Omtrent het eertijds door Ds. Krayenbelt

Omtrent het eertijds door Ds. Krayenbelt van Rotterdam ingenomen standpunt, lezen we in de Hoop nog nader:

Het is een feit, dat niet weersproken kan worden, dat door Ds.Krayenbelt, in geen vergaderingen, publieke of meer bijzondere, waarop in de laatste jaren, onder ons de kerkelijke toestand besproken is, en aan welke hij gewoonlijk zeerjernstig deel nam, ooit bezwaar geopperd werd tegen de Dordsche Kerkenordening. Insgelijks, dat Ds. Krayenbelt nadat het besluit tot afsnijding der hiërarchie genomen was, herhaaldelijk en bij onderscheidene gelegenheden, zijn instemming daarmede te kennen gegeven heeft, slechts als reden waarom hij niet terstond medeging opgevende, niet dat hij bezwaar had tegen de Kerkenorde, maar: zijn vader. »Eerst moest de 50-jarige gedenkdag van zijns vaders ambtsbediening voorbij zijn", en ook wilde hij dat zijn vader zich er in zou schikken, dat hij zich hield bij de Gereformeerde Kerk, losgemaakt van de Synodale hiërarchie.

Evenzeer is het een onloochenbaar feit, dat Ds. Krayenbelt op den avond van 4 Januari, in het Verkooplokaal, mede openlijk betuigd heeft, dat voor ieder Gereformeerde, breken met de Sydodale Organisatie plicht was. Op de vraag des Voorzitters (Ds. Lion Cachet), dat allen die meenden, dat een Gereformeerde blijven mocht of kon in het Synodaal verband, zouden opstaan, bleef Ds. Krayenbelt — zeker tot blijdschap van bijna de geheele vergadering — zitten, cneenwenig later later sprak hij den zegen uit over de saamgekomenen.

Ook werd de vergadering van Kerkeraadsleden, die daarna in de kleine zaal gehouden werd, en in welke het voorstel tot afsnijding der hiërarchie, dat den volgenden avond door Ds. Lion Cachet gedaan zou worden, werd besproken, door Ds. Krayenbelt voor eene goede wijle bijgewoond, zonder dat een enkel bezwaar door hem geopperd werd, hetzij tegen de voorgenomen afsnijding, hetzij tegen de weder aan te nemen Dordsche Kerkenorde.

Doch er IS meer.

En wat meer zegt. Nu drie weken geleden werd Dr. Geesink door Ds. Krayenbelt gemachtigd, den Kerkeraad mede te deelen dat hij. Ds. K., »bereid was om te komen", d. i. zijn dienstwerk onder de nieuw aangenomen Kerkenordening te vervullen, onder de drie volgende condition : dat hij vrijheid zou hebben om nu en dan ook elders dan te Rotterdam te prediken; dat hij jaarlijks eenige weken vacantie zou hebben; en ook, vrijheid cm Gezangen te laten zingen.''^ Wilde de Kerke-.raad in die drie conditiën treden, dan was hij. Ds. Krayenbelt, bereid, op den naastvolgenden Zondag zijn dienstwerk te vervullen. De Kerkeraad kon noch mocht in zulke conditie 1 treden, — doch had hij de voorwaarden van Ds. Krayenbelt aangenomen, dan zou deze leeraar, naar zijn eigen woord, thans uit het Synodaal verband zijn getreden, en zich onder de Dordsche Kerkenordening, behoudens eenige gravamina hebben gesteld.

Om allen twijfel op dit punt weg te nemen, diene nog, dat Ds. Krayenbelt, in een schrijven Aan den Breeden Kerkeraad der Nederd. Gereformeerde Kerk te Rotterdam., 1.1. Woensdag van hem ingekomen, uitdrukkelijk verklaart, dat, als hij in dat schrijven spreekt van »onbruikbaarheid der Kerkenorde, " dit ziet op de drie punten door Br. Geesink in mijn naam bij u ingebracht, en wel bepaaldelijk de Gezangenquaestie." Noch in de Dordsche Kerkenordening als een geheel, noch in het breken met het Synodaal verband lag dus bij Ds. Krayenbelt bezwaar van toetreden; maar wel, eerst, in de moeielijkheid met zijn vader, en later, toen die zwarigheid uit den weg geruimd was, hoofd­ s zakelijk in het al of niet zmgen der Ge­ a zangen.

Men bezie de zaak dus in het rechte licht. ormeel was Ds. Krayenbelt volkomen vrij, an standpunt te veranderen; maar niemand s vrij om van een standpunt, waarop men oo beslist gesproken heeft, later te beween, dat men het nimmer innam.

De zomervacantie kan natuurlijk voor een an van beginsel en van ernst nooit over euze van standpunt beslissen. En dat het ingen van Gezangen nu plotseling zulk een eteekenis zou hebben erlangd, dat Ds rayenbelt liever dan die Gezangen prijs e geven, prijs gaf al wat dusver met hem amen streed en leed, is even moeielijk te a elooven.

Van een „Gezangö; ««< ï«" als Ds. Schouen te Utrecht zou ieder dit natuurlijk chten, van een man als Ds. Krayenbelt at men dit niet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen