GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Gelijk men weet behoort een

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gelijk men weet behoort een

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gelijk men weet behoort een Catechismus uit te gaan van een kerk, oi althans van kerkvaders, in wie het kerkelijk bewustzijn zich op zoo machtige wijze weerkaatst, dat ze rijp kunnen worden geacht, om in naam der kerk te spreken.

Privaat een Catechismus uit te geven is daarom altoos een uiterst gevaarlijk ondernemen geweest, en door ernstige lieden is zulk een waagstuk dan ook steeds ontraden.

Immers, men liep dan steeds te veel gevaar, om zijn eigenaardige private denkbeelden als uitdrukking van de Christelijke leering te willen voorstellen, iets waardoor het eigenaardige van een Catechismus geheel teloor ging.

Predikanten denken onderling verschillend, en eenzelfde predikant denkt over heel veel dingen anders als hij 50 jaar is dan toen hij 30 jaren oud was.

Moest de gemeente dus op en neer gaan met de wisselende opiniën der predikanten, dan ontbrak er alle vastheid en kwam er nooit een kerk uit.

Vandaar dat elke kerk haar Catechismus bezit, om juist tegenover deze eb en vloed in de meening der predikanten zekere geloofseenkeid te bewaren, waardoor zulk een kerk zeker karakter erlangt.

Zulk een Catechismus is dan theologisch zuiver gedacht; van woord e tot woorde getoetst in elke uitdrukking; en in den samenhang van zijn deelen ordelijk saamgevoegd.

Vandaar het gezag van zulk een Catechismus, dat dan over heel een land en door vele eeuwen gaat.

Denk slechts aan Luthers Catechismus, aan den Westminster Catechismus en ten onzent aan dien van Heidelberg.

Wil men daarentegen een proeve hebben van het hoogst onvoorzichtige, als iemand zoo eens op eigen handje een Catechismus wil uitgeven, welnu make hij dan eens kennis met den y^Catechismus of onderwijzing

i) Tractaat van de Reformatie der Kerken, bl. 155. 2) Bl. 154. 3) De Standaard van 11 Dec. 1886. 4) Dr. A. Kuyper, Revisie der Revisie-legende, b]. 90. 5) Matth. 28 : 18 en 19. 6) Joh. 16 : 14. 7) vs. 15. 8) I Cor. S : 9; 2 Petr. 5 : i; i Joh. 1:5. 9) Hand. 15 : 2. to) 11:19. Il) IS:23' 12) 14:23-13) vers6. in de Christelijke Leering, door N. de Jonge, Evangelieprediker te Brussel. Brussel, Vlaamsch-Christelijke Boekhandel, p Katherinaplaats.

Op dezen Catechismus komen we later mfsschien terug, omdat het zeer zijn waarde heeft uit dit handboekske de opinie van een Irenisch predikant eens wat duidelijker geformuleerd te leeren kennen.

Reeds nu echter vestigen we de aandacht op les twee, vraag 2, waar gevraagd wordt: Hoe heeft God den mensch geschapen? en waar Ds. De Jonge antwoordt: „Naar zijn beeld en 'gelijkenis, dat wil zeg'^eu met liet veriuog^en om God g'elijk te worden.

Het staat er zoo letterlijk en niet anders; en bovendien alleen; Gen. i : 27 wordt aangehaald.

Nu wisten we wel, dat een verloste Gods aa7igenomen kind is; dat we navolgers God als geliefde kinderen moeten zijn; dat ons het „Weest dan gijj||den volmaakt gelijk uw Vader in de hemelen volmaakt is" wordt toegeroepen, maar het Eritis sicuti Deus, d, i. „Gij zult als God zijn", werd in de Heilige Schrift ons üteeds als een vinding van Satan voorgesteld.

En toch komt hier een Evangelieprediker aan kinderen leeren, dat dit wat Satan aan Eva influisterde, nu eigenlijk de waarheid is. Natuurlijk op andere manier, dan door het eten van den verboden boom. Maar het doel wordt toch ook hier genoemd: Gij zult aan God gelijk worden.

Stond er nu nog bij: In zijne mededeelbare eigenschappen, en ware er de beperking aan toegevoegd: op eindige wijze, zoo ware zulk zeggen nog verdedigbaar.

Maar gelijk het hier staat, zonder eenige reserve, toont het op verontrustende wijze, welk gevaar er in zulke dilettant-Catechismussen steekt.

Ook practisch komt dit groot gevaar in deze Brusselsche proeve reeds uit.

Zoo vond Ds. De Jonge goed, om in zijn Catechismus officieus de Doopsformule te veranderen, en opzettelijk te leeren dat gedoopt moet utot den Naam des Vaders, des Zoons en des Heiligen Geestes."

Voorts is schier overal bij Doop en Avondmaal en bij elk stuk der belijdenis het doen des menschen, het onderwer^Qlijke, schier het één en al geworden. Van het werk Gods, van het voorwerpelijke, blijtt schier niets.

En eindelijk predikt deze Catechismus ons onverholen het meest uitwendig Chiliasme

Men kan en moet dus, zonder vrees voor tegenspraak zeggen, dat in dit boekske allereerst de bezonnenheid ontbreekt. Een minder revolutionaire, een eenigszins historische geest zou zich althans meer aan de leeringe der vaderen hebben aangesloten, en met eigen denkbeelden iets meer terughoudend zijn geweest.

Arme Vlamingen en Walen!

Eens gaaft ge aan Holland uw schoone belijdenis in zoo zuiveren vorm; gouden appelen boodt ge ons op zilveren geheelde schalen.

En nu, hoe ontzield en van glans beroofd geeft de beweging die thans onder u wordt opgewekt u de belijijdenis uwer vaderen terug!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 februari 1887

De Heraut | 8 Pagina's

Gelijk men weet behoort een

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 februari 1887

De Heraut | 8 Pagina's