GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VIJF LEERREDENEN VAN AERNOUT DROST (1810-1834)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VIJF LEERREDENEN VAN AERNOUT DROST (1810-1834)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als een verre nazaat van de schrijver van onder andere Hermingard van de Eikenterpen en De Pestilentie van Katwijk was ik enige tijd in het bezit van vijf leerredenen van Aernout Drost, door hemzelf 'proponentspreken' genoemd. Gevaar voor verval en dergelijke heeft mij doen besluiten ze af te staan aan het Nederlands Letterkundig Museum, Prinses Irenepad 10 te Den Haag.

Het betreft:1. een leerrede over 2 Corinthiërs 4:18b, uitgesproken te Leiden, de stad waar Drost theologie studeerde, 4 maart 1833, en te Middelburg, 2 oktober 1833; 2. een leerrede over Johannes 20:20b, uitgesproken te Sloterdijk en Lisse, zonder vermelding van de data, met toevoeging van enkele korte gebeden en gezangen; 3. een leerrede over Mattheüs 5:9 van 20 mei 1833, zonder plaatsvermelding; 4. een leerrede over 1 Johannes 3:3, uitgesproken te Eemnes Binnen op 18 augustus 1833 en te Vianen op 3 oktober 1833; 5. een leerrede over Lucas 2:14, uitgesproken te Lisse op 29 december 1833.

In deze preken, vooral in de laatstgenoemde met haar beschrijving van de velden van Efrata, bespeuren wij duidelijk het gevoel van de auteur voor de natuur en haar vergankelijkheid. De romantiek is voelbaar. Maar de natuur is voor hem ook een "bitter raadsel". Ook spreekt hij over "het bitter lijden van de mens". Een theodicee geeft hij niet. Hij sluit evenwel niet zijn ogen voor het goede van deze aarde: Het voegt ons een dankbare en opene zit voor de schoonheid der vergankelijke natuur te hebben. Maar steeds heersche in onze verrukking en bewondering de gedachte: od, zoo veel goeds schenkt ons de vergankelijke aarde, wat zal het eenmaal in den eeuwigen hemel zijn". Maar bij hem is het lijden om Christus' wil geen lijdzaamheid, maar het heeft iets strijdbaars. Op blz. 12 van de leerrede over 2 Corinthiërs 4:18 schrijft hij naar aanleiding van de tekst uit Romeinen 8:18 in verband met de band der liefde, die lijdende mensen met elkaar verbindt: met hem de aardse rampspoed te dragen is een plechtige eis der broederliefde". In dezelfde leerrede zegt hij: Rijkdom en vermogen wordt de mens door God gegeven; wel hem, die dit bij derzelver gebruik bedenkt, hij zal ze als goede gave van den Vader der lichten beschouwen en wel zorgen, die bezittingen niet achteloos weg te werpen".

Drost was een zoon van de vermogende graanhandelaar Arent Drost te Amsterdam. Men lette in verband hiermee op het volgende citaat: "Daarom erkenne de rijke er een zegen van God in en overtuige zich dagelijks, dat het zaliger is te geven dan te ontvangen. De uitbreiding en belangen der godsdienst te bevorderen, weduwen en wezen te verzorgen, overal welvaart en geluk te verspreiden, zie hier het doel, waartoe hij zijn vermogen zal aanwenden". Verder dan liefdadigheid kwam men in deze tijd meestal nog niet. Maar Drost weet wel enkele oorzaken van sociale ellende aan te geven: "Door misbruik van sommige rijken van hun goederen komt er ellende voor veel armen. Maar men wage het niet dit aan God te wijten. God zorgt voor allen ... Niet ieder kan aardsche schatten verzamelen, maar elk kan zich schatten in de hemel vergaderen, die door motte noch roest verdorven worden ... Is de tocht door dit leven bezwaarlijk, dubbel aangenaam zal de rust zijn, is de strijd hagchelijk - dubbel heerlijk zal de kroon der overwinning zijn ...".

Misschien heeft het bovenstaande u een indruk gegeven van Drost's zorgvuldige stijl. Zijn preken zijn geschreven in een prachtig handschrift, waaraan velen van zijn collegae een voorbeeld hadden kunnen nemen. Jammer genoeg maakte de tering een voortijdig einde aan het leven van deze veelbelovende predikantschrijver, voor wie onder anderen Potgieter en Nicolaas Beets grote bewondering hadden. Laatstgenoemde geeft hiervan blijk in het dagboek dat hij als student bijhield; ook het uiterlijk van Drost wordt hierin beschreven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 1987

DNK | 83 Pagina's

VIJF LEERREDENEN VAN AERNOUT DROST (1810-1834)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 1987

DNK | 83 Pagina's