GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van de kennisse Gods - pagina 135

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de kennisse Gods - pagina 135

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE BIJZONDERE OPENBARING.

133

van haar leven, deed hooren, recht en zuiver en volkomen te verstaan. Door den vreeselijken zondeval kwam heillooze verstoring, het voor den gevallen mensch een absolute en werd onmogelijkheid, zijn Schepper recht te leeren kennen. Zijn volheid

gemoed verdorven, verduisterd

is

conscientie bevlekt, zijn verstand

zijn

het vaste signalement op het „roode pas-

poort" van den gevallen zondaar, die wandelt op den breeden

levensweg.

Na

uit

het Paradijs verbannen te

zijn,

heeft

hij

meer overig behouden dan „eenige kleine overblijfselen". wel bleef het licht schijnen, omdat God ook na den val Zijn Schepping niet losliet, maar haar bleef dragen, doch

niet

En

het

scheen in de duisternis, en de duisternis heeft het niet

begrepen.

Waar

en

zullen

de menschelijke geest woekerde met deze kleine overblijfselen, bracht hij het tot heidenschen afgodendienst en valschen godsdienst, en door de kracht van het Rationalisme en Mysticisme tot de philosophische stelsels van Pantheïsme en Deïsme. Waar hij het vruchteloos zoeken opgaf en, eigen onmacht erkennend, uitriep: Wij weten niets,

Agnosticisme. tot

nog lager

niets

weten,

verviel

hij tot

het hopeloos

In de plompe Stofaanbidding zonk peil,

waar

hij,

hij

weg

in verachtelijke zelfverlaging,

hem eenmaal ten onder brengen zal, eere toebrengt. En waar de stuitende genade van hem week en Satan volle macht over hem verkreeg,

zijn

doodvijand,

die

goddelijke

komt

hij

er eindelijk toe, de schennige taal

van het waan-

zinnig Atheïsme doldriest op de lippen te nemen.

Onmiddellijk na den val trad

dende

genade

tusschenbeide,

prooi te ontrukken.

En

God de

om

in rustige,

het tegenover Satan, wiens

list

HEERE

Satan

zijn

met redvermeende

Goddelijke zegepraal heet

reeds gelukt en wiens aan-

slag geslaagd scheen: „Ik zal vijandschap zetten tusschen u

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's

Van de kennisse Gods - pagina 135

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's