
komen ? A. Sy zijn door Christum saligh geworden, die in de werelt komen soude. V. Kan men wel eenighsins weten door het licht der nature, het middel, om met Godt versoent te ,
werden ? A. Ja
,
voor soo verre het middel
is
de voldoeninge
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's