GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van de kennisse Gods - pagina 116

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de kennisse Gods - pagina 116

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE NATUURLIJKE GODSKENNISSE.

114

Atheïsme. Het bewijst, dat het geloof aan gevallen

van weet

mensch

Hem als

is

te leeren

blijven

kennen,

God van

een

voortleven, zij

't

God ook

dat

ook, dat

hij

hij

in

den

poogt

iets

Hem

verre en niet van nabij.

alleen

Doch

het

bewijst tevens, hoe de mensch, uit en van zich zei ven, door

de verminking die hem trof, en de geestelijke gebrekkigheid die over hem kwam, slechts grijpen kan naar een deel der waarheid, en zelfs dat deel niet zonder schending kan bemachtigen.

De

Deïst heeft eenige kennis van Gods Transcendentie,

maar het is slechts een geringe, onbeduidende kennis van een geschonden, verminkte waarheid, die hij buitendien nog onder een valsch licht beziet. Hij weet wat God gedaan wat Hij doet en doen zal. Zijn uitgangspunt is methode is averechtsch, en de uitkomst toont, in zijn afgetrokken geloof aan een koud en onverschillig Deïstisch Opperwezen, niets meer dan een verwrongen Zcrrbild van de verheven belijdenis van Gods majestueuse niet

heeft,

eenzijdig, zijne

Transcendentie.

Deïsme voorstaan, gevoelden, dat de religie hen begaf, dat de godsvrucht niet langer hun deel was, en zij poogden nu om, waar de zedeleer werd afgesneden van den wortel der religie, hun kracht te zoeken in het leiden van een deugdzaam leven in alle braafheid en die het

Zij,

eerzaamheid.

De

zedeleer

nam de

plaats

in der verloren-

religie in stee van de vreeze des HEEREN kwam de deugdzaamheid, de moraal werd hun afgod, braafheid het hoogste goed. En zij beseffen niet, dat op den duur geen deugd, los van de religie, ooit standhield dat straks, als de gezegende naglans der religie verflauwt, de kinderen óók het pad der deugd verlaten zullen dat het oogenblik komt, dat deugd en ondeugd van plaats zullen verwisselen, en eindelijk het goede kwaad zal genoemd worden en het ;

;

;

kwade goed.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's

Van de kennisse Gods - pagina 116

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's