De band des verbonds - pagina 176
VAN HET GELOOF.
172
digd wordt, dan gaat die prediking over zijn hoofd heen. Hij absoluut onverschillig bij de opening van het testament, of zijn naam wel in het testament staat, of ook hij een is
erfgenaam is. Er is zelfs geen hope op de erfenis. Hij hoort wel van zonde spreken, maar weet zich zelf geen zondaar. Hij hoort wel de genade verkondigen, maar hij heeft geen honger en dorst naar de gerechtigheid. Daarom nu staat het er, dat het zeer wel is, wanneer gij gelooft dat God een eenig God is. Maar dat geloof kan niet zalig maken. Dat is geen zaligmakend geloof. Zóó gelooven ook de duivelen, en alzoo geloovende, zijn zij aan eeuwige vervloeking prijsgegeven en sidderen. Zalig is de geloovige alleen dan, als de kennisse des heils, en de beschouwing der waarheid Gods, hem vruch^óaarmak.en
geloofswerkzaamheden. Als daar gevonden wordt een zoekend geloof, want dat zal vinden. Als er gebed is, want dat zal zekerlijk verhoord worden. Als er geklopt wordt, want dan is er gewis ook in
Een
die opendoet.
Zalig
hij,
die als hij het Evangelie hoort, uitroept: Ik grijp
€r naar, ik zal er heil uit wachten!
IV.
TAALKUNDIGE BETEEKENIS. Ik
wil
liever
de gemeente
in
vijf
woorden
spreken
met mijn verstand, opdat
anderen
moge
zend woorden
onderwijzen, in
dan
eene vreemde I
ik
ook
tien dui-
taal.
CoR. 14
:
19.
Veel wordt over het geloof; over het wezen en de natuur geloofs; over het vermogen, de hebbelijkheid en de
des
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907
Abraham Kuyper Collection | 336 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907
Abraham Kuyper Collection | 336 Pagina's