GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De band des verbonds - pagina 258

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De band des verbonds - pagina 258

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

2

VAN DE BEKEERING.

54

Op een verkeerden weg is Evenzoo moet de leugen en zonde als zoodanig welbewust ^^-è^/z^ worden, zal het komen tof een bekeering naar waarheid en gerechtigheid. In dezen trant spreekt ook Paulus, als hij handelt over

liij

!

de begeerlijkheid. Hij was tot kennis van de zonde gekomen, maar door de Wet. Hij getuigt: „Ja, ik /^<g';2ö?<? de zonde niet, dan door de Wet. Want ook had ik de begeerlijkheid niet

geweten zonde

te zijn, indien

Wet

de

niet zeide: Gij

zult niet begeeren."

Door de Wet

Ook de Het

is

is

de kennis der zonde

Catechismus begint over die kennis te handelen.

immers, vóór

alle dingen,

mijne zonden en ellende

Maar deze nagelaten

noodig

te weten,

kennis, zoo van het bedreven

goed,

is

hoe groot

zijn.

kwaad

als

niet bloot verstandelijk, indien

van het zij

eene

zaligmakende kennis is. Zij gaat gepaard met een gewaarwording des harten. Daarom spreekt de Gereformeerde, die geen intellectualist is, bij het stuk der bekeering in de tweede plaats van droefheid. En ook hier kan het woord van Jeremia 31 19 weer licht ontsteken „Zekerlijk, nadat ik bekeerd ben, heb ik berouw gehad, en nadat ik mij zelven ben bekend gemaakt, heb ik op de heup geklopt.'" De Kantteekening verklaart dat „kloppen op de heup" als zichtbare uitdrukking van droefheid: „dat is getreurd, of misbaar bedreven, gelijk degenen doen, die hartzeer en grooten weedom ge:

:

voelen,"

Men mij,

ook op Job 42 6 „Daarom verfoei ik en ik heb berouw in stof en assche." Als iemand tot wijst daarbij

:

:

bekeering komt, na bedreven kwaad, dan leert hij niet alleen zonde kennen, maar dan leert hij ze zóó kennen, dat

de

haar onrein, onheilig vindt, en dat

hij

ziel

ondervindt

waar

hij

droefheid in de

God

hij,

door die zonde, zich voor

tot

de ernstige zelfbeproeving vóór

verontreinigd weet.

Het behoort mede

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 336 Pagina's

De band des verbonds - pagina 258

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 336 Pagina's